ECLI:NL:GHAMS:2018:1076

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 maart 2018
Publicatiedatum
3 april 2018
Zaaknummer
200.208.715/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoek naar beleid en gang van zaken van ECC-Bimas N.V.

Op 30 maart 2018 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI en ECC-BIMAŞ N.V. De beschikking betreft een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas N.V. over de periode vanaf 5 juni 2014. Dit onderzoek werd bevolen bij eerdere beschikkingen van 23 februari en 1 maart 2017, waarbij mr. A.C. van Campen als onderzoeker werd benoemd. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op € 40.000, exclusief btw, en dienen door ECC-Bimas te worden voldaan.

Op 28 maart 2018 heeft de onderzoeker een verslag van het onderzoek ingediend bij de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van dit verslag en heeft besloten dat het verslag, samen met de bijlagen, ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de jongste raadsheer, aangezien de voorzitter buiten staat was.

De betrokken partijen in deze zaak zijn de verzoeksters BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI en ECC-BIMAŞ N.V., en de belanghebbenden EUROPE CYCLE COMPANY B.V. De advocaat van de verzoeksters is mr. S.W. van den Berg, bijgestaan door mr. N.W.A. Tollenaar, terwijl mr. R. Willemsen de belangen van de belanghebbenden vertegenwoordigt.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.208.715/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 maart 2018
inzake
1. de vennootschap naar het recht van Turkije
BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI,
gevestigd te Izmir, Turkije,
2. de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. S.W. van den Bergen
mr. N.W.A. Tollenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CEEM HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROPE CYCLE COMPANY B.V.,
beide gevestigd te Zaandam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R. Willemsen, kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg wordt verweerster aangeduid als ECC-Bimas.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 23 februari en 1 maart 2017 en de beschikking van haar voorzitter in deze zaak van 13 februari 2018.
1.3
Bij de beschikkingen van 23 februari en 1 maart 2017 heeft de Ondernemingskamer – voor zover van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas over de periode vanaf 5 juni 2014, mr. A.C. van Campen (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 40.000 (exclusief btw) en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van ECC-Bimas en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen.
1.4
Op 28 maart 2018 is ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen een brief van de onderzoeker van 27 maart 2018 met daarbij het door de onderzoeker ondertekende verslag (met bijlagen) van voormeld onderzoek, gedateerd 27 maart 2018. De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag (met bijlagen) van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, ziet de Ondernemingskamer aanleiding om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag (tezamen met de bijlagen) van het bij de beschikking van 23 februari 2017 door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas N.V., gevestigd te Zaandam, ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 30 maart 2018.
De beschikking is ondertekend door de jongste raadsheer omdat de voorzitter buiten staat is.