ECLI:NL:GHAMS:2018:1533

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2018
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
23-001334-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 april 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting in hoger beroep op 9 maart 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om dezelfde straf als die door de politierechter was opgelegd. De raadsvrouw van de verdachte heeft ook haar standpunten naar voren gebracht.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met een kleine aanpassing in de bewezenverklaring. Het hof voegde een woord toe aan de bewezenverklaring en schrapte een bewijsmiddel. De beslissing van het hof was om het vonnis te bevestigen, rekening houdend met de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was, inclusief de griffier, mr. A. Stronkhorst.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001334-17
Datum uitspraak: 23 maart 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 april 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-701504-17 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof achter het onder 1 bewezenverklaarde het woord “
ontnomen” aan de bewezenverklaring toevoegt en bewijsmiddel 4 schrapt.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
23 maart 2018.