ECLI:NL:GHAMS:2018:1056

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
23-003496-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens ongeldig verklaard rijbewijs na terugwijzing door Hoge Raad

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof vernietigde het eerdere vonnis en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken op, samen met een geldboete van € 1.000,00. De Hoge Raad der Nederlanden heeft echter het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbehandeling.

Tijdens de zitting op 13 maart 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voorstelde. De tenlastelegging betrof het besturen van een motorrijtuig terwijl de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs.

Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de ondertekening van de griffier. Mr. Clement was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003496-17
Datum uitspraak: 13 maart 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen - na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 26 september 2017 - op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 december 2014 in de strafzaak onder parketnummer 96-136078-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
adres: [adres].

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 6 november 2015 het vonnis vernietigd, opnieuw recht gedaan en de verdachte veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren en een geldboete van € 1.000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 26 september 2017 het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad, deze op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is, na terugwijzing, gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 maart 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 29 maart 2013 te Amsterdam terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Aalsmeerweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering en omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, zodat de verdachte moet worden vrijgesproken van hetgeen hem is tenlastegelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. S. Clement en mr. M.E. Hinskens-van Neck, in tegenwoordigheid van mr. A. Scheffens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 maart 2018.
Mr. Clement is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.