ECLI:NL:GHAMS:2017:5328

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
200.220.375/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake uitlatingen op Quotenet.nl en rectificatie vordering Music Nations Network Ltd tegen Zoom.in B.V.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Music Nations Network Ltd (hierna: Music Nations) tegen Zoom.in B.V. (hierna: Zoom.in) naar aanleiding van een kort geding dat op 1 juni 2017 door de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam is gewezen. Music Nations vorderde in het kort geding een gebod aan Zoom.in om zich te onthouden van het uiten van beschuldigingen van betrokkenheid bij strafbare feiten, alsook een rectificatie van een artikel op Quotenet.nl waarin de CEO van Zoom.in, [geïntimeerde 2], beschuldigingen uitte die volgens Music Nations onrechtmatig waren. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Music Nations afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.

De zaak draait om de samenwerking tussen Music Nations en Zoom.in, die diensten verlenen aan videomakers op YouTube. Na een conflict over het beleid van YouTube heeft Zoom.in de kanalen van Music Nations ondergebracht in haar eigen onderneming. Music Nations stelt dat de uitlatingen van [geïntimeerde 2] in een artikel van Quote onterecht zijn en schadelijk voor haar reputatie. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigd en de vorderingen van Music Nations afgewezen, omdat de uitlatingen van [geïntimeerde 2] niet specifiek op Music Nations gericht waren en niet onrechtmatig konden worden geacht.

Het hof concludeert dat de grieven van Music Nations geen succes hebben en bekrachtigt het bestreden vonnis, waarbij Music Nations in de kosten van het hoger beroep wordt veroordeeld. De kosten worden begroot op € 716,- voor verschotten en € 2.682,- voor salaris, en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.220.375/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam: C/13/630237/ KG ZA 17-621 SKG
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 december 2017
inzake
MUSIC NATIONS NETWORK LTD,
gevestigd te Sheffield, Verenigd Koninkrijk,
appellante,
advocaat: mr. D.E. Stols te Amsterdam,
tegen

1.ZOOM.IN B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
2.
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
advocaat mr. R.H. Stam te Utrecht.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Music Nations, Zoom.in en [geïntimeerde 2] (geïntimeerden samen: Zoom.in c.s.) genoemd.
Music Nations is bij dagvaarding van 21 juli 2017 in hoger beroep gekomen van het kortgedingvonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 11 juli 2017, gewezen tussen Music Nations als eiseres en Zoom.in c.s. als gedaagden. De appeldagvaarding bevat de grieven en daarbij zijn producties gevoegd.
Zoom.in hebben een memorie van antwoord ingediend, met producties.
Music Nations heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, haar vorderingen in eerste aanleg zal toewijzen, met veroordeling van Zoom.in c.s. in de kosten van beide instanties (met nakosten).
Zoom.in c.s. hebben geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis, met veroordeling van Music Nations in de kosten van (naar het hof begrijpt) het hoger beroep.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 11 oktober 2017 door hun voornoemde advocaten - Music Nations tevens door mr. O.M.B.J. Volgenant, advocaat te Amsterdam - doen bepleiten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Music Nations heeft nog een productie in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.Feiten

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis onder 2 (2.1 t/m 2.4) de feiten opgesomd die hij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn niet in geschil en dienen derhalve ook het hof bij de beoordeling hierna als uitgangspunt.

3.Beoordeling

3.1.
Zoom.in en Music Nations drijven ondernemingen die (onder meer) diensten verlenen aan videomakers (‘creators’) die hun eigen filmpjes (‘content’) online zetten via de website YouTube. Zij leggen zich erop toe om deze individuele filmpjes te ‘bundelen’ op YouTube, zodat meer mensen deze filmpjes kunnen zien, waardoor ze interessanter worden voor adverteerders. In dat verband zijn zij in 2014 gaan samenwerken, welke samenwerking is vastgelegd in de ‘Multi Channel Network Partner Agreement’, waarbij Zoom.in Music Nations een (nog) groter platform zou bieden om haar kanalen te openbaren en eenvoudiger te managen via het Zoom.in ‘dashboard’, ook wel het Content Management System (CMS) genoemd. In ruil daarvoor ontvangt Zoom.in 10% van de reclame-inkomsten van de Music Nations kanalen. Naar aanleiding van aangescherpt beleid van YouTube zijn Music Nations en Zoom.in met elkaar in conflict geraakt. In verband met dit conflict heeft Zoom.in op 23 december 2016 de kanalen van Music Nations ondergebracht in haar eigen onderneming, omdat volgens Zoom.in het nieuwe beleid van YouTube daartoe noopte aangezien bij Music Nations veel dubieuze kanalen (‘rogue channels’) zouden zijn ondergebracht (waarop bijvoorbeeld inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, of waar met het aantal ‘viewers’ wordt gemanipuleerd), waar YouTube van af wil. Bij vonnis van 1 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter Zoom.in op vordering van Music Nations veroordeeld om (onder meer) aan Music Nations weer onvoorwaardelijk toegang te verschaffen tot het gehele CMS, zodanig dat Music Nations exact dezelfde mogelijkheden heeft de kanalen van de bij Music Nations aangesloten ‘creators’ te managen als zij had op 1 november 2016 en om aan Music Nations te betalen alle achterstallige reclame-inkomsten vanaf 1 december 2016 tot aan de dag van betaling. Op 5 juni 2017 is een artikel verschenen in de online versie van Quote Magazine (op www.quotenet.nl), met de kop “Zoomin verliest kort geding, toch jubelt ceo [geïntimeerde 2]”. Het artikel luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

