ECLI:NL:GHAMS:2018:1472

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
23-004809-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van taxivervoer met niet-gecontroleerde taxameter

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het verrichten van taxivervoer met een auto waarvan de ingebouwde taxameter niet binnen een jaar was gecontroleerd. De tenlastelegging betrof een incident op 22 januari 2015 te Schiphol, waar de verdachte taxivervoer zou hebben verricht met een auto voorzien van een taxameter die voor het laatst op 22 augustus 2013 was gecontroleerd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 27 maart 2018 heeft de advocaat van de verdachte aangevoerd dat de auto op 27 augustus 2014 was uitgerust met een Boordcomputer Taxi (BCT) met een geïntegreerde taxameter, die op diezelfde dag was gekeurd. De spiegeltaxameter, die niet meer in gebruik was, bleef in de auto aanwezig voor de printerfunctie van de BCT.

Het hof heeft vastgesteld dat de wetgeving omtrent taxameters vereist dat de ingebouwde taxameter jaarlijks gecontroleerd moet worden. Echter, het hof oordeelde dat de wetgeving enkel betrekking heeft op de daadwerkelijk in gebruik zijnde taxameter. Aangezien de verdachte op de ten laste gelegde datum de in de BCT geïntegreerde taxameter gebruikte, die op 27 augustus 2014 was gekeurd, was niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft daarom het vonnis van de economische politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle rechtsvervolging.

De beslissing van het hof benadrukt het belang van een redelijke wetsuitleg en de bescherming van consumenten bij taxivervoer. Het hof heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. Mr. A.D.R.M. Boumans was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004809-16
datum uitspraak: 10 april 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 96-008336-16 tegen
[naam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte en door de raadsvrouw mr. M. Stevens, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij, op of omstreeks 22 januari 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, als vervoerder taxivervoer heeft verricht met een auto, voorzien van het kenteken [kenteken] , terwijl de in die auto ingebouwde taxameter niet binnen een termijn van één jaar was gecontroleerd, immers was de taxameter voor het laatst op 22 augustus 2013 gecontroleerd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de economische politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Vrijspraak

Ter terechtzitting in hoger beroep is namens de verdachte aangevoerd dat er op 27 augustus 2014 een Boordcomputer Taxi (hierna: BCT) met geïntegreerde taxameter van het type Capman BCT is ingebouwd in de betreffende auto, welke boordcomputer op diezelfde dag is gekeurd. Omdat er op dat moment geen printers voor de BCT leverbaar waren, is de printer van de voormalige taxameter (hierna: de spiegeltaxameter) omgeleid naar de boordcomputer zodat de verdachte in staat was om rittenstaten uit te draaien. De spiegeltaxameter werd niet meer als zodanig gebruikt maar moest wel in de auto aanwezig blijven opdat de printerfunctie voor de BCT beschikbaar was
Aan de verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd het verrichten van taxivervoer met een auto op
22 januari 2015 te Schiphol, terwijl de in die auto ingebouwde taxameter niet binnen een termijn van één jaar was gecontroleerd. Ingevolge artikel 1 eerste lid Regeling periodieke controle taxameters dient een ingebouwde taxameter ten minste eenmaal per jaar te worden gecontroleerd. Het hof stelt voorop dat deze bepaling ziet op de ingebouwde taxameter. Op de tenlastegelegde pleegdatum waren er twee taxameters in de auto van de verdachte aanwezig, waarvan alleen de in de BCT geïntegreerde taxameter als zodanig in gebruik was.
Het hof overweegt dat met de verplichting om over een tijdig gekeurde taxameter te beschikken wordt beoogd de consument zekerheid en bescherming te bieden inzake het betalen van een juist tarief voor taxivervoer. Redelijke wetsuitleg betekent dat de voornoemde bepaling ziet op de daadwerkelijk als zodanig in gebruik zijnde taxameter en niet tevens op een weliswaar nog ingebouwde, maar niet meer als zodanig in gebruik zijnde taxameter. Nu de verdachte op de ten laste gelegde datum de in de BCT geïntegreerde taxameter gebruikte en deze taxameter op 27 augustus 2014 was gekeurd, is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat zij hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. P.C. Römer en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van mr. A.T. de Muinck - Dezentje, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 april 2018.
Mr. A.D.R.M. Boumans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.