ECLI:NL:GHAMS:2017:871

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 maart 2017
Publicatiedatum
17 maart 2017
Zaaknummer
23-002846-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake voorhanden hebben van CS gas en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1974 en woonachtig in Amsterdam, was in eerste aanleg veroordeeld voor het voorhanden hebben van een busje CS gas en een aanzienlijke hoeveelheid munitie. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 25 juli 2016. Tijdens de zittingen op 5 januari en 2 maart 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van een busje CS gas en verschillende patronen van verschillende merken en kalibers.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 27 maart 2015 in Amsterdam een wapen van categorie II en munitie van categorie III voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft betoogd dat de aangetroffen vingerafdrukken onvoldoende bewijs vormen voor zijn beschikkingsmacht over de munitie. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden en de feiten in samenhang wijzen op de betrokkenheid van de verdachte bij de aangetroffen wapens en munitie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 800, subsidiair 16 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Tevens is besloten dat de in beslag genomen voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken, gezien het gevaar dat het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie met zich meebrengt.

Uitspraak

parketnummer: 23-002846-16
datum uitspraak: 16 maart 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-731067-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
adres: [adres 2], 1069 PR Amsterdam.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 januari 2017 en 2 maart 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 maart 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, een wapen van categorie II, te weten:
- een busje CS Gas, merk CS80 Concorde Defender, opschrift GAZ DEFENSE Special anti agression longue portee, bijzonderheden EMB. 35271B, Xi-Iritant (dossier pagina 67 t/m 69)
en/of
munitie van categorie III, te weten:
- vier, althans een of meer patro(o)n(en), merk Geco, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) (dossier pagina 67 t/m 69) en/of
- 28, althans een of meer patro(o)n(en), merk CBC, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) (dossier pagina 36 t/m 39) en/of
- zes, althans een of meer patro(o)n(en), merk CBC, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 17 (.380 Auto) (dossier pagina 36 t/m 39) en/of
- 30, althans een of meer patro(o)n(en), merk Geco, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) (dossier pagina 36 t/m 39) en/of
- 17, althans een of meer patro(o)n(en), merk Sellier & Bellot, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 17 (.380 Auto) (dossier pagina 36 t/m 39)
voorhanden heeft/hebben gehad;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Bespreking van een gevoerd verweer

