Uitspraak
1.[A] ,
[B],
[C],
mr. T. Welschen, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.C. van Wieringhen Borski, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[D] ,
mr. R.C. van Wieringhen Borski,kantoorhoudende te Amsterdam,
[E],
Het verloop van het geding
- verzoeksters met respectievelijk [A] , [B] en [C] en gezamenlijk met [BC] c.s.;
- verweerster met Aeon Plaza;
- belanghebbenden respectievelijk met [D] , Nortra en [E] .
2.De feiten
- Nortra houdt 50,9% van de aandelen
- [A] houdt 25,1% van de aandelen
- [E] houdt 14,0% van de aandelen
- [C] houdt 4,0% van de aandelen
- [B] houdt 2,7% van de aandelen
- Aeon Plaza houdt 3,3 % van de aandelen (zie 2.6)
Statutory directorvan Nortra was [J] N.V. en is thans Intertrust (Curaçao) B.V. Aandeelhouder van Nortra is een door [D] te Curaçao opgerichte stichting particulier fonds.
legt zijn vraagstelling wie er achter Nortra Holding N.V. als belanghebbende zit. Nortra Holding N.V.[ter vergadering (via Skype) vertegenwoordigd door [J] , opmerking OK]
vindt deze vraagstelling niet relevant en geeft aan dat Nortra Holding N.V. de belanghebbende is en dat dat voldoende is.”
bekend is wie uiteindelijk de belanghebbende van Nortra Holding N.V. is. De commissaris[ [J] , opmerking OK]
geeft aan dat dit onbekend is. Dhr. B. Brouwer vraagt of de directeur van Nortra Holding N.V. weet wie de belanghebbende van Nortra Holding N.V. is. Nortra Holding N.V.[mevr. Zevenboom, medewerker van [J] Lawyers, het kantoor waaraan [J] is verbonden, opmerking OK]
geeft aan dat dit onbekend is. Dhr. B. Brouwer stelt dezelfde vraag aan dhr. [D] . Dhr. [D] geeft aan dat dit onbekend is. Dhr. B. Brouwer stelt dezelfde vraag aan de gevolmachtigde van Nortra Holding N.V. De vertegenwoordiger van Nortra[mevr. Zevenboom, medewerker van [J] Lawyers, het kantoor waaraan [J] is verbonden, opmerking OK]
geeft aan dat zij daar geen antwoord op geeft.”
zero energyhotel op IJburg te Amsterdam (verder: project Breeze). Het is de bedoeling dat het hotel in 2018 opengaat.
Vertegenwoordiger van mevr. [C] geeft aan dat zij tegen uitbreiding is en eerst zit te wachten op uitbetaling van dividend.”
general managerAeon Plaza, toevoeging OK]
geeft aan € 6000 fixed fee en alle uren die dhr. [F] aan development besteed worden doorbelast aan Simetra.”
[F] geeft aan dat deze vraag niet relevant is en dat deze vraag al in de voorgaande vergaderingen beantwoord was. Aeon Plaza Hotels vervult de managementrol van het project Breeze. Dhr. [F] neemt dit project voor zijn rekening qua ontwikkeling en de uren die hij daar aan besteed[t] worden doorbelast Daarnaast is er een managementvergoeding voor de administratieve taken.”
Is dat relevant? Dat is een project waar AEON gevraagd is om management te voeren.” [D] antwoordde in dit verband: “
Mijn enige belang is succesvolle ontwikkeling van Aeon Plaza, zodat Aeon Plaza voldoet aan alle verwachtingen van klanten, van aandeelhouders en dat het een gezond functionerend bedrijf is. Dat is mijn enige belang”. Brouwer vroeg vervolgens of [D] geen belangen in Breeze heeft. [D] antwoordde daarop : “
Ik heb net antwoord op uw vraag gegeven. Mijn interesse is dat Aeon Plaza het best ontwikkelde bedrijf is.”
De gronden van de beslissing
ultimate beneficial ownerachter Nortra is;
- wat de betrokkenheid van [D] is bij project Breeze (aandeelhoudersvergadering van 31 januari 2017),
- dat [D]
corporate opportunityaan Aeon Plaza, gegeven het feit dat [BC] c.s. op 6 juli 2015 (zie 2.17) aan [D] te kennen hadden gegeven met Aeon Plaza geen grote investeringen te willen doen totdat alle aandeelhoudersleningen zijn afgelost en Aeon Plaza dividend uitkeert. Het ontwikkelen van het project Breeze buiten Aeon Plaza is daarom op zichzelf geen gegronde reden om aan een juist beleid en juiste gang van zaken te twijfelen.