In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, zijn partijen, na indiening van verzoeken tot vaststelling van wanbeleid en het treffen van onmiddellijke voorzieningen, tot een minnelijke regeling gekomen. De verzoeksters, Erwo Holding B.V. en Schoenaker Holding B.V., hebben hun verzoeken ingetrokken, waardoor zij niet-ontvankelijk zijn verklaard in deze verzoeken. De getroffen onmiddellijke voorzieningen worden met ingang van de uitspraak beëindigd. De Ondernemingskamer verwijst naar eerdere beschikkingen waarin een onderzoek naar het beleid van Schoenaker Holding was bevolen en waarin eerdere onmiddellijke voorzieningen waren getroffen. De beslissing om de verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren is genomen omdat partijen overeenstemming hebben bereikt, wat betekent dat verdere beoordeling van de verzoeken niet nodig is. De Ondernemingskamer heeft de beschikking uitgesproken op 10 maart 2017, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier.