Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
4.Standpunt van klager
5.Standpunt van de notarissen
6.Beoordeling
7.Beslissing
J.L.G.M. Mertens en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2018 door de rolraadsheer.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klager, lid van OWM1, op 10 augustus 2017 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, die op 25 juli 2017 de klacht van klager tegen de notarissen ongegrond verklaarde. Klager verwijt de notarissen dat zij het bestuur van OWM1 onvoldoende hebben voorbereid op de fusie en statutenwijziging, dat het bestuur sinds 2 juli 2014 uit slechts vier personen bestaat in plaats van de vereiste vijf, en dat zij hebben nagelaten de benodigde vergunningen aan te vragen bij de toezichthouders DNB en AFM. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard, maar het hof heeft de beslissing van de kamer vernietigd omdat twee van de drie klachtonderdelen niet waren beoordeeld. Het hof heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard, na te hebben vastgesteld dat de notarissen niet onzorgvuldig hebben gehandeld en dat de statuten van OWM1 het bestuur in staat stelden om rechtsgeldige besluiten te nemen, ook al was het niet voltallig. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 8 mei 2018.