ECLI:NL:GHAMS:2018:1531
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake zakkenrollerij met eigen waarneming getuige
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 maart 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1984, was aangeklaagd voor zakkenrollerij. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met een toevoeging aan de bewijsoverweging. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als eerder opgelegd door de politierechter. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat de aangifte van getuige 1 niet op eigen waarneming berustte en in strijd was met de verklaring van getuige 2. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de aangifte van getuige 1 wel degelijk op eigen waarnemingen was gebaseerd, ondanks dat zijn conclusie over de poging tot diefstal niet volledig was. Het hof achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, en bevestigde het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de eigen waarnemingen van getuige 1 en de verklaring van getuige 2.