De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
De aangetroffen vingerafdrukken zijn onvoldoende om vast te kunnen stellen dat de verdachte wist van de aanwezigheid van de patronen in de woning en daarover beschikkingsmacht had. De vingerafdrukken zijn immers niet op de verboden goederen aangetroffen maar op een notitie en op de doos waarin zich vier patronen bevonden. Die doos betrof echter geen originele verpakking, zodat de aanwezigheid van vingerafdrukken niet hoeft te betekenen dat de patronen niet door iemand anders in het doos zijn gestopt. Daarnaast kan het feit dat de verdachte een strafblad heeft, niet als bewijsmiddel worden gebruik en heeft [naam] ontkend te hebben gezegd “Hij had alles weggehaald…”.
De verdachte verbleef, door verslechtering van de relatie met zijn vrouw vanwege zijn detentie, een tijd niet in de woning. Hij beschikte weliswaar over een sleutel maar dat betekent niet dat hij zomaar de woning kon betreden; hij beschikte overigens niet over de sleutel van het luik
(het hof begrijpt: het rolluik van de voordeur).
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat in geval van bewezenverklaring van belang is om vast te stellen hoeveel munitie is aangetroffen.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt.
In de woning aan de [adres 2] te Amsterdam zijn op verschillende plaatsen in de woning op 27 maart 2015 een busje CS gas en de in de tenlastelegging bedoelde patronen aangetroffen.
Dat de verdachte deze voorwerpen voorhanden had in de zin van de tenlastelegging leidt het hof af uit de volgende feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien:
- De verdachte stond op dat moment in de Basisregistratie Personen op het genoemde adres ingeschreven.
- Bij de observatie op 27 maart 2015 is gezien dat de verdachte voor de betreffende woning stond te roken.
- Ter terechtzitting bij het hof van 5 januari 2017 verklaarde de verdachte dat hij beschikte over een huissleutel van deze woning.
- Een deel van de munitie, te weten een viertal patronen, is aangetroffen in een plastic inzetdoosje in een kledingkast met herenkleding in een slaapkamer. Het doosje bevond zich in een grotere doos op een ligplank van de kledingkast, onder een hanggedeelte met herenkleding.
- Dactyloscopische sporen op en in het plastic inzetdoosje met patronen in de kledingkast waren afkomstig van de verdachte.
Hetgeen verdachte en diens raadsman in dit verband hebben aangevoerd doet daaraan niet af.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 27 maart 2015 te Amsterdam een wapen van categorie II, te weten:
- een busje CS Gas, merk CS80 Concorde Defender, opschrift GAZ DEFENSE Special anti agression longue portee, bijzonderheden EMB. 35271B, Xi-Iritant
en
munitie van categorie III, te weten:
- vier patronen, merk Geco, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) en
- 28 meer patronen, merk CBC, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) en
- zes patronen, merk CBC, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 17 (.380 Auto) en
- 30 patronen, merk Geco, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 19 (Luger) en
- 17 patronen, merk Sellier & Bellot, projectiel type volmantel, kaliber 9mm x 17 (.380 Auto)
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 800, subsidiair 16 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 800, subsidiair 16 dagen hechtenis.
De raadsman heeft het hof verzocht, in geval van bewezenverklaring, een deel van de op te leggen geldboete voorwaardelijk op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een busje CS gas en een grote hoeveelheid munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie brengt onaanvaardbare risico’s voor de maatschappij met zich.
Het hof tilt er met name zwaar aan dat met de betreffende (grote hoeveelheid) patronen, bij gebruik daarvan in een daarvoor geschikt wapen, dodelijk letsel kan worden toegebracht.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 20 februari 2017 is hij eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk veroordeeld hetgeen in het nadeel van de verdachte weegt.
Het hof is, gelet op het voorgaande en met name gelet op de ernst van het feit van oordeel dat met een straf als door de advocaat-generaal gevorderd en door de raadsman bepleit, niet kan worden volstaan. Het hof zal daarom naast een geldboete, een (voorwaardelijke) gevangenisstraf opleggen.
Voor (het volstaan met) het opleggen van een deels voorwaardelijk geldboete, als door de raadsman bepleit, is gezien de ernst van het begane strafbare feit geen plaats.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte en een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Beslag
De rechtbank heeft beslist de op de beslaglijst onder 1 tot en met 6 vermelde goederen aan het verkeer te onttrekken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat, naar het hof begrijpt, de voorwerpen waarmee het bewezen verklaarde is begaan aan het verkeer zullen worden onttrokken.
Het hof overweegt en beslist als volgt.
Het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan met betrekking tot het in beslag genomen en nog niet teruggegeven busje traangas en de in beslag genomen en nog niet teruggegeven munitie. Deze voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De in beslag genomen en niet teruggegeven handschoenen zullen bewaard worden ten behoeve van de rechthebbende.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 800,00 (achthonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van € 50,00 per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals vermeld op de lijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- 1) 6.00 STK
(het hof begrijpt: 4.00 STK)Patroon, GECO, 4950403;
- 2) 28.00 STK Munitie Kl: goud, LUGER, 4950394; in medicijnkist, trappenkast;
- 3) 6.00 STK Munitie Kl: goud, CBC, 4950395
- 4) 4950398, 6 Patronen in medicijnenkist, trappenkast;
- 5) 1.00 STK Traangas, CS80, 4950400;
- 6) 30.00 STK Munitie Kl: goud, GECO, 4950402.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 3) 4950395, Handschoen in medicijnkist, trappenkast;
- 4) 1.00 STK Handschoen Kl: zwart, 4950398.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.M. Boekhoudt, mr. F.M.D. Aardema en mr. A.M. Ruige, in tegenwoordigheid van
mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 maart 2017.
mr. A.M. Ruige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.