ECLI:NL:GHAMS:2018:1498
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de grond voor onderbewindstelling in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderbewindstelling van [X]. [X] was eerder onder curatele gesteld vanwege verkwisting en verzocht nu om de ondercuratelestelling op te heffen en in plaats daarvan bewind over zijn goederen in te stellen. De bewindvoerder, [Y], h.o.d.n. [Z] Bewind, heeft verweer gevoerd en stelde dat de onderbewindstelling moest worden gebaseerd op de geestelijke toestand van [X]. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij werd geoordeeld dat [X] door zijn geestelijke toestand niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Het hof oordeelde dat, hoewel [X] verkwisting als grond voor de onderbewindstelling wenst, de feiten en omstandigheden wijzen op een geestelijke toestand die de onderbewindstelling rechtvaardigt. De beslissing van de kantonrechter werd als juist beoordeeld, en het hof heeft geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen, zoals door [X] was verzocht. De beschikking is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn gehoord.