ECLI:NL:GHAMS:2018:1147

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2018
Publicatiedatum
10 april 2018
Zaaknummer
200.200.870/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in een vennootschapsrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2018 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A], die als verzoekster optreedt tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kinderdagverblijf Het Zaans Stationnetje B.V., de verweerster. De zaak betreft een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de verweerster, dat was ingesteld bij beschikking van 13 december 2016. In deze beschikking werd ook een bedrag vastgesteld voor de kosten van het onderzoek en werden enkele bestuurders van de verweerster geschorst.

De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen, op 16 december 2016 en 2 mei 2017, verdere stappen ondernomen met betrekking tot het onderzoek en de kosten daarvan. Op 3 maart 2018 overleed de benoemde onderzoeker, Rutgers van Rozenburg. Op 5 maart 2018 hebben de partijen aan de Ondernemingskamer laten weten dat zij een minnelijke regeling hebben getroffen.

Op 8 maart 2018 heeft de Ondernemingskamer, na overleg met de betrokken partijen, besloten het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter en raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.200.870/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 maart 2018
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. E. Cekic, kantoorhoudende te Zaandam, gemeente Zaanstad,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KINDERDAGVERBLIJF HET ZAANS STATIONNETJE B.V.,
gevestigd te Zaanstad,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M. van Schoonhovenen
mr. L. Sluiter, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoekster worden aangeduid met [A] en verweerster met Zaans Stationnetje.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen in deze zaak van 13 december 2016, 16 december 2016 en 2 mei 2017.
1.3
Bij de beschikking van 13 december 2016 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Zaans Stationnetje over de periode vanaf 7 oktober 2013, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 20.000 (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen). Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding, [A] , [B] en [C] geschorst als bestuurder van Zaans Stationnetje en in hun plaats jhr. drs. L.M. Rutgers van Rozenburg (verder: Rutgers van Rozenburg) benoemd en de aandelen in Zaans Stationnetje – met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders – ten titel van beheer overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken beheerder.
1.4
Bij de beschikking van 16 december 2016 heeft de Ondernemingskamer mr. M.L. Bremer als onderzoeker (verder: de onderzoeker) en mr. drs. T.S. Jansen (verder: Jansen) als beheerder van aandelen als bedoeld in de beschikking van 13 december 2016 aangewezen.
1.5
Na verzoek van de onderzoeker om het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen, heeft de Ondernemingskamer bij beschikking van 2 mei 2017 bepaald dat het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten wordt vastgesteld op € 37.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
Op 3 maart 2018 is Rutgers van Rozenburg overleden.
1.7
Op 5 maart 2018 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de onmiddellijke voorziening (te weten de schorsing van [A] , [B] en [C] als bestuurder van Zaans Stationnetje en de benoeming van de door de Ondernemingskamer aan te wijzen bestuurder van Zaans Stationnetje) en of de Ondernemingskamer nog een opvolgend tijdelijk bestuurder moet aanwijzen.
1.8
Op 7 maart 2018 hebben mr. Cekic namens [A] en mr. Van Schoonhoven namens Zaans Stationnetje de Ondernemingskamer bericht dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en heeft mr. Cekic de Ondernemingskamer verzocht het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen.
1.9
Op 8 maart 2017 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer telefonisch contact gehad met Jansen en de onderzoeker. Zij hebben aan de secretaris medegedeeld geen bezwaar te hebben tegen beëindiging van het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen beëindiging van het onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen zal de Ondernemingskamer het bij beschikking van 13 december 2016 bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 13 december 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Kinderdagverblijf Het Zaans Stationnetje B.V.,
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 13 december 2016 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en dr. P.M. Verboom, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 8 maart 2018.