ECLI:NL:GHAMS:2018:1472
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van taxivervoer met niet-gecontroleerde taxameter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het verrichten van taxivervoer met een auto waarvan de ingebouwde taxameter niet binnen een jaar was gecontroleerd. De tenlastelegging betrof een incident op 22 januari 2015 te Schiphol, waar de verdachte taxivervoer zou hebben verricht met een auto voorzien van een taxameter die voor het laatst op 22 augustus 2013 was gecontroleerd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 27 maart 2018 heeft de advocaat van de verdachte aangevoerd dat de auto op 27 augustus 2014 was uitgerust met een Boordcomputer Taxi (BCT) met een geïntegreerde taxameter, die op diezelfde dag was gekeurd. De spiegeltaxameter, die niet meer in gebruik was, bleef in de auto aanwezig voor de printerfunctie van de BCT.
Het hof heeft vastgesteld dat de wetgeving omtrent taxameters vereist dat de ingebouwde taxameter jaarlijks gecontroleerd moet worden. Echter, het hof oordeelde dat de wetgeving enkel betrekking heeft op de daadwerkelijk in gebruik zijnde taxameter. Aangezien de verdachte op de ten laste gelegde datum de in de BCT geïntegreerde taxameter gebruikte, die op 27 augustus 2014 was gekeurd, was niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft daarom het vonnis van de economische politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle rechtsvervolging.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van een redelijke wetsuitleg en de bescherming van consumenten bij taxivervoer. Het hof heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. Mr. A.D.R.M. Boumans was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.