ECLI:NL:GHAMS:2017:792

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2017
Publicatiedatum
14 maart 2017
Zaaknummer
200.208.715/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoek naar beleid en gang van zaken van ECC-BIMAŞ N.V.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, van 1 maart 2017, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-BIMAŞ N.V., gevestigd te Zaandam. Dit onderzoek is een vervolg op een eerdere beschikking van 23 februari 2017, waarin de Ondernemingskamer al een onderzoek had bevolen naar de periode vanaf 5 juni 2014. De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking ook een persoon aangewezen die het onderzoek zal verrichten en een bestuurder benoemd voor ECC-BIMAŞ N.V. De aangewezen onderzoeker is mr. A.C. van Campen, terwijl W.L. Meijer is benoemd als bestuurder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De verzoeksters in deze zaak zijn BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI en ECC-BIMAŞ N.V., beide vertegenwoordigd door hun advocaten mr. S.W. van den Berg en mr. N.W.A. Tollenaar. De verweerder, ECC-BIMAŞ N.V., was niet verschenen. Daarnaast zijn er belanghebbenden, waaronder EUROPE CYCLE COMPANY B.V., vertegenwoordigd door mr. R. Willemsen. De Ondernemingskamer heeft de beschikking uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de voorzitter, mr. G.C. Makkink, afwezig was en de jongste raadsheer de beschikking heeft ondertekend.

Deze zaak betreft civiel recht en ondernemingsrecht, met specifieke verwijzingen naar artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, namelijk artikel 2:345 lid 1 en 349a lid 2. De beschikking is van belang voor de betrokken vennootschappen en hun aandeelhouders, gezien de gegronde redenen voor twijfel aan het beleid en de gang van zaken binnen ECC-BIMAŞ N.V.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.208.715/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 maart 2017
inzake
1. de vennootschap naar het recht van Turkije
BIMAŞ BISIKLET MOTOSIKLET SANAYI VE TICARET ANONIM ŞIRKETI,
gevestigd te Izmir, Turkije,
2. de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. S.W. van den Bergen
mr. N.W.A. Tollenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
ECC-BIMAŞ N.V.,
gevestigd te Zaandam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CEEM HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROPE CYCLE COMPANY B.V.,
beide gevestigd te Zaandam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. R. Willemsen, kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg wordt verzoekster sub 2/verweerster aangeduid als ECC-Bimas.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikking in deze zaak van 23 februari 2017 (en op schrift gesteld op 1 maart 2017).
1.3
Bij de beschikking van 23 februari 2017 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ECC-Bimas over de periode vanaf 5 juni 2014 en heeft de Ondernemingskamer een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van ECC-Bimas.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden personen aanwijzen als onderzoeker respectievelijk bestuurder als bedoeld in de beschikking van 23 februari 2017.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker als bedoeld in de beschikking van de Ondernemingskamer van 23 februari 2017 in deze zaak: mr. A.C. van Campen te ’s-Hertogenbosch;
wijst aan als bestuurder als bedoeld in de beschikking van de Ondernemingskamer van 23 februari 2017 in deze zaak: W.L. Meijer te Amstelveen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 1 maart 2017.
Deze beschikking is ondertekend door de jongste raadsheer omdat de voorzitter buiten staat is.