ECLI:NL:GHAMS:2017:5293

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
200.193.118/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afgebroken onderhandelingen rond overeenkomst buitenschoolse opvang en de gevolgen voor de betrokken partijen

In deze zaak gaat het om de afgebroken onderhandelingen tussen Tinteltuin B.V. en de Gemeente Alkmaar, ISOB en Flore over de verzorging van buitenschoolse opvang (BSO) in de Brede School te Graft-De Rijp. Tinteltuin, die al sinds 2007 BSO aanbiedt, had in 2012 een intentieovereenkomst getekend met de Gemeente en andere partijen om samen te werken aan de realisatie van de Brede School. In de loop van de onderhandelingen werd Tinteltuin door de Stuurgroep gepresenteerd als de beoogde aanbieder van de BSO. Echter, na het terugtrekken van KIDS B.V. als aanbieder van kinderopvang, werd Tinteltuin gevraagd om een offerte voor kinderopvang uit te brengen. Uiteindelijk werd de keuze gemaakt voor Forte Kinderopvang, wat leidde tot de conclusie dat Tinteltuin niet langer de BSO zou verzorgen. Tinteltuin vorderde schadevergoeding, stellende dat de Gemeente en ISOB c.s. onrechtmatig hadden gehandeld door de onderhandelingen af te breken. Het hof oordeelde dat Tinteltuin gerechtvaardigd had mogen vertrouwen op de totstandkoming van een overeenkomst en dat het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar was. De Gemeente werd vrijgesproken van aansprakelijkheid, maar ISOB en Flore werden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die Tinteltuin had geleden. De schade zal in een schadestaatprocedure worden vastgesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.193.118/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/225468/HA ZA 15-278
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 december 2017
inzake
TINTELTUIN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat: mr. F.W.M. Groot te Amsterdam,
appellante,
tevens incidenteel geïntimeerde,
tegen

1.GEMEENTE ALKMAAR,

zetelend te Alkmaar,
advocaat: mr. E.C.W. van de Poel te Alkmaar,
2.
INTERGEMEENTELIJKE STICHTING OPENBAAR BASISONDERWIJS,
statutair gevestigd te Castricum, en
3.
STICHTING FLORE,
statutair gevestigd te Alkmaar,
advocaat (2 en 3): mr. J.J. de Boer te Hoorn,
geïntimeerden, tevens incidenteel appellanten.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna respectievelijk Tinteltuin, de Gemeente, ISOB en Flore genoemd. Geïntimeerden sub 2 en 3 gezamenlijk zullen ook worden aangeduid als ISOB c.s.
Tinteltuin is bij dagvaarding van 30 maart 2016 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 30 december 2015, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Tinteltuin als eiseres en de Gemeente en ISOB c.s. als gedaagden.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties, zijdens de Gemeente;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, zijdens ISOB c.s.;
- memorie van antwoord in beide incidentele appelen;
- akte zijdens Tinteltuin, met producties;
- antwoordakte zijdens de Gemeente.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 28 september 2017 doen bepleiten, Tinteltuin door mr. R.J. Wolferen, advocaat te Amsterdam, en de Gemeente en ISOB c.s. door hun respectieve advocaten, Tinteltuin en de Gemeente aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Tinteltuin heeft in principaal appel geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad – alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten, met nakosten. In de incidentele appelen heeft zij geconcludeerd tot afwijzing ervan, met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten.
De Gemeente heeft in principaal appel geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen, en in incidenteel appel tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en afwijzing van de vorderingen van Tinteltuin, telkens met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten, met nakosten en rente.
ISOB c.s. hebben in principaal appel afwijzing van de vorderingen van Tinteltuin gevorderd en in incidenteel appel vernietiging van het vonnis waarvan beroep en afwijzing van de vorderingen van Tinteltuin, telkens met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten, met nakosten en rente
Alle partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1. tot en met 2.24. de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Die feiten, aangevuld met het in hoger beroep gebleken feit onder 2.25 hierna, zijn de volgende.
2.1.
Tinteltuin verzorgt onder meer kinderopvang, buitenschoolse opvang (hierna: BSO) en peuteropvang. In De Rijp bood Tinteltuin vanaf januari 2007 BSO aan in de schoolgebouwen van de St. Jozefschool en de Tweemaster onder de namen “de Kapitein” en “de Kajuit”. Algemeen directeur van Tinteltuin is [directeur] .
