Uitspraak
mrs. J.M. van den Bergen
M. Wolters, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. E.M. Soerjatin, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[H] ,
[J],
[K],
mrs. M.W.E. Eversen
J.L.M. Wonders, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
4.[L] ,
mrs. A.N. Stoopen
D.D. Krop, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[M],
[N],
mrs. R.G.J. de Haanen
M. Keuper, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
8.[O] ,
mrs. G.E. Endedijken
R.J.W. Analbers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
9.[P] ,
mr. R.M.A. Lensen, kantoorhoudende te Terneuzen,
[Q],
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam,
11.[R] ,
[S],
[T],
[U],
1.Het verloop van het geding
Upstreamingen de verwerving van het Accentis Belang in 2008 en ten aanzien van de Overname (omgang met tegenstrijdig belang en
Carve Out) in 2013, een en ander zoals omschreven in r.o. 5.10 (
Upstreaming), r.o. 5.27 (verwerving van het Accentis Belang) en r.o. 5.39 (tegenstrijdig belang) en r.o. 5.47 (
Carve Out) van die beschikking;
Upstreaming;
Carve Outen de omgang met tegenstrijdig belang als elementen van de Overname;
De Ondernemingskamer acht [R] en [S] als bestuurders van Xeikon en [P] als commissaris van Xeikon verantwoordelijk voor het wanbeleid ten aanzien van deUpstreaming
en de verwerving van het Accentis Belang. De Ondernemingskamer verwijst naar hetgeen hierboven over deze onderwerpen en de rol van [R] , [S] en [P] is overwogen.”
Upstreamingen de verwerving van het Accentis Belang;
2.De gronden van de beslissing
Upstreamingontstane schuld van Punch International aan Xeikon te accepteren. De genoemde overwegingen bevatten ten aanzien van [P] geen aanknopingspunten voor de vaststelling van zijn verantwoordelijkheid (als commissaris van Xeikon) voor de verwerving van het Accentis Belang, terwijl in rechtsoverweging 5.15 wel wordt ingegaan op de rol van [P] bij de
Upstreaming.
De Ondernemingskamer acht [R] en [S] als bestuurders van Xeikon en [P] als commissaris van Xeikon verantwoordelijk voor het wanbeleid ten aanzien van de Upstreaming. Voorts acht de Ondernemingskamer [R] en [S] als bestuurders van Xeikon verantwoordelijk voor het wanbeleid ten aanzien van de verwerving van het Accentis Belang. De Ondernemingskamer verwijst naar hetgeen hierboven over deze onderwerpen en de rol van [R] , [S] en [P] is overwogen.”
Upstreamingdient ook [P] als overwegend in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Recalcico. Bij vergissing is [P] niet genoemd in rechtsoverweging 5.70 en in de proceskostenveroordeling in het dictum. Deze kennelijke fout leent zich eveneens voor eenvoudig herstel.
3.De beslissing
Upstreaming. Voorts acht de Ondernemingskamer [R] en [S] als bestuurders van Xeikon verantwoordelijk voor het wanbeleid ten aanzien van de verwerving van het Accentis Belang. De Ondernemingskamer verwijst naar hetgeen hierboven over deze onderwerpen en de rol van [R] , [S] en [P] is overwogen.”;
Upstreamingen de verwerving van het Accentis Belang in 2008 en ten aanzien van de Overname (omgang met tegenstrijdig belang en
Carve Out) in 2013, een en ander zoals omschreven in r.o. 5.10 (
Upstreaming), r.o. 5.27 (verwerving van het Accentis Belang) en r.o. 5.39 (tegenstrijdig belang) en r.o. 5.47 (
Carve Out);
Upstreaming;
Carve Outen de omgang met tegenstrijdig belang als elementen van de Overname;