ECLI:NL:GHAMS:2018:1046
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J. Kok
- M.J. Leijdekker
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarigen en de beoordeling van de noodzakelijkheid volgens artikel 1:265b BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [kind a] en [kind b], die onder toezicht stonden van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam. De moeder van de kinderen, die alleen het gezag uitoefent, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2017 aangevochten, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder betoogde dat zij voldoende stappen had ondernomen om een veilige omgeving voor haar kinderen te creëren en dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk was. De GI daarentegen stelde dat de moeder, ondanks eerdere hulpverlening, niet in staat was om de kinderen de benodigde stabiliteit en veiligheid te bieden. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord, inclusief het advies van de raad voor de kinderbescherming, en heeft geconcludeerd dat de wettelijke vereisten voor uithuisplaatsing nog steeds voldaan zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen, waarbij het belang van de kinderen voorop stond.