2.2.
ISOB hield de basisscholen “De Tweemaster” te De Rijp en basisschool ‘Vinckhuysen” te West Graftdijk in stand en Flore de basisscholen “De Baanbreker” te Graft en “Sint Jozef’ te De Rijp.
2.3.
De Gemeente heeft plannen ontwikkeld om een multifunctionele onderwijsvoorziening (hierna: de Brede School) te realiseren in Graft en De Rijp. Vanaf april 2006 tot maart 2007 heeft de Gemeente hiervan de haalbaarheid onderzocht, waarbij een aantal mogelijke participanten uit de regio is geïnterviewd, te weten ISOB, Flore, KIDS B.V. (eigenaar/exploitant van kinderdagverblijf KIDS IV), Stichting Peuterspeelzaal Jonas in de Walvis te De Rijp en Tinteltuin (hierna: de participanten).
2.4.
De participanten hebben in november 2007 een intentieovereenkomst met de Gemeente getekend. Doel van deze overeenkomst was het vastleggen van een plan van aanpak en het vastleggen van afspraken om gezamenlijk tot de realisatie van de Brede School te komen.
2.5.
De participanten en de Gemeente hebben zich verenigd in de werkgroep Multifunctionele Accommodatie (hierna: MFA), die in de periode 2007- 2010 regelmatig bijeenkwam.
2.6.
In januari 2010 is besloten om de werkgroep MFA op te splitsen in een Stuurgroep, die sturing zou geven aan het proces, en een Projectgroep, waarin alle partners vertegenwoordigd zouden zijn. Deze werkgroepen werden in juni 2011 geformeerd. Tinteltuin nam plaats in de Projectgroep.
2.7.
Blijkens het “Projectplan Brede school 2012-2015” (hierna: het Projectplan) heeft de Gemeente op 16 februari 2012 ingestemd met de ontwikkeling van een Brede School. De Stuurgroep bestond op dat moment uit ISOB, Flore, de Gemeente en Kids B.V. Lid van de Projectgroep waren op dat moment voornoemde partijen, aangevuld met Stichting Peuterspeelzaal Jonas in de Walvis, Centrum voor Jeugd & Gezin, Bibliotheek Kennemerwaard en Tinteltuin.
2.8.
Blijkens het Projectplan zou de Gemeente de financiering van de Brede School voor haar rekening nemen en de Brede School in eigendom nemen. De participanten in de Brede School zouden (onder)huurders worden van de locatie.
2.9.
Op 7 mei 2012 hebben ISOB, Flore, KIDS IV, peuterspeelzaal Jonas in de Walvis en de Gemeente een convenant voor de oprichting van de Brede School gesloten. Dit convenant luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)Overwegende dat:
  • Partijen zich als gezamenlijk doel hebben gesteld het oprichten en in exploitatie brengen van één brede school in de gemeente Graft-De Rijp en hiervoor op 26 november 2007 reeds een intentieovereenkomst hebben ondertekend.
  • Partijen onder brede school verstaan: Gebouw(en) ten behoeve van een netwerk van voorzieningen in en om een of meerdere scholen. Binnen dat netwerk werken scholen en organisaties als kinderopvang, peuterspeelzalen, bibliotheek, instellingen voor sport, cultuur en welzijnsinstellingen optimaal samen.
  • Partijen het voor dat doel opgestelde visiedocument brede school Graft-De Rijp d.d. 10 januari 2012 onderschrijven.
