3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) 20 Pascals is een bedrijf dat zich bezighoudt met de sanering van asbest in woningen en bedrijfspanden.
( b) Bolier Advies en Sloopbegeleiding (verder: Bolier) heeft in opdracht van [appellant] op 16 oktober 2014 een asbestinventarisatie gedaan met betrekking tot de door [appellant] kort daarvoor aangekochte woning met garage aan de [adres] . Dat rapport luidt, voor zover van belang:
“(…) kan worden geconcludeerd, dat de volgende asbesthoudende toepassingen in de door ons geïnventariseerde woning met garage (…) aanwezig zijn.
- Asbesthoudend board als plafond in de garage
- Asbesthoudend board als brandwerende laag tussen de houten kap en de bedekking met riet.
- Asbesthoudend zeil in de kasten op de 1 ste verdieping van de aanbouw en de keuken.”
Bolier adviseert deze asbestbronnen te laten verwijderen.
( c) De door [appellant] voor akkoord ondertekende offerte van 20 Pascals van 11 november 2014 luidt, voor zover van belang:
“Specificatie:
Volgens asbest inventarisatie rapport Bolier advies en sloopbegeleiding (…)
- Verwijderen van board, plafond schuur (…)
- Het verwijderen van de benodigde spullen, wanden, vloerbedekking, tegels lampen gordijnen, om de sanering op de eerste verdieping woonhuis en in het gastenverblijf te vergemakkelijken inclusief afvoer.
- Verwijderen van board, dakbedekking woning en gastenverblijf van tenminste 220m2 (…)
- Verwijderen van zeil, diverse kasten, 22m2 (...)
- Eindcontrole conform NEN 2990.
(…)
Opmerking, 20 Pascals is niet aansprakelijk voor (…) beschadigingen aan de constructie en schilderwerken welke ontstaan ten gevolge van het verwijderen van de asbesthoudende materialen en asbest gerelateerde werkzaamheden.
(…)
Prijs totaalproject: € 75000,- inclusief BTW
Condities:
(…)
Facturatie: 30% bij start werkzaamheden dienen deze te zijn voldaan.
30% bij oplevering garage en bijgebouw
40% bij oplevering woonhuis
(…)
Partijen zijn daarbij overeengekomen dat eerst de garage en het bijgebouw zouden worden gesaneerd en als laatste de woning. 20 Pascals heeft deze werkzaamheden uitgevoerd.
( d) Op of omstreeks 4 december 2014 heeft [appellant] 20 Pascals bericht dat hij, in afwijking van de overeenkomst, de sanering volgens de per 1 juli 2015 verwachte strengere normering van NEN 2990 wilde laten plaatsvinden.
( e) Op 5 januari 2015 heeft 20 Pascals haar werkzaamheden opgeleverd. Tussen partijen staat vast dat de werkzaamheden (op zichzelf) voldeden aan de door [appellant] gewenste strengere normering van NEN 2990.
( f) [appellant] heeft de volgende door 20 Pascals uitgebrachte facturen voldaan:
- 2014-343, 11 november 2014, € 22.500,= (termijn van 30%),
- 2014-356, 5 december 2014, € 22.500,= (termijn van 30%),
- 2014-357, 5 december 2014, € 3.896,20 (“Meerwerk bijgebouw/Meting Detect) en
- 2014-358, 8 december 2014, € 7.000,= (“Meerwerk bijgebouw”).
De volgende door 20 Pascals verzonden facturen heeft [appellant] niet voldaan:
- 2014-365, 22 december 2014, € 11.473,25 (“Meerwerk Hoofdgebouw”) en
- 2015-109, 12 januari 2015, € 30.000,= (slottermijn van 40%).
( g) In de eerste aanleg van dit geding heeft 20 Pascals in conventie van [appellant] de betaling gevorderd van een bedrag van € 41.473,25, zijnde de som van de zojuist vermelde onbetaald gebleven facturen, met rente. In reconventie heeft [appellant] , na vermindering van eis, gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaart, samengevat, i) dat 20 Pascals ten aanzien van de haar verstrekte opdracht wanprestatie heeft gepleegd althans onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld en ii) dat 20 Pascals de als gevolg daarvan door [appellant] geleden schade dient te vergoeden. Tevens heeft [appellant] de veroordeling van 20 Pascals tot betaling van een (schade)bedrag van € 189.446,35 (kort gezegd wegens te verrichten herstelwerkzaamheden aan de woning) gevorderd, met rente. Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank in conventie de vordering van 20 Pascals toegewezen tot een bedrag van € 30.000,= (de slotfactuur), met rente, het meer of anders gevorderde afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, in reconventie heeft zij de vorderingen afgewezen en [appellant] in de proceskosten verwezen.