Doorgaans blijft degene die in een procedure wordt veroordeeld tot het betalen van de proceskosten zuur achter. Maar Quote-500 lid [geïntimeerde 2], ceo van Zoomin, is juist blij met het verloren kort geding dat het Britse Music Antons (waarmee is bedoeld Music Nations,opm hof) tegen zijn onderneming aanspande. ‘Dit gaat ons heel erg helpen.’
Zoomin.TV, het videocontentbedrijf dat [geïntimeerde 2] een comfortabele positie in de Quote 500 bezorgde en dat diens compagnon [persoon 1] plaats deed nemen in onze recente en inspirerende lijst van jonge, selfmade miljonairs, heeft ten onrechte eenzijdig een overeenkomst met Music Nations gewijzigd. Dat ze niet anders kon, omdat YouTube anders Zoomins kanalen op zwart zou gooien, zoals [geïntimeerde 2] eerder ook op deze site betoogde acht de Amsterdamse rechtbank niet bewezen.
Het nog niet gepubliceerde vonnis lijdt tot gejuich bij [persoon 3], de advocaat van de piepjonge Britse ondernemer [persoon 2]. ‘De rechter bevestigt in het vonnis dat Zoomin fout zat toen het zomaar de kanalen én de advertentie-inkomsten van [persoon 2] inpikte. Die vergissing wordt door dit vonnis gelukkig rechtgezet.’
Maar gek genoeg jubelt ook [geïntimeerde 2]. ‘Ik hanteer een absoluut zero tolerancebeleid ten aanzien van mensen die ons willen belazeren, chanteren of bestelen. En dat is wat er hier aan de hand is. Er is geld gestolen van Zoomin, van adverteerders en van YouTube. Want er worden structureel en doelbewust frauduleuze channels in mijn MCN-licentie gepompt. Dit vonnis maakt duidelijk waar de grenzen liggen en biedt ons volop kansen om nu snoeiharde vervolgacties te ondernemen. En dat gaan we ook doen. Goed, het kost ons nu eerst €3.000 aan griffiekosten, maar uiteindelijk gaat ons heel veel geld opleveren. Hoe dan? Nou, het lijkt mij niet verstandig de strategie via de pers te delen, maar ik houd je op de hoogte.’”
Bij arrest van heden heeft het hof eerdergenoemd kortgedingvonnis van 1 juni 2017 vernietigd en de vorderingen van Music Nations alsnog afgewezen.
3.2.
In dit kort geding vordert Music Nations, samengevat, (i) een gebod aan Zoom.in c.s. zich te onthouden van het uiten van enige beschuldiging aan het adres van Music Nations van betrokkenheid bij enig strafbaar feit, althans van betrokkenheid en/of het plegen van oplichting, chantage, diefstal en fraude, (ii) een gebod aan Zoom.in een rectificatie te (doen) publiceren op Quotenet.nl alsmede (iii) een gebod aan Zoom.in een brief te versturen aan de hoofdredactie van Quote Magazine met het verzoek het door Music Nations onrechtmatig geachte citaat te verwijderen uit het eerder geciteerde artikel, een en ander op straffe van een dwangsom.
3.3.
Music Nations heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat de uitlating van [geïntimeerde 2] in het Quote-artikel van 5 juni 2017 onrechtmatig is tegenover haar, met name de passage: “Ik hanteer een absoluut zero tolerancebeleid ten aanzien van mensen die ons willen belazeren, chanteren of bestelen. En dat is wat er hier aan de hand is. Er is geld gestolen van Zoomin, van adverteerders en van YouTube. Want er worden structureel en doelbewust frauduleuze channels in mijn MCN-licentie gepompt.”, welke passage volgens Music Nations onmiskenbaar slaat op Music Nations en haar medewerkers. Volgens Music Nations is sprake van ernstige beschuldigingen, waardoor de reputatie van MN en haar medewerkers wordt aangetast en die geen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.
3.4.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Music Nations afgewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen komt Music Nations op in hoger beroep. Naar aanleiding van de grieven overweegt het hof als volgt.
3.5.
Het is tussen partijen niet in geschil dat de gewraakte passage in het Quote-artikel van 5 juni 2017 een uitlating van [geïntimeerde 2] tegenover (een journalist van) Quote is geweest. Ook in eerste aanleg (pleitaantekeningen onder 15) hebben Zoom.in c.s. naar voren gebracht dat [geïntimeerde 2] niet ontkent dat hij de geciteerde woorden heeft gesproken. Zoom.in c.s. hebben echter ook - óók in eerste aanleg - naar voren gebracht dat de meerbedoelde passage niet op zichzelf moet worden gelezen, maar in het bredere perspectief van, kort gezegd, de problematiek van de “frauduleuze channels” waarmee Zoom.in te kampen heeft en dat [geïntimeerde 2] in zijn aangehaalde uitlating niet specifiek heeft gedoeld op Music Nations (of de bij Music Nations betrokken