  • In genoemd visiedocument de volgende uitgangspunten centraal staan:
Speerpunt van de gezamenlijke visie is dat de brede school een ontmoetingsplaats wordt waar het kind van 0 tot 13 jaar centraal staat. Vanuit de verschillende voorzieningen willen organisaties een goed afgestemd aanbod aan diensten leveren. Samen leveren de organisaties een bijdrage aan de ontwikkeling en opvoeding van het kind. De brede school heeft een positieve uitstraling, is laagdrempelig en uitnodigend. Het is het kloppend hart van het dorp. Het verbindt kinderen, ouderen en bewoners. De brede school Graft-De Rijp functioneert, met zelfstandige partners, als brede maatschappelijke voorziening met een afgestemd aanbod op het gebied van onderwijs, sport en cultuur. De partijen hebben afgesproken de mate en vorm van samenwerking met elkaar te gaan verkennen. Elke instelling behoudt hierbij zijn of haar eigen identiteit en verantwoordelijkheid Door de ligging nabij het sportcomplex wordt een goede verbinding met sport belangrijk gevonden. Daarnaast hechten partijen aan veel aandacht voor cultuur.(…)
  • In het gebouw(en) van de brede school in ieder geval worden gehuisvest: de basisscholen De Baanbreker, St. Jozefschool en De Tweemaster, kinderopvang Kids IV, peuterspeelzaal Jonas In De Walvis, de buitenschoolse opvang en de bibliotheek.
  • Partijen op verschillende manieren zullen participeren in de brede school en partijen hierdoor verschillende verplichtingen in het kader van dit convenant hebben.
Partijen door het ondertekenen van dit convenant in ieder geval de afspraken vastleggen om de daadwerkelijke oprichting van het gebouw(en) waarbinnen de brede school zal worden gehuisvest, te realiseren.

1.Gezamenlijke verplichtingen van partijen

1.1
Realisatie
1. Partijen spannen zich maximaal in om op grond van genoemde overwegingen een brede school te realiseren.
2. Partijen streven er naar uiterlijk in 2015 de brede school te hebben gerealiseerd.
1.2
Optimale benutting ruimte
Partijen spannen zich maximaal in om de in de brede school beschikbare ruimte (vierkante meters) optimaal te benutten.
1.3
Doelmatig investeren
Partijen spannen zich maximaal in om de investeringen die in het kader van de oprichting en exploitatie van de brede school worden gedaan doelmatig te laten zijn.
1.4
Personele inzet
1. Partijen zorgen voor de personele inzet die nodig is bij het proces van oprichten en in exploitatie nemen van het gebouw waarin de brede school wordt gehuisvest. Hiermee wordt bedoeld dat partijen zorgen voor optimale vertegenwoordiging in overleg- en werkgroepen.
1.5
Programma van eisen
Partijen stellen vanuit hun eigen programma’s van eisen in gezamenlijkheid een functioneel en ruimtelijk Programma van eisen op binnen de wettelijke en financiële kaders van de gemeente.
1.6
Inzet beleidsstukken
Partijen brengen hun reguliere activiteiten en de daarvoor beschikbare middelen zoals deze zijn opgenomen in de vigerende beleidsstukken in het programma voor de brede school in zonder dat daar extra kosten voor worden berekend.
1.7
Nadere afspraken
Nadere afspraken over het beheer en de exploitatie van het gebouw van de brede school zullen nog worden vastgelegd.
2. Verplichtingen ISOB en Flore
ISOB en Flore brengen maximaal hun exploitatie-inkomsten voor huisvesting, onderhoudskosten huisvesting, energie en schoonmaak in het exploitatiebudget voor de brede school in.(…)
4. Verplichtingen gemeente
4.1
Financiën bouw brede school
De gemeente heeft de regie over het project en is verantwoordelijk voor het realiseren van de financiële dekking voor de investering die nodig is om het gebouw voor de brede school te kunnen oprichten.
4.2
Planologische procedure
1. De gemeente is verantwoordelijk voor het realiseren van de planologische procedure die noodzakelijk is voor het kunnen realiseren van het gebouw voor de brede school op de locatie De Pauw sport.
2. Indien de planologische procedure wordt belemmerd door kwesties die niet binnen de invloedsfeer van de gemeente vallen, is de gemeente daarvoor niet verantwoordelijk.
4.3
Programma van eisen
1. De gemeente stelt kaders ten behoeve van het functioneel programma van eisen op basis van de financiële uitgangspunten van het uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek d.d. januari 2012.
2. De gemeente werkt het functioneel programma van eisen uit tot een technisch programma van eisen.
4.4
Beschikbaarheid bouwlocatie
De gemeente is verantwoordelijk voor het tijdig beschikbaar hebben van de bouwlocatie voor de brede school. De gemeente zal hiertoe met SV De Rijp nadere afspraken maken.(…)”
2.10.