3.2.1.Grief I in principaal appelhoudt in dat de rechtbank in rov 4.3 tot en met 4.6 van het bestreden vonnis ten onrechte heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat 20 Pascals ondeugdelijk heeft gepresteerd dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] .
3.2.2.[appellant] betoogt allereerst, kort gezegd, dat 20 Pascals hem niet juist heeft geadviseerd ten aanzien van de vraag of de woning van binnenuit of van buitenaf moest worden gesaneerd. In dit verband stelt [appellant] dat de keuze voor het doen van een binnen- of buitensanering juist aan 20 Pascals is voorgelegd in het kader van het verstrekken van de opdracht en het verzoek aan 20 Pascals hem daarover te adviseren. Het hof verwerpt deze – door 20 Pascals betwiste – stelling. [appellant] heeft niet weersproken dat 20 Pascals hem op 17 oktober 2014 een offerte heeft uitgebracht die uitging van een sanering van buitenaf en sloot op € 126.480,= en dat 20 Pascals hem, omdat hij dit te duur vond, op 11 november 2014 een offerte heeft gedaan die uitging van een sanering van binnenuit en sloot op € 75.000,=. [appellant] heeft onvoldoende toegelicht dat hij 20 Pascals te dezen om advies en/of het maken van een keuze heeft gevraagd. Voor de juistheid van deze stelling is in de processtukken geen enkel aanknopingspunt te vinden en [appellant] heeft op dit punt, ten slotte, niet voldoende concreet en specifiek bewijs aangeboden.
3.2.3.Het voorgaande neemt niet weg dat, zoals [appellant] verder betoogt, op 20 Pascals de (zorg)plicht rustte hem te wijzen op de gevolgen van een binnensanering. Met betrekking tot de vraag of 20 Pascals aan die verplichting heeft voldaan oordeelt het hof als volgt.
3.2.3.1. In eerste aanleg (antwoord in reconventie, sub 8 en volgende) heeft 20 Pascals onder meer het volgende gesteld:
( i) [appellant] vond de offerte voor een sanering van buitenaf voor € 126.480,= veel te hoog en heeft 20 Pascals opdracht verleend voor een sanering van binnenuit voor € 75.000,=.
(ii) In de (door [appellant] geaccepteerde) offerte van 11 november 2014 wordt vermeld dat de benodigde spullen, wanden, vloerbedekking, tegels (in de badkamers, muren en wanden), lampen en gordijnen worden verwijderd om de sanering op de eerste verdieping van het woonhuis en in het gastenverblijf te vergemakkelijken, inclusief afvoer, alsmede, dat 20 Pascals niet aansprakelijk is voor beschadigingen aan de constructie en schilderwerken welke ontstaan ten gevolge van het verwijderen van de asbesthoudende materialen en asbest gerelateerde werkzaamheden.
(iii) [appellant] is er dagelijks bij geweest en heeft gezien wat er allemaal in de containers ging en afgevoerd werd.
(iv) Vanaf het moment dat er met [appellant] is gesproken over het van binnenuit saneren heeft 20 Pascals erop gewezen dat er dan weinig overblijft van de eerste verdieping aangezien het plafond in verbinding stond met de niet hecht gebonden asbesthoudende toepassing. Op de zolder waren er besmettingen die in verbinding stonden met het plafond van de eerste verdieping.
( v) Partijen zijn tijdens de werkzaamheden aan de garage/het bijgebouw diverse malen door het hoofdgebouw (de woning) gelopen. Daar is besproken wat [appellant] kon verwachten, wat er allemaal afgevoerd ging worden. Ook toen aldaar werd opgebouwd voor de sanering is [appellant] nadrukkelijk geïnformeerd en kwam hij kijken. 20 Pascals heeft geen enkele aanwijzing van [appellant] gekregen dat er iets niet weg moest.
