ECLI:NL:GHAMS:2018:1639

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2018
Publicatiedatum
22 mei 2018
Zaaknummer
200.168.115/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging en vaststelling van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 17 mei 2018 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A]. De verzoekster, vertegenwoordigd door mrs. H.P. Plas en C.R. Huiskes, heeft een verzoek ingediend tegen Eshuis Holding B.V. en Perspektief B.V. over de verhoging en vaststelling van de onderzoekskosten. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Eshuis Holding, met een kostenlimiet die in de loop van de procedure is verhoogd. De verzoeker heeft op 24 april 2018 verzocht om de onderzoekskosten vast te stellen op € 70.000, exclusief btw, en dit verzoek is adequaat toegelicht met urenspecificaties. Aangezien er geen bezwaren zijn ingediend door de betrokken partijen, heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek toe te wijzen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.168.115/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 mei 2018
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. H.P. Plasen
C.R. Huiskes, beiden kantoorhoudende te Enschede,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESHUIS HOLDING B.V.,
gevestigd te Dalfsen,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PERSPEKTIEF B.V.,
gevestigd te Dalfsen,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. P. Haasen
B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna aangeduid als [A] , Eshuis Holding en Perspektief. Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 7 en 14 juli 2015, 14 december 2016, 19 januari 2017 en 18 april 2018, alsmede naar de beschikking van de raadsheer-commissaris van 8 februari 2018 in deze zaak.
1.2
Bij de beschikkingen van 7 en 14 juli 2015 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Eshuis Holding over de periode vanaf 9 juli 2013, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 25.000 (exclusief btw) mag kosten, mr. H.M. de Mol van Otterloo (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – drs. P.N. Lincklaen Arriëns benoemd tot bestuurder van Eshuis Holding.
1.3
Bij de beschikking van 19 januari 2017 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten, verhoogd tot € 55.000 (exclusief btw).
1.4
Bij brief (met bijlage) van 18 februari 2018 heeft de onderzoeker verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten, te verhogen naar € 70.000 (exclusief btw).
1.5
Bij de beschikking van 18 april 2018 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde verslag met de bijlagen van het bij de beschikking van 7 juli 2015 door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Eshuis Holding ter inzage ligt voor belanghebbenden. Voorts heeft zij bij die beschikking partijen tot uiterlijk dinsdag 8 mei 2018 te 16:00 uur in de gelegenheid zich schriftelijk uit te laten over het in 1.4 vermelde verzoek van de onderzoeker.
1.6
Bij brief van 24 april 2018 heeft de onderzoeker op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW verzocht om het bedrag van de onderzoekskosten vast te stellen op € 70.000 (exclusief btw). Partijen zijn bij brief van 24 april 2018 door de secretaris van de Ondernemingskamer in de gelegenheid gesteld om zich uiterlijk dinsdag 8 mei 2018 te 16:00 uur ook over dat verzoek uit te laten.
1.7
Van partijen is daarop niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

Het verzoek van de onderzoeker tot verhoging van de onderzoekskosten tot € 70.000 (exclusief btw) en zijn verzoek de onderzoekskosten op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW op dat bedrag te bepalen zijn adequaat toegelicht en voorzien van urenspecificaties. Nu geen bezwaren zijn aangevoerd en de verzoeken de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomen, zal zij de verzoeken van de onderzoeker toewijzen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten, tot € 70.000 (exclusief btw) en stelt de onderzoekskosten op dat bedrag vast;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 mei 2018.