ECLI:NL:GHAMS:2017:5385

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
13/654147-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing schorsingsverzoek ter ondergaan van onherroepelijk geworden gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2017, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, die momenteel verblijft in het Justitieel Complex Zaanstad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 9 november 2017 in overweging genomen, evenals de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. den Haan, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat er termen aanwezig zijn om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen. Dit houdt in dat de verdachte de onherroepelijk opgelegde gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 13/665469-15 kan ondergaan, voor zover deze nog niet is uitgezeten. Het hof heeft daarbij overwogen dat er geen detentiefasering zal plaatsvinden zolang de schorsing van de voorlopige hechtenis van kracht is. Indien detentiefasering wel plaatsvindt, eindigt de schorsing op het moment dat deze begint.

De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, maar het mondelinge verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt toegewezen. De schorsing gaat in op het moment dat de onvoorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd en duurt voort tot de verdachte in vrijheid wordt gesteld. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/654147-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1],
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2017, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 9 november 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. T. den Haan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof acht termen aanwezig om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen zodat de verdachte de thans per 22 september 2017 onherroepelijk geworden opgelegde gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 13/665469-15 kan ondergaan, voor zover deze nog niet is uitgezeten. Het hof gaat er hierbij vanuit dat nu er sprake is van een executie van die straf in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis detentiefasering niet zal plaatsvinden. Indien dit wel het geval is eindigt de schorsing van de voorlopige hechtenis op het moment van aanvang van de detentiefasering.

13.654147-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST TOE het mondelinge verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het moment waarop de aan de verdachte opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 13/665469-15 ten uitvoer wordt gelegd, tot aan het moment dat de verdachte in de zaak met parketnummer 13/665469-15 in vrijheid wordt gesteld, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Deze beschikking is gegeven op 22 november 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M. Senden en F.G. Hijink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 22 november 2017,
de advocaat-generaal
13/654147-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
SCHORSINGSBESCHIKKING
Het hof heeft bij beschikking van heden in de zaak van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1],
thans verblijvende in het huis van bewaring Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,
het beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2017,voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding afgewezen. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is toegewezen.

De beoordeling

Het hof acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen onder de navolgende voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het moment waarop de aan de verdachte opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 13/665469-15 ten uitvoer wordt gelegd, tot aan het moment dat de verdachte in de zaak met parketnummer 13/665469-15 in vrijheid wordt gesteld, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
zulks onder de voorwaarden dat de verdachte:
1. indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken;
2. ingeval hij wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
3. bij iedere oproeping vanwege een justitiële instantie in persoon zal verschijnen;
4. zich niet schuldig zal maken aan strafbare feiten;
5. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
13/654147-17
Deze beschikking is gegeven op 22 november 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M. Senden en F.G. Hijink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 22 november 2017,
de advocaat-generaal