ECLI:NL:GHAMS:2017:666

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 februari 2017
Publicatiedatum
7 maart 2017
Zaaknummer
23-002568-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van een snorfiets met kapot contactslot

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1998, was in eerste aanleg veroordeeld voor opzetheling van een snorfiets waarvan het contactslot kapot was. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 juni 2016. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 februari 2017 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als in eerste aanleg was opgelegd. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat de verdachte niet kon weten dat de snorfiets van diefstal afkomstig was, omdat hij geen verstand had van motorrijtuigen en de snorfiets voor een vriend moest ophalen. Het hof heeft deze verklaring als ongeloofwaardig terzijde geschoven. Het hof oordeelde dat de verdachte op de snorfiets had gereden zonder sleutel en dat het duidelijk zichtbaar was dat het contactslot ontbrak. De verdachte had bovendien de plek waar het slot had moeten zitten kunnen aanwijzen op een foto. Het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte wist dat de snorfiets gestolen was en verwierp de verweren van de verdediging. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis waarvan beroep, met aanvulling van de gronden voor de bewezenverklaring.

Uitspraak

parketnummer: 23-002568-16
datum uitspraak: 24 februari 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 juni 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-702108-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit bevestigen, met aanvulling van de gronden voor de bewezenverklaring met het volgende.

Aanvullingen van de gronden

Het hof vult de gronden in die zin aan dat aan de bewijsoverweging in het vonnis onder 2.1 het onderstaande wordt toegevoegd.
Ter terechtzitting voert de raadsvrouw aan dat de verdachte niet kon weten dat de (snor)fiets van diefstal afkomstig was. Zij betoogt hieromtrent dat verdachte niet wist en niet hoefde te weten dat de bromfiets gestolen was, omdat hij geen verstand heeft van motorrijtuigen. Verdachte wilde een vriend helpen door de (snor)fiets op te halen bij de tante van deze vriend. Verdachte is anders begaafd, naïef en makkelijk beïnvloedbaar, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
De verdachte heeft op een snorfiets gereden waarvan het contactslot kapot was en hij heeft geen sleutel. Deze snorfiets blijkt later gestolen te zijn.
Het verweer dat de verdachte geen verstand heeft van motorrijtuigen en daarom niet hoefde te zien dat het slot ontbrak, wordt verworpen. De verdachte kon ter terechtzitting in hoger beroep op een foto van de betreffende snorfiets precies de plaats aanwijzen waar de cilinder van het contactslot gezeten zou moeten hebben. Het hof acht het niet aannemelijk dat de verdachte niet heeft gezien dat het slot ontbrak, omdat de plek waar dit had moeten zitten duidelijk zichtbaar is vanaf de plek waar de bestuurder zit.
Het hof gaat er dan ook vanuit dat de verdachte wist dat de snorfiets van diefstal afkomstig was.
Gelet op het bovenstaande, schuift het hof de verklaring van de verdachte dat hij de snorfiets voor een vriend moest ophalen als ongeloofwaardig terzijde.
De verweren worden mitsdien verworpen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. A.P.M. van Rijn en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 februari 2017.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest te ondertekenen.