ECLI:NL:GHAMS:2018:1372
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsrecht en arbeidsongeschiktheidsverzekering: schending mededelingsplicht en opzet tot misleiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 24 april 2018, staat de rechtsvraag centraal of AEGON Schadeverzekering N.V. terecht de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [A] heeft beëindigd op grond van schending van de mededelingsplicht. De zaak betreft een hoger beroep van AEGON tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. AEGON stelt dat [A] opzettelijk misleidende informatie heeft verstrekt over zijn arbeidsongeschiktheid en activiteiten, wat heeft geleid tot een onterecht ontvangen uitkering. Het hof oordeelt dat AEGON voldoende bewijs heeft geleverd dat [A] in de periode voorafgaand aan de beëindiging van de verzekering actief was in zijn bedrijf, ondanks zijn verklaringen dat hij niet in staat was tot fysieke werkzaamheden. Het hof concludeert dat de observaties en publicaties voldoende grond bieden voor de verdenking van verzekeringsfraude en dat AEGON gerechtigd was om een persoonlijk onderzoek in te stellen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat AEGON onrechtmatig had gehandeld door een observatie in te stellen zonder eerst nadere medewerking van [A] te vragen. Het hof heroverweegt deze beslissing en komt tot de conclusie dat AEGON in dit geval wel degelijk een rechtvaardigingsgrond had voor de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [A]. Het hof vernietigt de eerdere uitspraak en wijst de vorderingen van [A] af, terwijl het AEGON toelaat om de onverschuldigd uitgekeerde bedragen terug te vorderen. De zaak benadrukt de belangrijke rol van de mededelingsplicht in verzekeringsrecht en de gevolgen van opzettelijke misleiding.