ECLI:NL:GHAMS:2018:1464

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 mei 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
200.208.715/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een vennootschapsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een vennootschapsrechtelijke procedure. De zaak is ingeleid door BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI en ECC-BIMAŞ N.V., die als verzoeksters optraden, tegen ECC-BIMAŞ N.V. als verweerder en EUROPE CYCLE COMPANY B.V. als belanghebbende. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas over een bepaalde periode, waarbij mr. A.C. van Campen als onderzoeker werd aangesteld. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op € 40.000, exclusief btw, en de Ondernemingskamer heeft bepaald dat deze kosten ten laste komen van ECC-Bimas.

Tijdens de procedure heeft de onderzoeker een specificatie van de bestede uren en kosten ingediend, maar geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich uit te laten over deze specificatie. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat het gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten niet onredelijk is en heeft de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepaald op € 40.000, exclusief btw. De beschikking is gegeven op 1 mei 2018 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.208.715/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 mei 2018
inzake
1. de vennootschap naar het recht van Turkije
BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI,
gevestigd te Izmir, Turkije,
2. de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. S.W. van den Bergen
mr. N.W.A. Tollenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CEEM HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROPE CYCLE COMPANY B.V.,
beide gevestigd te Zaandam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R. Willemsen, kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg wordt verweerster aangeduid als ECC-Bimas.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 23 februari 2017, 1 maart 2017 en 30 maart 2018 en de beschikking van haar voorzitter in deze zaak van 13 februari 2018.
1.3
Bij de beschikkingen van 23 februari en 1 maart 2017 heeft de Ondernemingskamer – voor zover van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas over de periode vanaf 5 juni 2014, mr. A.C. van Campen (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 40.000 (exclusief btw) en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van ECC-Bimas en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen.
1.4
Op 28 maart 2018 is ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen een brief van de onderzoeker van 27 maart 2018 met daarbij het door de onderzoeker ondertekende verslag (met bijlagen) van voormeld onderzoek, gedateerd 27 maart 2018.
1.5
Bij beschikking van 30 maart 2018 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het hiervoor genoemde onderzoeksverslag (tezamen met de bijlagen) ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.6
De onderzoeker heeft bij brief aan de Ondernemingskamer van 5 april 2018 een specificatie verstrekt van de aan het onderzoek bestede uren en de in verband daarmee aan ECC-Bimas in rekening gebrachte kosten ten bedrage van € 40.000 exclusief btw.
1.7
Bij brief van 10 april 2018 heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.8
Geen van partijen heeft gebruik gemaakt van de door de Ondernemingskamer geboden gelegenheid zich uit te laten over de in 1.6 bedoelde specificatie.

2.De gronden van de beslissing

Het door de onderzoeker gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten bedraagt blijkens de door hem opgestelde specificatie € 40.000 exclusief btw. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich over deze specificatie uit te laten. Tegen het bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd. Dit bedrag komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658?idp=LegalIntelligence) BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 40.000, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 1 mei 2018.
De beschikking is ondertekend door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar omdat de voorzitter buiten staat is.