De Stuurgroep nam vervolgens het initiatief bij het zoeken naar geïnteresseerde partijen die konden worden aangewezen voor het aanbieden van kinderopvang en/of buitenschoolse opvang en/of peuteropvang op de Brede School.
2.11.
Op 19 november 2012 heeft Tinteltuin, na daartoe te zijn uitgenodigd door de Stuurgroep, een presentatie gegeven aan de schoolhoofden van de bij de Brede School betrokken basisscholen en een aanbod gedaan voor het verzorgen van de BSO op de Brede school.
2.12.
De notulen van de op 18 januari 2013 gehouden vergadering van de Projectgroep, luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…) [A][hof: vertegenwoordigster van basisschool “De Tweemaster”, hierna ook wel genoemd: [A] ]
deelt mede dat er een besluit is genomen over de BSO. Het is de TintelTuin geworden. De TintelTuin zal zo spoedig mogelijk uitgenodigd worden om bij de overleggen aan te sluiten en indien mogelijk al op 7 februari bij de architectenselectie. [A] overlegt dit a.s. maandag met de Tinteltuin.(…)”
2.13.
Een e-mail van 5 november 2013 van een medewerkster van Tinteltuin aan de Gemeente betreffende de ondertekening van voorovereenkomsten luidt als volgt:
“Moet er vanuit Tinteltuin ook getekend worden of is dat niet nodig omdat wij gaan onderhuren bij de scholen?”
2.14.
Bij e-mail van 6 november 2013 heeft de Gemeente het volgende geantwoord:
“Jullie hoeven op de 22ste niet te tekenen, maar jullie aanwezigheid wordt wel zeer op prijs gesteld”.
2.15.
Op 21 november 2013 heeft de projectleider van de Brede School het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente geadviseerd in te stemmen met het sluiten van voorovereenkomsten met Flore, ISOB, Bibliotheek Kennemerwaard, de GGD en Stichting Peuterspeelzaal Jonas in de Walvis. De bij dit advies behorende toelichting/motivatie luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Kinderopvang
Kids IV heeft op 14 november jl. laten weten definitief af te zien van verdere deelname aan het project. Het betreffende gedeelte is in het schetsplan voorlopig als reservering opgenomen, afhankelijk van de verdere ontwikkelingen met betrekking tot een mogelijk nieuwe participant. Inmiddels hebben vier partijen aangegeven belangstelling te hebben. Hiermee zullen binnenkort oriënterende gesprekken worden gevoerd. Het betreft: Forte Kinderopvang, Tinteltuin, Tita en Bruintje Beer.(…)
Buitenschoolse opvang (Tinteltuin)
Tinteltuin gaat ruimten van de scholen onderhuren ten behoeve van de buitenschoolse opvang, dus in dit geval is een voorovereenkomst met de gemeente niet van toepassing. De organisatie is wel bij de ondertekening aanwezig. (…)”
2.16.
Op 22 november 2013 zijn voormelde voorovereenkomsten met ISOB en Flore getekend, waarvan artikel 6, voor zover hier van belang, luidt:
“(…) wordt in de gelegenheid gesteld een deel van haar ruimtes beschikbaar te stellen voor buitenschoolse opvangactiviteiten en aan een organisatie voor buitenschoolse opvang te verhuren. Artikel 108 WPO is daarbij van toepassing. (…)”
2.17.
Doordat KIDS B.V. zich had teruggetrokken als aanbieder van kinderopvang voor de Brede School heeft Tinteltuin, na daartoe door de Gemeente te zijn uitgenodigd, op 13 januari 2014 tevens een aanbod gedaan voor het verzorgen van kinderopvang.
2.18.
De notulen van de vergadering van de Stuurgroep d.d. 20 januari 2014 luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)6. Bespreken voorstellen en keuze nieuwe partner kinderopvang
Op dit moment zijn er 5 kandidaten die een plan hebben ingediend. SKOA uit Alkmaar heeft aangegeven op korte termijn geen concreet voorstel te kunnen doen.
De stuurgroep discussieert uitvoerig over de voorliggende voorstellen en komt daarbij tot een aantal conclusies:
  • Tinteltuin en Forte hebben in de breedte aanzienlijk meer ervaring in brede scholen dan Bruintje Beer, Jimpy Play en Tita Kinderopvang.
  • Tinteltuin en Forte kunnen beide als zeer professionele aanbieders worden beschouwd.

