ECLI:NL:GHAMS:2018:1257
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontslag op staande voet en integriteitsschendingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de beschikking van de kantonrechter in Amsterdam, die op 21 juni 2017 een ontslag op staande voet heeft goedgekeurd. [appellant], die sinds 2007 in dienst was bij Stichting Pantar Amsterdam, werd op 30 januari 2017 ontslagen na beschuldigingen dat hij drugs had verstrekt aan een werknemer met beperkingen. De kantonrechter oordeelde dat er een dringende reden voor het ontslag was, en dat het gedrag van [appellant] als ernstig verwijtbaar werd aangemerkt. [appellant] heeft in hoger beroep tien grieven ingediend, waarin hij betwist dat hij drugs heeft verstrekt en stelt dat hij onder druk heeft verklaard. Het hof heeft de zaak behandeld en besloten dat Pantar bewijs moet leveren voor de dringende reden van het ontslag. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 maart 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het hof heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering door Pantar, waarbij getuigen zullen worden gehoord. De beslissing van het hof is op 10 april 2018 openbaar uitgesproken.