Uitspraak
mr. H.W.L. de Beaufort,
mr. H.A. de Savornin Lohmanen
mr. A.H. Arntz, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. S.J.H.M. Berendsenen
mr. B. Kemp, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
[B],
[C],
[D],
mr. W.K. Bischoten
mr. N.M. Suurmond, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
6 DE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN DESEIZOENEN B.V.,
[E],
[F],
[G],
[H],
mr. P.D. Oldenen
mr. M.J. Faber, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
- verzoeker als de CCr;
- verweerster als DeSeizoenen;
- belanghebbenden onder 1 tot en met 5 gezamenlijk als WW Zorg Groep c.s. en afzonderlijk respectievelijk als WW Zorg Groep, [A] , [B] , [C] en [D] ;
- belanghebbenden onder 6 a) tot en met d) gezamenlijk als de raad van commissarissen en afzonderlijk respectievelijk als [E] , [F] , [G] en [H] .
2.De feiten
de organisatiestructuur weerspiegelt de duidelijke scheiding tussen de zorgactiviteiten van DeSeizoenen enerzijds en de ondersteunende diensten anderzijds” respectievelijk:
“De twee entiteiten (DeSeizoenen B.V. en Care Shared Services B.V.) vallen onder één holding (WW Zorggroep B.V.) (…). Zoals aangestipt vormen de organisaties een fiscale eenheid (…)”.
Financiële middelen bestemd om zorg te verlenen, worden ook daadwerkelijk aangewend voor het verlenen van die zorg (…) en niet weggesluisd via andere vennootschappen. Dat wil onder meer zeggen dat:
1.Inleiding
De volgende aanvullende vragen zijn gesteld:
dat er een bijzonder groot gebrek aan vertrouwen aanwezig is bij de CCR”en “
dat er een gebrek aan goede inschattingen omtrent de daadwerkelijke risico’s rondom het eventueel al dan niet verwerven van het vastgoed aanwezig lijkt te zijn bij de CCR”. WW Zorg Groep stelt een mogelijk terugtrekken uit de voorgenomen vastgoedtransactie, met ernstige consequenties, in het vooruitzicht. Zij heeft laten weten verwerving van het vastgoed niet te hoeven faciliteren maar dit te willen doen voor de bewoners en de medewerkers en zij roept de CCr op met alternatieven te komen indien hij meent dat er betere alternatieven zijn. Het bestuur van DeSeizoenen heeft bij brief van 5 mei 2014 gereageerd op de brief van de CCr. Het bestuur heeft zich op het standpunt gesteld dat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) de CCr geen adviesrecht toekent als het gaat om het verwerven of afstoten van vastgoed, noch als het gaat om het aangaan of verbreken van huurrelaties. Het bestuur heeft echter wel een nadere toelichting gegeven op de voorgenomen plannen met het vastgoed.
De aandeelhouder heeft in het overleg van afgelopen maandag aangegeven dat er door de gekozen structuur een belangenverstrengeling is en dat de governancestructuur zo is ingericht om hier op te kunnen toezien en actief op in te spelen. Genoemd kunnen worden de nieuwe onafhankelijke bestuurder, de nieuwe onafhankelijke voorzitter van de RvC en de ambitie van de aandeelhouder om transparant te zijn over de verschillende belangen.
Het eerste punt betreft dat het de CCR niet voldoende duidelijk is geworden of de huurprijs objectief is vastgesteld.
-geldstroom, zien wij geen reden om nu nog een onafhankelijke taxatie naar de huurprijzen uit te voeren.
Benchmark Carerapportages van Berenschot over 2016 en 2017 staat dat DeSeizoenen in 2016 een overheadpercentage had van 15,9 en in 2017 van 16,2, tegenover een gemiddelde in de totale gehandicaptenzorg-referentiegroep van respectievelijk 16,7 en 16,2.