De schoolbesturen hebben meer ervaring met Forte ( [B] geeft bijvoorbeeld aan dat Flore samen met Forte een kwaliteitskaart heeft ontwikkeld die in dit geval zo overgenomen kan worden. Met Tinteltuin zou dit complexer liggen.
[B] en [C] geven aan een voorkeur voor Forte te hebben. Het feit dat men meer ervaring heeft met Forte is hierbij een belangrijke overweging, vooral omdat de nieuwe partner direct moet aanhaken in het proces. Er is geen tijd te verliezen.
[C] zal nog checken bij haar directeuren of de teams deze keuze ondersteunen (telefonisch is op 21 januari 2014 aan [wethouder] doorgegeven dat ISOB kan instemmen met de keuze voor Forte).
Besproken wordt of het feit dat de schoolbesturen de BSO vorig jaar hebben aanbesteed en hierbij een keuze voor Tinteltuin hebben gemaakt nog invloed op de keuze zou moeten hebben. [B] geeft aan dat hiervoor geen lange termijn afspraak is gemaakt en dat de schoolbesturen hier vanaf kunnen.(…)”.
2.19.
Het verslag van de op 31 januari 2014 gehouden vergadering van de Projectgroep luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)De keuze voor een nieuw kinderdagverblijf als partner in de brede school is in eerste instantie teruggebracht van 5 naar 2. Uiteindelijk is Forte Kinderopvang geselecteerd als nieuwe partner. Gevraagd wordt waarom de keuze is gemaakt voor Forte. Belangrijkste punt dat de doorslag gaf is het feit dat beide schoolbesturen al in andere projecten en/of brede scholen samen werken met Forte. Dat is nu een voordeel in verband met noodzakelijke voortgang in het ontwerpproces.(…)”
2.20.
Bij e-mail van 3 februari 2014 heeft de Gemeente aan Tinteltuin het volgende meegedeeld:
“Hierbij laat ik jullie weten dat de definitieve keuze op Forte Kinderopvang is gevallen. Uiteindelijk heeft het feit dat zowel Flore als Isob ervaring hebben met Forte als kinderopvangpartner hierin de doorslag gegeven.
In de komende weken worden de afspraken met Forte verder uitgewerkt en vastgelegd.
Mochten jullie vragen hebben of een nadere toelichting willen, dan kunnen jullie wethouder [wethouder] hiervoor benaderen.”
2.21.
Bij brief van 14 februari 2014 heeft Flore onder meer het volgende aan Tinteltuin meegedeeld:
“De gemeente Graft-de Rijp is in samenspraak met de beide schoolbesturen en andere betrokken partijen bezig met de realisatie van de Brede School Graft-de Rijp.
Van de Brede school zou ook o.a. de kinderopvang deel gaan uitmaken. Om moverende redenen heeft deze organisatie zich teruggetrokken uit dit project.
Vanuit de gedachte om het geheel, van kinderopvang, voor- tussen- en naschoolse opvang en peuterspeelzaal, door één partij te laten organiseren is aan een aantal partijen offerte gevraagd.
Ook uw organisatie heeft, hoewel zij op dit moment alleen BSO aanbiedt op de scholen, een offerte ingediend.
Op grond van selectiecriteria en na een zorgvuldige afweging van alle ontvangen informatie is de stuurgroep unaniem tot een keuze gekomen.
Deze keuze heeft zij voorgelegd aan B&W van de gemeente Graft-de Rijp en inmiddels is bekend dat dit advies is overgenomen.
Hiermee wil ik u, vanuit Stichting ISOB en Stichting Flore, laten weten dat de keuze niet op uw organisatie is gevallen.
Dit betekent dat wij met een andere organisatie de verdere voorbereidingen gaan doen richting de Brede School die naar verwachting in 2015 zal worden opgeleverd.(…)”
2.22.
Bij brief van 6 maart 2014 heeft Tinteltuin de Stuurgroep verzocht haar beslissing om de BSO niet door Tinteltuin te laten verzorgen te herzien en alsnog uitvoering te geven aan het besluit van 11 januari 2013 om de BSO aan Tinteltuin te gunnen, bij gebreke waarvan zij genoodzaakt is een schadeclaim te moeten indienen.
