In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 6 april 2018 uitspraak gedaan in een verzoek van de besloten vennootschap Feyecon B.V. (verzoekster) tegen Echo Pharmaceuticals B.V. (verweerster) en verschillende belanghebbenden, waaronder Telor International Limited, Noes Beheer B.V. en Vandaag Goed B.V. Feyecon had eerder een verzoek ingediend om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij Echo en om onmiddellijke voorzieningen te treffen, maar dit verzoek was afgewezen. Feyecon werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, wat leidde tot haar verzoek om aanpassing van deze kostenveroordeling. Feyecon stelde dat zij ten onrechte was veroordeeld tot betaling van griffierechten en dat de berekening van het salaris van de advocaten onjuist was. De Ondernemingskamer heeft het verzoek van Feyecon afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de kostenveroordeling correct was en dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel in aanmerking kwam. De Ondernemingskamer benadrukte dat de griffierechten correct waren geheven en dat het verzoek van Feyecon in wezen een heroverweging van de eerdere kostenveroordeling inhield, wat niet mogelijk was onder artikel 31 Rv. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en werd openbaar uitgesproken.