ECLI:NL:GHAMS:2017:5387

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
15/860195-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 12 oktober 2017. De rechtbank had het verzoek van de verdachte tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord-Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.P.A. Kint, gehoord.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank beoordeeld en is van mening dat er voldoende ernstige bezwaren aanwezig zijn, zoals vermeld in de vordering inbewaringstelling. Het hof heeft de argumenten van de advocaat-generaal in zijn schriftelijke betoog in raadkamer in overweging genomen, en deze bezien in de context van het gehele dossier. Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten om de beslissing van de rechtbank te bevestigen.

De uiteindelijke beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beslissing af te wijzen, voor zover dit aan het oordeel van het hof onderworpen was. Deze beschikking is op 22 november 2017 gegeven in raadkamer van het hof, met de voorzitter en twee raadsheren aanwezig, en in tegenwoordigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/860195-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord-Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag,
tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van
12 oktober 2017, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 13 oktober 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. R.P.A. Kint.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beslissing waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof acht voor de onder 4, 8 en 9 op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten nog voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Het hof komt tot dit oordeel op grond van wat de advocaat-generaal in zijn op schrift gestelde betoog in raadkamer naar voren heeft gebracht, bezien in de context van het gehele dossier zoals dit nu voorligt.

15.860195-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Deze beschikking is gegeven op 22 november 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M. Senden en F.G. Hijink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 22 november 2017,
de advocaat-generaal