ECLI:NL:GHAMS:2018:1310

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
200.236.806/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake geschil tussen INNOVA ENERGIE B.V. en BLOEMBOLLEN B.V. en HOLDING B.V. over civiele rechtsvordering

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van INNOVA ENERGIE B.V. tegen BLOEMBOLLEN B.V. en HOLDING B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder zijn gewezen in de onderhavige zaak. De appellante, INNOVA ENERGIE B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Hilhorst, heeft de geïntimeerden, BLOEMBOLLEN B.V. en HOLDING B.V., opgeroepen om voor het hof te verschijnen. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam, waarbij partijen in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde moeten verschijnen. Het hof heeft ook bepaald dat partijen binnen een week hun verhinderdagen moeten opgeven, zodat de datum van de comparitie kan worden vastgesteld. Daarnaast is er een termijn gesteld voor het indienen van het volledige procesdossier en de stukken waarop partijen zich willen beroepen. Het arrest is gewezen op 17 april 2018 door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.236.806/01
zaaknummer rechtbank : 248639 HA ZA 16-601
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 17 april 2018
inzake
INNOVA ENERGIE B.V.,
gevestigd te Delft,
appellante,
advocaat: mr. J.W. Hilhorst te Amsterdam,
tegen
[X] BLOEMBOLLEN B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
advocaat: mr. M.J. Kikkert te Amsterdam
[X] HOLDING B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verstek verleend.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. A.P. Schoonbrood, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 1 week na heden op de rol van 24 april 2018 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de comparitie na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellante uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.