2.1De rechtbank heeft in het tussenvonnis onder 2 (2.1 tot en met 2.11) de feiten beschreven die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en binden dus ook het hof. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
( i) Wilgenhaege is een professionele vermogensbeheerder en beschikt over een vergunning voor vermogensbeheer.
(ii) De ouders van [geïntimeerde] hebben begin 2005 een bedrag aan [geïntimeerde] en zijn broer [x] geschonken onder het voorbehoud van een recht van vruchtgebruik. De bedragen waren bestemd om mee te beleggen.
(iii) Daarna heeft [geïntimeerde] met zijn vader een oriënterend gesprek gevoerd met Wilgenhaege over het beheer van de geschonken bedragen. Vervolgens heeft [geïntimeerde] op 30 mei 2005 een beheerovereenkomst met Wilgenhaege gesloten.
Voor zover van belang luidt deze als volgt:
“HOOFDSTUK 1
BELEGGINGSBELEID BEHOUDEND
Doel:
Het beleggingsbeleid is gericht op het genereren van een hoog direct inkomen uit het belegde vermogen bij een laag koersrisico van de portefeuille.
Inkomen uit vermogen:
De samenstelling van de portefeuille is zodanig dat direct inkomen wordt gegenereerd. Dit directe inkomen is samengesteld uit de opbrengsten van rente en dividenden en ontvangen optiepremies minus betaalde optiepremies.
Risico:
Het beheer van de portefeuille is gericht op het genereren van positieve rendementen op de lange termijn, bestaande uit direct inkomen en te realiseren koerswinsten. Dit wordt nagestreefd door het vermogen op een defensieve manier in de verschillende assets te beleggen en risico’s waar nodig af te dekken. Het is echter mogelijk dat de waarde van de beleggingen daalt als gevolg van koersdalingen van de effecten.
Verdeling van het vermogen binnen de volgende bandbreedtes, naar inzicht van de beheerder:
Effect Minimum Maximum
Aandelen (incl.pref.aandelen) 0% 30%
Converteerbare obligaties 0% 30%
Reverse convertibles 0% 25%
Bedrijfsobligaties 0% 60%
Staatsobligaties 0% 60%
Vastgoedaandelen 0% 25%
Defensieve optiestrategieën 0% 40%
Special Structured Notes 0% 25%
Futures 0% 0%
Hedgefunds 0% 30%
Cash 0% 100%
(…)
HOOFDSTUK 3
SPECIFICATIE BEPERKINGEN (…)
Er zijn geen beperkingen opgegeven anders dan in hoofdstuk I opgenomen beleggingsbeleid.”
(iv) Op 12 oktober 2005 heeft [geïntimeerde] een vragenlijst, getiteld ‘BELEGGINGSPROFIEL CLIËNT’ ingevuld. Uit de beantwoording van de vragen volgt dat [geïntimeerde] korter dan drie jaar ervaring met beleggen heeft, dat hij en zijn echtgenote samen een bruto jaarinkomen hebben dat lager is dan € 225.000 maar hoger dan € 112.500, dat hij het te beleggen vermogen voornamelijk wil gebruiken als aanvulling op zijn inkomen, dat hij het vermogen langer dan vijf jaar en korter dan tien jaar wil beleggen voordat hij een groot gedeelte moet onttrekken, en dat de belegging bestaat uit schenkingen en dat het vruchtgebruik niet bij hem ligt.
( v) In de periode oktober 2005 tot juli 2006 is in totaal ruim € 420.000 aan Wilgenhaege in beheer gegeven.
(vi) Op 22 augustus 2007 is een nieuwe beheerovereenkomst gesloten die inhoudelijk gelijk is aan de op 30 mei 2005 gesloten beheerovereenkomst.
(vii) Op 17 september 2007 heeft [geïntimeerde] nogmaals een cliëntprofiel ingevuld (hierna: het Cliëntprofiel). Uit de beantwoording van de vragen volgt dat het voornaamste doel dat hij met het te beleggen vermogen wil bereiken, is het vermogen te laten groeien, dat zijn bruto jaarinkomen meer dan € 150.000 bedraagt en dat van zijn echtgenote tussen de € 37.500 en € 75.000, dat hij verwacht dat hun inkomen over vijf jaar beduidend hoger zal zijn, dat (tussentijdse) waardedalingen van minder dan 20% acceptabel zijn en dat hij een zéér forse waardedaling van zijn vermogen vervelend vindt maar dat hij overgaat tot de orde van de dag. [geïntimeerde] herken zich het meest in het profiel ‘Behoudend’. Bij de desbetreffende vraag zijn de vier beleggingsprofielen (‘Behoudend’, ‘Gematigd offensief’, ‘Offensief’ en ‘Zeer offensief’) vermeld die Wilgenhaege hanteert, met per effectencategorie de daarbij behorende bandbreedtes.
(viii) Bij e-mail van 30 maart 2009 heeft [geïntimeerde] de beheerovereenkomst met Wilgenhaege beëindigd en opdracht gegeven alle producten te verkopen. De producten die onverkoopbaar waren zijn overgeboekt naar een nieuwe adviesportefeuille. Daartoe heeft [geïntimeerde] op 11 augustus 2009 een Adviesovereenkomst beleggingsproducten met Wilgenhaege gesloten.
(ix) In 2011 heeft Wilgenhaege aan [geïntimeerde] bericht dat de fondsen Wilgenhaege Stedekroon N.V.(hierna: Stedekroon) en Propertunity NL N.V. (hierna: Propertunity), die onverkoopbaar bleken, een structuurwijziging ondergaan, die inhoudt een wijziging van een open-end naar een closed-end karakter. Wilgenhaege heeft [geïntimeerde] drie mogelijkheden geboden, te weten het aanhouden van de deelnemingsrechten in beide fondsen, het omzetten van de deelnemingsrechten in een vijfjarige obligatie of het verkopen van deelnemingsrechten tegen een koers van respectievelijk € 24 en € 21.
[geïntimeerde] heeft Wilgenhaege laten weten dat hij de deelnemingsrechten in beide fondsen aanhoudt.
( x) Bij brief van 4 december 2012 heeft [geïntimeerde] zich - kort gezegd - op het standpunt gesteld dat Wilgenhaege toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de beheerovereenkomst door een te risicovol beleggingsbeleid te voeren en hem daarover niet te informeren en daarvoor niet te waarschuwen. [geïntimeerde] heeft Wilgenhaege aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg daarvan heeft geleden.