3.2.Samengevat weergegeven gaat het in deze zaken om het volgende.
3.2.1.De kandidaat-notaris was sinds 1 januari 2011 waarnemer van het notarisambt van - per die datum wegens eervol ontslag gedefungeerde - mr. [X] . De notarispraktijk was ondergebracht in een besloten vennootschap genaamd [naam] ( [naam] ) B.V., waarvan de kandidaat-notaris indirect enig aandeelhouder en bestuurder was. De notarispraktijk trad naar buiten op onder de naam ‘ [naam] ’.
3.2.2.Op 14 juni 2016 is de kamer door de Belastingdienst, afdeling Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, ingelicht over de aanhouding van de kandidaat-notaris op diezelfde dag door het Openbaar Ministerie en het strafrechtelijk onderzoek dat tegen hem is ingesteld. De KNB heeft aan de kamer medegedeeld dat het strafrechtelijk onderzoek betrekking had op faillissementsfraude.
3.2.3.De voorzitter heeft bij beslissing van 14 juni 2016 mr. [Y] , kandidaat-notaris te [plaats] , benoemd tot waarnemer van de kandidaat-notaris in zijn hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [X] voor de periode van 14 juni 2016 tot en met
18 juni 2016.
3.2.4.Een Officier van Justitie bij het Functioneel Parket (verder: de Officier van Justitie) heeft op 16 juni 2016 aan de kamer laten weten dat de kandidaat-notaris op 14 juni 2016 was aangehouden en in verzekering was gesteld.
3.2.5.Bij de bestreden beslissing van 17 juni 2016 (AL/2016/512) heeft de voorzitter - kort gezegd - de kandidaat-notaris op grond van artikel 26 lid 1 aanhef en onder b. van de Wet op het notarisambt (Wna) en artikel 106 lid 1 Wna met ingang van 19 juni 2016 in zijn hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [X] geschorst en mr. [A] , notaris gevestigd in de gemeente [naam] , per die datum tot waarnemer van de kandidaat-notaris in diens hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [X] benoemd. Daarnaast heeft de voorzitter geoordeeld dat de waarneming door mr. [A] op de voet van het bepaalde in artikel 29a Wna voor rekening en risico van (de onderneming van) de kandidaat-notaris diende te komen. Vanwege het bezwarende karakter van het lopende strafrechtelijke onderzoek voor het kantoor van de kandidaat-notaris en mitsdien voor (de taken van) de waarnemer heeft de voorzitter het aan de waarneming verbonden honorarium vastgesteld op € 200,- per uur, exclusief omzetbelasting. Verder is voor de reisuren van en naar het waargenomen kantoor, een en ander vermeerderd met reis- en verblijfkosten, een bedrag van € 100,- per uur, exclusief omzetbelasting, en voor de kosten voor in te schakelen notarieel juristen een bedrag van € 150,- per uur, exclusief omzetbelasting, vastgesteld.
3.2.6.De voorzitter heeft bij beslissing van 21 juni 2016 (ECLI:NL:TNORARL:2016:60) de kandidaat-notaris op grond van artikel 26 lid 1 aanhef en onder a. Wna geschorst in zijn hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [X] . De voorzitter heeft overwogen dat zij op 17 juni 2016, nadat vorenbedoelde schorsingsbeslissing was genomen, van de Officier van Justitie heeft vernomen dat de kandidaat-notaris aansluitend aan zijn inverzekeringstelling door de rechter-commissaris voor de duur van veertien dagen in bewaring was gesteld. 3.2.7.De rechtbank Amsterdam heeft bij beslissing van 28 juni 2016 de vordering van de Officier van Justitie tot gevangenhouding van de kandidaat-notaris afgewezen en de voorlopige hechtenis per die datum opgeheven.
3.2.8.Bij de bestreden beslissingen van de voorzitter van 27 juni 2016 (AL/2016/512b), 1 juli 2016 (AL/2016/512c), 6 juli 2016 (AL/2016/512d), 15 juli 2016 (AL/2016/512f) en 27 juli 2016 (AL/2016/512g) zijn over de periode van 27 juni 2016 tot en met 21 augustus 2016 achtereenvolgens mrs. [B] (notaris gevestigd in de gemeente [naam] ), [C] (notaris gevestigd in de gemeente [naam] ), [D] (notaris gevestigd in de gemeente [naam] ) en [E] (kandidaat-notaris werkzaam te [plaats] en te [plaats] ) tot waarnemer van de kandidaat-notaris in zijn hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [X] benoemd, waarbij telkens (1) het honorarium van de waarnemer voor zijn werkzaamheden is vastgesteld op een bedrag van € 200,- per uur (exclusief omzetbelasting) voor de uren dat hij op het waargenomen kantoor aanwezig is en op een bedrag van € 100,- per uur (exclusief omzetbelasting) voor de reisuren van en naar het waargenomen kantoor, een en ander vermeerderd met reis- en verblijfkosten, (2) de kosten voor de door de waarnemer in te schakelen notarieel juristen zijn vastgesteld op een bedrag van € 150,- per uur (exclusief omzetbelasting) en (3) de waarnemer is ontheven van de verplichtingen zoals vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol.
3.2.9.Bij vonnis van 5 juli 2016 heeft de rechtbank Midden-Nederland de praktijkvennootschap van de kandidaat-notaris, [naam] ( [naam] ) B.V., in staat van faillissement verklaard. Op 7 juli 2016 heeft de kamer een kopie van dit vonnis ontvangen.
3.2.10.De voorzitter heeft de kandidaat-notaris bij de bestreden beslissing van 12 juli 2016 (AL/2016/512e) met ingang van 7 juli 2016 geschorst indachtig het bepaalde in artikel 26 lid 1 aanhef en onder d. Wna.
De voorzitter heeft geoordeeld dat deze bepaling zo dient te worden gelezen dat zij ook van toepassing is op de notaris die het notarisambt uitoefent door middel van een besloten vennootschap waarin hij zijn notariële onderneming heeft ondergebracht en waarvan hij - direct of indirect - enig aandeelhouder en bestuurder is en dat in het verlengde daarvan dat ook geldt voor een notaris of kandidaat-notaris die op deze wijze de waarneming van het notarisambt uitoefent.
3.2.11.De kamer heeft bij de bestreden mondelinge beslissing van 14 juli 2016, schriftelijk vastgelegd en uitgesproken op 22 juli 2016 (AL/2016/515), 1) de schorsing op grond van artikel 26 lid 1 aanhef en onder b. Wna opgeheven met terugwerkende kracht tot 19 juni 2016; 2) de schorsing op grond van artikel 106 lid 1 Wna bekrachtigd met ingang van 19 juni 2016; 3) de schorsing op grond van artikel 26 lid 1 aanhef en onder a. Wna voor de periode van 19 juni 2016 tot en met 27 juni 2016 bekrachtigd en met ingang van 28 juni 2016 opgeheven; en 4) de schorsing op grond van artikel 26 lid 1 aanhef en onder d. Wna met ingang van 7 juli 2016 bekrachtigd.
3.2.12.De voorzitter heeft bij beslissing van 19 augustus 2016 op verzoek van de kandidaat-notaris diens benoeming tot waarnemer van het notarisambt van mr. [X] met ingang van
22 augustus 2016 ingetrokken. Per die datum is mr. [B] benoemd tot waarnemer van het vacante protocol van mr. [X] .