Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
4.Standpunt van klagers
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
- samengevat weergegeven - het volgende verklaard.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak hebben klagers, de kinderen van wijlen moeder, een tuchtklacht ingediend tegen de notaris. De klacht betreft de wijze waarop de notaris omging met de wilsbekwaamheid van moeder ten tijde van het opmaken en passeren van haar levenstestament op 23 januari 2015. Klagers verwijten de notaris dat hij geen contact heeft opgenomen met mr. [X], die eerder betrokken was bij de volmacht, en dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van moeder. Klagers stellen dat moeder op dat moment niet in staat was haar wil te bepalen, wat blijkt uit een eerder psychologisch rapport. De notaris heeft echter betoogd dat hij op basis van zijn gesprekken met moeder geen reden had om aan haar wilsbekwaamheid te twijfelen. Het hof heeft de klacht ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer bevestigd. Het hof oordeelt dat de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht en dat er geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is aangetoond. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 21 maart 2017.