personen), die hij niet eens heeft genoemd. Het hof begrijpt rechtsoverweging 4.2 van het vonnis, in het bijzonder de overweging dat [geïntimeerde 2] heeft ontkend “dat hij het zo heeft gezegd”, tegen deze achtergrond aldus dat de voorzieningenrechter daarin tot uitdrukking heeft gebracht dat [geïntimeerde 2] heeft ontkend dat hij in zijn bewuste uitlating tegenover Quote specifiek heeft gedoeld op Music Nations (dan wel de bij Music Nations betrokken personen). In zoverre berusten de klachten van Music Nations op een verkeerde lezing van het vonnis. Ook het hof acht onvoldoende aannemelijk dat de uitlating van [geïntimeerde 2] specifiek betrekking had op Music Nations (dan wel de bij Music Nations betrokken personen). [geïntimeerde 2] heeft daarin inderdaad niet de naam van Music Nations genoemd en zijn uitlating is in algemene bewoordingen gesteld, terwijl duidelijk is dat daarin de eerderbedoelde problematiek van de “frauduleuze channels” (ook aangeduid als “rogue channels”) aan de orde werd gesteld. Die problematiek was actueel, speelde een belangrijke rol bij het hiervoor onder 3.1 genoemde aangescherpte beleid van YouTube om dergelijke kanalen te weren en was dan ook breder dan de kwesties die zich voordeden in de verhouding tussen Zoom.in en Music Nations. Ook Music Nations had te maken met “rogue channels”, maar daarmee is niet - óók niet door de woorden “En dat is wat er hier aan de hand is”- gegeven dat [geïntimeerde 2] bij zijn verwijten specifiek het oog had op Music Nations (dan wel de bij Music Nations betrokken personen). Het zijn immers derden die zich schuldig maken aan ontoelaatbare praktijken als het maken van inbreuk op auteursrechten of het manipuleren van het aantal viewers. Aan Music Nations kan worden toegegeven dat de uitlating van [geïntimeerde 2] tegenover Quote in de context van de overige inhoud van het artikel mogelijk wel de lading heeft gekregen van een beschuldiging aan het adres van Music Nations (dan wel de bij Music Nations betrokken personen) of zo zou kunnen worden opgevat door lezers van het artikel. Het hof ziet echter onvoldoende aanknopingspunt hieraan de conclusie te verbinden dat alsnog moet worden geoordeeld dat [geïntimeerde 2] zich onrechtmatig tegenover Music Nations heeft uitgelaten. [geïntimeerde 2] heeft het artikel weliswaar onder ogen gehad vóór publicatie ervan, maar dat betekent niet dat [geïntimeerde 2] daarmee verantwoordelijk is voor de mogelijk verdergaande strekking die zijn woorden in het artikel hebben gekregen. Daarbij weegt mee dat het initiatief voor het publiceren van het artikel in elk geval niet bij Zoom.in c.s. lag - de advocaat van Music Nations is ter zitting in hoger beroep in antwoord op vragen van het hof niet erg duidelijk geweest over de wijze van totstandkoming ervan, maar het hof heeft wel begrepen dat hij het is geweest die het (op dat moment nog niet gepubliceerde) vonnis van 1 juni 2017 naar Quote heeft gestuurd -, dat Zoom.in c.s. onweersproken hebben aangevoerd dat het niet zo is geweest dat het artikel aan [geïntimeerde 2] ter accordering is voorgelegd, maar alleen om er eventuele feitelijke onjuistheden uit te halen en dat [geïntimeerde 2] zeer beperkte tijd was gegeven voor zijn reactie. Op grond van het voorgaande faalt grief I in alle onderdelen.
3.6.
In grief IV klaagt Music Nations dat de voorzieningenrechter heeft overwogen dat ook de tussen partijen in acht te nemen redelijkheid en billijkheid er niet toe noodzaakt om Zoom.in c.s. te verplichten tot rectificatie. Ook deze grief faalt. Ook het hof ziet niet in hoe na het voorgaande de redelijkheid en billijkheid, die in de beoordeling van de onrechtmatigheid van de gewraakte uitlating mede tot uitdrukking zijn gekomen, een zelfstandige grond kan opleveren voor toewijzing van het gevorderde.
3.7.
De grieven III en IV kunnen na de voorgaande overwegingen verder onbesproken blijven.
3.8.
De slotsom luidt dat de grieven geen succes hebben, zodat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd, met veroordeling van Music Nations in de kosten van het hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt Music Nations in de kosten van het hoger beroep en begroot deze kosten aan de zijde van Zoom.in tot aan deze uitspraak op € 716,- wegens verschotten en € 2.682,- wegens salaris;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.C. Boot, R.J.F. Thiessen en W.H.F.M. Cortenraad en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 december 2017.