ECLI:NL:GHAMS:2017:681

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 januari 2017
Publicatiedatum
8 maart 2017
Zaaknummer
837-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas in het kader van rechtsbijstand

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek werd ingediend door een verzoeker, geboren in 1985, die vertegenwoordigd werd door zijn advocaat, mr. C.H. Zuur. Het verzoekschrift had als doel een vergoeding uit 's Rijks kas te verkrijgen voor de kosten van rechtsbijstand, specifiek voor het opstellen, indienen en toelichten van het verzoekschrift op basis van artikel 89 Sv. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer op 23 december 2016 was de verzoeker niet aanwezig, maar zijn advocaat en de advocaat-generaal waren wel aanwezig. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van het verzoek.

Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend en dat de strafzaak, waar het verzoek betrekking op had, was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het arrest in die strafzaak was inmiddels onherroepelijk geworden. De voorzitter van het hof heeft het verzoek van de advocaat toegewezen en een vergoeding van € 550,00 toegekend, zijnde het geldende standaardbedrag voor rechtsbijstand. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof. De voorzitter heeft tevens bevolen dat de beschikking onverwijld aan de verzoeker wordt betekend.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Afdeling strafrecht
Rekestnummer: R 000837-16 / (591a Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23-004864-14
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. C.H. Zuur,
[adres].

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van de forfaitaire vergoeding ten behoeve van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van het gelijktijdig ingediende verzoekschrift op de voet van artikel 89 Sv.

2.Procesverloop

De voorzitter heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 23 december 2016 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet verschenen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
De voorzitter zal toewijzen het op artikel 591a Sv gebaseerde verzoek van de advocaat tot het verkrijgen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ter zake van de kosten van rechtsbijstand voor het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van het ingediende verzoekschrift op de voet van artikel 89 Sv, ten bedrage van € 550,00, zijnde het geldende standaardbedrag.

4.Beslissing

De voorzitter:
Wijst het verzochte toe.
Kent uit ’s Rijks kas aan verzoeker een vergoeding toe van € 550,00 (vijfhonderdvijftig euro).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 20 januari 2017.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor een bedrag van € 550,00 (vijfhonderdvijftig euro), te betalen uit ’s Rijks kas aan verzoeker voornoemd door overmaking van bovenstaand bedrag op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [naam]’.
Amsterdam, 20 januari 2017.
Mr. J.L. Bruinsma, voorzitter.