ECLI:NL:GHAMS:2017:813
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte opgeheven na schending voorwaarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 februari 2017 een beschikking gegeven op een vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte, geboren in 1997 en woonachtig in Assendelft, was eerder op 5 januari 2017 in voorlopige hechtenis geschorst onder bepaalde voorwaarden. Deze schorsing was gebaseerd op een eerdere beschikking van het hof en een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 december 2016.
Tijdens de behandeling in raadkamer heeft het hof kennisgenomen van de vordering en de relevante stukken, waaronder een rapport van GGZ Reclassering Palier van 10 februari 2017. Hieruit bleek dat de verdachte zich niet aan de opgelegde bijzondere voorwaarden had gehouden, doordat hij twee keer niet op afspraken was verschenen. Bovendien waren er ernstige bezwaren tegen de verdachte, waaronder mogelijke overtredingen van de Wet Wapens en Munitie en de Opiumwet, zoals vastgesteld in een bevel tot inbewaringstelling van de rechter-commissaris op 13 februari 2017.
Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moest worden opgeheven. De persoonlijke omstandigheden die de verdachte aanvoerde, waren onvoldoende om de schorsing in stand te houden. De beslissing van het hof was om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, wat op 15 februari 2017 werd vastgesteld in raadkamer.