(vi) Tijdens een rondgang door de woning op 16 november 2014 heeft
20 Pascals [appellant] uitgelegd dat er zeer waarschijnlijk besmettingen zouden blijken tijdens de sanering en dat de woning niet zou kunnen worden vrijgegeven, als de besmette delen niet gesaneerd zouden worden. Bij besmetting bestaat de keuze tussen schoonmaken of verwijderen. maar het schoonmaken van besmette elektra, leidingen, plafonddelen, dakspanten e.d. is zeer kostbaar. [appellant] heeft bij die gelegenheid gezegd dat de woning van onder tot boven gestript zou worden en alle leidingen, elektra, badkamers en keuken vervangen zouden worden.
(vii) [appellant] heeft ten aanzien van een plafond in de woning aangegeven dat het door hem vernieuwd zou worden in het kader van de verbouwing na de sanering. Ter hoogte van dit plafond vond er een kleine lekkage plaats bij de verwijdering van de leidingen.
3.2.3.2. Zoals (in rov 3.2.2) reeds overwogen, heeft [appellant] niet betwist dat 20 Pascals hem op 17 oktober 2014 een offerte heeft uitgebracht die uitging van een sanering van buitenaf en sloot op € 126.480,= en hem, omdat hij dit te duur vond, op 11 november 2014 een offerte heeft gedaan die uitging van een sanering van binnenuit en sloot op € 75.000,=. Hoewel [appellant] aan het begin van zijn conclusie van antwoord opmerkt dat 20 Pascals (bij de inleidende dagvaarding) een groot aantal producties heeft overgelegd (namelijk 57), maar niet alle relevante, en dat hij de thans nog ontbrekende producties in het geding zal brengen, heeft hij zelf de offerte van 17 oktober 2014 niet in het geding gebracht en deze ook overigens geheel onbesproken gelaten. De bij herhaling door [appellant] geponeerde stellingen dat eerst het gastenverblijf zou worden gesaneerd om te beoordelen of een sanering van binnenuit de juiste keuze was, dat een (duurdere) sanering via de buitenzijde gelet op de afgesproken
all in-prijs voor 20 Pascals niet wenselijk was en dat het van meet af de (eenzijdige) beslissing van 20 Pascals is geweest om een binnensanering uit te voeren, komen het hof in het licht van voormelde vaststaande gang van zaken met betrekking tot de beide offertes, in het bijzonder de keuze van [appellant] om in te gaan op de tweede offerte, ongeloofwaardig voor, althans vinden in die vaststaande gang van zaken hun weerlegging. Mede in dat licht bezien, maar ook overigens, kon [appellant] er niet mee volstaan de in rov 3.2.3.1 onder (ii) tot en met (vii) weergegeven concrete stellingen van 20 Pascals slechts te betwisten door zijn eerdere (in de conclusie van antwoord verwoorde) relaas over de gang van zaken woordelijk (geheel of gedeeltelijk) te herhalen, zowel bij zijn akte na comparitie in eerste aanleg, als bij memorie van grieven en bij gelegenheid van de pleidooien in appel maar had hij daarop nader dienen in te gaan. Het hof acht de bewuste stellingen dan ook niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. In dit verband is overigens saillant dat [appellant] bij de pleidooien in appel zonder duidelijke redengeving afwezig was zodat het hof hem ter zake geen vragen heeft kunnen stellen.
3.2.3.3. Op grond van de aldus vastgestelde feitelijke gang van zaken is het hof van oordeel dat 20 Pascals [appellant] genoegzaam heeft ingelicht over de gevolgen van de uit te voeren (binnen)sanering van de woning. Niets van wat [appellant] verder in appel nog heeft aangevoerd kan tot een ander oordeel leiden.
3.2.4.Omdat, ten slotte, niet ter discussie staat dat de asbestsanering zelf naar behoren is uitgevoerd, is de slotsom van al het voorgaande dat het hof – met de rechtbank – van oordeel is dat niet is komen vast te staan dat 20 Pascals ondeugdelijk heeft gepresteerd dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] . Het hof betrekt hierbij nog dat niet van belang is of de rechtbank ten onrechte [appellant] niet tot bewijslevering heeft toegelaten – hierop heeft
grief IV in principaal appelbetrekking – maar dat het erom gaat dat [appellant] in appel niet voldoende concrete stellingen heeft ingenomen en te bewijzen heeft aangeboden die, indien juist, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. Het door [appellant] in appel gedane bewijsaanbod wordt daarom verworpen en grief IV zal niet verder worden behandeld.