Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.APROPOS B.V.,
HESCO HOLDING B.V.,
mr. S.A. VOERMANS q.q.in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Apropos International B.V.,
TREND FIN B.V.,
WE INTERNATIONAL B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een incidentele vordering tot niet-ontvankelijkverklaring van de appellanten, Apropos B.V. en Hesco Holding B.V., in het hoger beroep. De appellanten zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verweersters in het incident, mr. S.A. Voermans q.q. en Trend Fin B.V., stellen dat de appellanten ten tijde van het instellen van het hoger beroep niet meer bestonden, omdat zij op 17 juni 2013 door de Kamer van Koophandel zijn ontbonden. De verweersters beroepen zich op uittreksels uit het handelsregister en brieven van de Kamer van Koophandel ter onderbouwing van hun standpunt.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen. Apropos c.s. betogen dat er ten tijde van de ontbinding nog potentiële baten aanwezig waren, en dat de ontbinding niet betekent dat zij niet meer bestaan. Het hof oordeelt dat de wettelijke regeling van incidenten niet uitputtend is en dat het billijk is om over de ontvankelijkheid van de appellanten te beslissen voordat verder geprocedeerd wordt in de hoofdzaak. Het hof komt tot de conclusie dat de vennootschappen niet waren opgehouden te bestaan op het moment dat het hoger beroep werd ingesteld, en verklaart de appellanten ontvankelijk in hun hoger beroep.
De incidentele vordering tot niet-ontvankelijkheid wordt afgewezen, en de zaak wordt verwezen naar de rol voor voortprocederen in de hoofdzaak. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.