De wijze waarop directie, commissarissen, aandeelhouders en overige functionarissen in de praktijk feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de principes en uitgangspunten van de Governancecode Zorg 2017 en zijn omgesprongen met mogelijke tegenstrijdige belangen en de (schijn van) belangenverstrengeling of op welke wijze zij in het kader van de bedrijfsvoering de zorg- en dienstverlening van DeSeizoenen ordelijk en controleerbaar hebben georganiseerd, valt buiten de reikwijdte van deze governanceanalyse”. Houwen heeft onder meer als risico’s en kwetsbaarheden gesignaleerd dat het bindend voordrachtsrecht van WW Zorg Groep voor een lid van de raad van commissarissen een risico is voor de onafhankelijkheid van de raad van commissarissen, dat het belangrijkste risico in verband met de wettelijke regeling omtrent tegenstrijdig belang zich concentreert rondom de meervoudige bestuurs- en aandeelhouderspositie van [D] en dat de volledige personele unie van de besturen van DeSeizoenen en Care Shared Services vanwege de brede werking van de gedragsnormen van de Governancecode Zorg 2017 aanleiding kan geven tot een risicovolle discussie over de schijn van belangenverstrengeling. Houwen heeft vervolgens een aantal aanbevelingen gegeven met betrekking tot de organisatie- en governancestructuur. Resumerend heeft Houwen zijn advies als volgt afgesloten:
Met inachtneming van de aldus geconstateerde risico’s van de organisatie- en governancestructuur van DeSeizoenen en met een zorgvuldige implementatie van bovenstaande aanbevelingen is aannemelijk dat DeSeizoenen, gegeven de groepsstructuur waar haar zorgorganisatie onderdeel van uitmaakt, in voldoende mate voorziet in een adequate regeling van de principes en uitgangspunten van de Governancecode 2017 met betrekking tot goed bestuur en goed toezicht.”
3.De gronden van de beslissing
corporate opportunityontnomen. Bestuur en raad van commissarissen dienden primair te bezien of deze
corporate opportunityin het belang was van de vennootschap. Pas in geval van negatieve beantwoording kunnen een of meer bestuurders of commissarissen een dergelijke
opportunityin privé nemen. Begin 2014 uitten [A] en [B] het voornemen om het vastgoed niet onder te brengen bij DeSeizoenen maar dit privé te verwerven via Vastgoed DeSeizoenen en vervolgens te verhuren aan DeSeizoenen. Het vastgoed is echter een belangrijk actief voor DeSeizoenen en de voor de verwerving door Vastgoed DeSeizoenen aangevoerde argumenten overtuigen niet. Jaarlijks is € 3,2 miljoen aan kapitaallastenvergoeding via de NHC beschikbaar terwijl er slechts € 800.000 per jaar aan rente aan de banken is verschuldigd, zodat er een ruime financiële veiligheidsmarge is. Risicobeperking lijkt een aansprekend argument, maar met de gekozen constructie wordt het risico voor de investering in geval van onderbezetting niet verlegd van DeSeizoenen naar Vastgoed DeSeizoenen. Immers het vastgoed wordt nog steeds voor 100% gefinancierd door DeSeizoenen, middels huurbetaling en de achtergestelde leningen, terwijl de aandeelhouders ieder slechts € 100 hebben geïnvesteerd en naar alle waarschijnlijkheid over twintig jaar het vastgoed vrij van schulden in eigendom zullen hebben, met daaraan gekoppeld een lucratief huurcontract. Nu de financieringslasten en het risico geheel bij DeSeizoenen liggen en niet bij (de aandeelhouders van) WW Zorg Groep valt niet in te zien waarom het niet DeSeizoenen is die de aandelen in Vastgoed DeSeizoenen houdt.
best price in the markette verkrijgen en niet duidelijk is welke diensten zijn begrepen in de benchmark. Verder is de ICT apparatuur van Care Shared Services (grotendeels) voorgefinancierd door een – renteloze en niet gesecureerde – lening van DeSeizoenen (de klant). Ook dat is ongebruikelijk en niet marktconform. In verband met de dienstenovereenkomsten en de financieringsovereenkomst moet bovendien bedacht worden dat [D] en [I] bestuurders van zowel DeSeizoenen als van Care Shared Services zijn en dus met zichzelf onderhandelden.
corporate opportunityvoor DeSeizoenen. Door de lening tussen De Seizoenen en Vastgoed DeSeizoenen zijn de belangen van DeSeizoenen niet geschaad waarbij WW Zorg Groep c.s. voorts vanaf medio 2017 doende zijn de risico’s te mitigeren door het afgeven van een garantie en deze garantie inmiddels is verstrekt in de vorm van een borgtochtovereenkomst. De structuur van WW Zorg Groep en haar dochtervennootschappen is niet in strijd met het winstoogmerkverbod van artikel 5 lid 2 WTZi. Verboden is alleen het uitkeren van winst als vergoeding voor het ter beschikking stellen van eigen vermogen door private kapitaalverschaffers, niet het betalen van een tegenprestatie aan een contractuele wederpartij voor het leveren van zorg, andere diensten of het huren van vastgoed. Zolang de geleverde prestatie en de daar tegenover staande vergoeding marktconform zijn, is geen sprake van omzeiling van het wettelijk verbod. Van tegenstrijdig belang in de zin van artikel 2:239 lid 6 BW is geen sprake en evenmin van belangenverstrengeling in de zin van de Zorgbrede Governancecode 2010 dan wel de Governancecode Zorg 2017. Het enkele feit dat een bestuurder binnen een groep meerdere bestuursfuncties vervult en het zijn van bestuurder én aandeelhouder combineert, is niet verboden en de vraag die dan overblijft is hoe daarmee moet worden omgegaan. Kern van beide codes is dat de sleutel voor het wegnemen van (schijn) van belangenverstrengeling bij de raad van commissarissen ligt en dat transparantie het ‘toverwoord’ is. In dit geval is steeds volledige transparantie betracht en hebben de transacties plaatsgevonden onder toezicht van de raad van commissarissen. Daarnaast heeft de CCr, na de toekenning van bovenwettelijke adviesrechten na de uitspraak van het LCcV, steeds geadviseerd. Ten slotte heeft de CCr geen belang bij een onderzoek aangezien hij al over alle relevante informatie beschikt.
