ECLI:NL:GHAMS:2017:5383
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.L. Bruinsma
- I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen
- Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en geschokte rechtsorde in hoger beroep na eerdere invrijheidstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 16 november 2017, waarin een bevel tot gevangenneming was gegeven. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de akte van de griffier, maar de verdachte en zijn raadsman zijn niet in raadkamer verschenen. De raadsman had wel een pleitnota ingediend.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte. Dit oordeel is gebaseerd op een eerder veroordelend vonnis van 16 november 2017, waaruit blijkt dat de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof oordeelt dat de continuering van de invrijheidstelling van de verdachte onder de huidige omstandigheden maatschappelijk ongenoegen zou veroorzaken, gezien de ernst van het feit en de geschokte rechtsorde. De eerdere invrijheidstelling door het openbaar ministerie doet hieraan niet af.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.