Uitspraak
15-800070-15 tegen
1.primair:hij op of omstreeks 19 januari 2015 te Hoorn aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door met een (of meerdere) van zijn vinger(s) en/of met zijn duim(en) met kracht op de oogbal van die [benadeelde] te duwen en/of te drukken, ten gevolge waarvan een forse erosie cornea OD en/of een ptosis is ontstaan;
1.subsidiair:hij op of omstreeks 19 januari 2015 te Hoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een (of meerdere) van zijn vinger(s) en/of zijn duim(en) met kracht op een oogbal van die [benadeelde] heeft geduwd en/of gedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 21 januari 2015 te Hoorn opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een t-shirt, althans met een brandbare stof, ten gevolge waarvan dat t-shirt geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de (inventaris in de) isoleerruimte van de GGZ-instelling, alwaar verdachte op dat moment verbleef, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was.
zwaarlichamelijk letsel in de zin van artikel 302 in samenhang met artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De verdachte zal daarom van het onder 1 primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
1 subsidiairten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
an sichniet gemotiveerd betwist dat door de benadeelde partij ten gevolge van het bewezengeachte feit immateriële schade is geleden. Wel is gemotiveerd weersproken dat de klachten die de benadeelde partij blijkens zijn mededelingen op de terechtzitting in hoger beroep heden ten dage nog ervaart, zijn terug te voeren op het door de verdachte gepleegde vergrijp.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswege zal worden verpleegd.
€ 2.948,00 (tweeduizend negenhonderdachtenveertig euro) bestaande uit € 448,00 (vierhonderdachtenveertig euro) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.948,00 (tweeduizend negenhonderdachtenveertig euro) bestaande uit € 448,00 (vierhonderdachtenveertig euro) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.