Uitspraak
mr. S.W. van den Bergen
mr. N.W.A. Tollenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R. Willemsen, kantoorhoudende te Den Haag.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een vennootschapsrechtelijke procedure. De zaak is ingeleid door BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI en ECC-BIMAŞ N.V., die als verzoeksters optraden, tegen ECC-BIMAŞ N.V. als verweerder en EUROPE CYCLE COMPANY B.V. als belanghebbende. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas over een bepaalde periode, waarbij mr. A.C. van Campen als onderzoeker werd aangesteld. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op € 40.000, exclusief btw, en de Ondernemingskamer heeft bepaald dat deze kosten ten laste komen van ECC-Bimas.
Tijdens de procedure heeft de onderzoeker een specificatie van de bestede uren en kosten ingediend, maar geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich uit te laten over deze specificatie. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat het gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten niet onredelijk is en heeft de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepaald op € 40.000, exclusief btw. De beschikking is gegeven op 1 mei 2018 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.