ECLI:NL:GHAMS:2017:5383

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
15/139336-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.L. Bruinsma
  • I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen
  • Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en geschokte rechtsorde in hoger beroep na eerdere invrijheidstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 16 november 2017, waarin een bevel tot gevangenneming was gegeven. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de akte van de griffier, maar de verdachte en zijn raadsman zijn niet in raadkamer verschenen. De raadsman had wel een pleitnota ingediend.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte. Dit oordeel is gebaseerd op een eerder veroordelend vonnis van 16 november 2017, waaruit blijkt dat de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof oordeelt dat de continuering van de invrijheidstelling van de verdachte onder de huidige omstandigheden maatschappelijk ongenoegen zou veroorzaken, gezien de ernst van het feit en de geschokte rechtsorde. De eerdere invrijheidstelling door het openbaar ministerie doet hieraan niet af.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/139336-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 16 november 2017, houdende bevel tot zijn gevangenneming.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 16 november 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal. De raadsman van de verdachte noch de verdachte zijn in raadkamer verschenen. De raadsman heeft op voorhand een pleitnota aan het hof doen toekomen.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Gelet op het veroordelend vonnis van 16 november 2017 is het hof van oordeel dat sprake is van voldoende ernstige bezwaren, nu niet is gebleken dat dit vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust.
Het hof overweegt dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. De omstandigheid dat er inmiddels sprake is van een veroordelend vonnis waarbij de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden (met aftrek van voorarrest) versterkt in dit geval het vorenstaande. Te verwachten valt dat continuering van de invrijheidstelling van de verdachte onder deze omstandigheden een maatschappelijk ongenoegen zal veroorzaken. Dat de verdachte eerder door het openbaar ministerie in vrijheid is gesteld, doet aan het voorgaande niets af.
Het hof acht op dezelfde gronden als de rechtbank het vluchtgevaar aanwezig.
15/139336-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 20 december 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen en Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 20 december 2017,
de advocaat-generaal