at arm’s lengthis en een beperkt risico meebrengt, dat de overeenkomsten en afspraken waarborgen dat onderhoudsinvesteringen worden gedaan, terwijl de kosten daarvan niet bij DeSeizoenen liggen en dat de raad van commissarissen geen realistische alternatieven zag. Ook de CCr heeft die tussen 2011 en 2016 niet kunnen aandragen. De dienstverleningsovereenkomsten zijn op 6 november 2015 ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van commissarissen. Het bestuur heeft de marktconformiteit van het tarief onderbouwd en het tarief is jaarlijks herijkt aan de hand van de benchmarkanalyse. De ICT dienstverleningsovereenkomst en de daaraan gerelateerde financieringsovereenkomst zijn abusievelijk zonder goedkeuring van de raad van commissarissen tot stand gekomen en inmiddels op verzoek van de raad van commissarissen beëindigd. Met betrekking tot de gestelde belangenverstrengeling stelt de raad van commissarissen dat de rolverdeling van de betrokken personen binnen de structuur van DeSeizoenen vanaf het begin volstrekt duidelijk is geweest. Voor zover de CCr meent dat de raad van commissarissen had moeten bevorderen dat DeSeizoenen zelf het vastgoed kocht, geldt dat binnen de bestaande constellatie was uitgesloten dat DeSeizoenen in concurrentie met haar aandeelhouders een bod zou uitbrengen terwijl de raad van commissarissen voorts meent dat de continuïteit van DeSeizoenen niet met aankoop zou zijn gebaat, gelet op de risico’s. Voor zover met de aankoop een
corporate opportunitygemoeid zou zijn, valt die binnen de groep. De cliënten van DeSeizoenen zijn gerechtigd tot zorg, niet tot de vruchten van een vastgoedverkoop. Een belangenconflict zou zich in theorie kunnen voordoen bij het besluit van DeSeizoenen de huurovereenkomst en de dienstverleningsovereenkomsten aan te gaan, maar van een tegenstrijdig belang is binnen één groep niet snel sprake. De bijzondere omstandigheid van het uitkeringsverbod heeft de raad van commissarissen onder ogen gezien en alle overeenkomsten voorzien in maximering van de te betalen vergoedingen of het recht op onafhankelijke toetsing. Eventuele zorgen omtrent geldstromen binnen de groep zijn bovendien onder ogen gezien in het statuut. Op het gebied van governance heeft DeSeizoenen grote stappen gezet. Dat aanvankelijk de voorkeur is gegeven aan slagvaardigheid boven optimale governance verbaast niet, maar de raad van commissarissen is thans geheel samengesteld uit onafhankelijke commissarissen. Als orgaan heeft de raad van commissarissen in haar verschillende samenstellingen echter steeds goed gefunctioneerd, aldus, nog steeds, de raad van commissarissen.
governancezodanig is dan wel op korte termijn zal zijn dat (schijn van) belangenverstrengeling wordt voorkomen en dat daarin voldoende waarborg is gelegen dat DeSeizoenen daadwerkelijk zal blijven waken over de juiste besteding van de zorggelden. Vastgesteld kan worden dat de raad van commissarissen sinds juli 2015 geheel uit niet aan de aandeelhouders van WW Zorg Groep gelieerde personen bestaat. Houwen signaleert in zijn advies nog een aantal resterende knelpunten, maar DeSeizoenen geeft er – door in lijn met voorstellen in het rapport van Houwen aanpassingen voor te bereiden – blijk van zich dit advies ter harte te nemen.
upsideniet aan haar, maar volledig aan haar (indirecte) aandeelhouders toevalt via een vennootschap waarvoor het winstuitkeringsverbod niet geldt.