2.23.
Bij brief van 15 mei 2014 heeft ISOB, mede namens Flore, als volgt gereageerd:
“(…) U baseert de inhoud van uw brief op de stelling dat wij hebben besloten dat TintelTuin in de nieuw te bouwen Brede school Graft-De Rijp de BSO mag aanbieden. Dat is niet juist.
Er is geen sprake van een overeenkomst met u, waarin hierover afspraken zijn gemaakt. Zoals u weet was het in eerste instantie de bedoeling dat de kinderopvang in de Brede school door Kids BV zou worden aangeboden. Ook hebben we gekeken naar de mogelijkheid dat TintelTuin alsdan de BSO zou aanbieden. Definitieve afspraken zijn er echter niet gemaakt.
TintelTuin is een aanbieder van BSO op onze scholen waarbij er sprake is van medegebruik/verhuur van leegstaande lokalen. Daarbij is de Verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs van toepassing waarbij er sprake is van maximaal gebruik van 1 schooljaar. Elk jaar bestaat opnieuw de mogelijkheid dat de gemeente, op grond van de genoemde verordening, leegstand vordert. In die zin is de samenwerking tussen de basisschool en de TintelTuin voor de BSO beperkt tot 1 schooljaar. Uiteraard is deze samenwerking stilzwijgend verlengd omdat er behoefte bleef aan BSO en de leegstand beschikbaar was.
In het licht van de ontwikkelingen richting de Brede school was het vanzelfsprekend dat de eerste verkenning gedaan werd met organisaties waar al mee werd samengewerkt. En deze organisaties zijn ook daadwerkelijk betrokken bij die verkenning. Op grond van de ontwikkelde visie op Brede scholen en het afhaken van Kids BV heeft een heroverweging plaatsgevonden van de feitelijke invulling van kinderopvang en BSO en de gewenste partijen. En op grond van die visie zijn vervolgens partijen, waaronder TintelTuin uitgenodigd om een aanbod met offerte in te dienen.
Daarbij heeft de stuurgroep laten weten dat meerdere partijen belangstelling hadden voor het aanbieden van de kinderopvang in de Brede school en dat er op 20 januari 2014 een definitieve keuze zou worden gemaakt ten aanzien van de partner in het vervolgproces. Daarbij is ook aangegeven dat het van belang is dat de bereidheid bestaat de kinderopvang, BSO en peuterspeelzaalwerk gezamenlijk aan te bieden. Hieruit blijkt wel, dat ook de gunning van de BSO nog niet vast stond. Duidelijk was, dat we met één partner verder wilden. Uiteindelijk is de keus niet op u gevallen.
Wij begrijpen dat dit voor uw organisatie vervelend is, maar wij zijn het niet met u eens dat wij handelen in strijd met de met u gemaakte afspraken. Het is niet zo dat de BSO al aan u was opgedragen, zoals u stelt. Er was, zoals eerder gemeld, sprake van een gezamenlijke verkenning van de invulling van de Brede school ervan uitgaande dat Kids BV de kinderopvang zou verzorgen.
Uw organisatie verzorgt dienstverlening bij onze scholen en was ook betrokken bij de eerste verkenningen richting de Brede school en daarom hebben we u ook verder betrokken bij de officiële gunning in de selectieprocedure. Daarmee hebben we ook gehandeld in overeenstemming met de door u genoemde precontractuele goede trouw.
Gelet op het bovenstaande zijn wij van oordeel, dat wij niet gehouden zijn u enige schadevergoeding te betalen. Daarnaast zijn wij van mening dat zelfs al zou er sprake zijn van het niet nakomen van afspraken (wat dus niet het geval is), de door u gestelde schade onder punt 2 geen verband daarmee houdt.
Wij zullen niet terugkomen op ons besluit en zullen de BSO in de te bouwen Brede school niet bij u onder gaan brengen.
Uw argument dat vanuit de TintelTuin tijd en energie gestopt is in de verkenningen richting de Brede school kunnen wij plaatsen. Wij zijn dan ook bereid u de door u onder punt 1 gestelde schade ad € 3.237,52 te vergoeden. Dit met de uitdrukkelijke vermelding dat wij daartoe niet gehouden zijn en hiermee geen enkele schadevergoedingsplicht erkennen, maar enkel als tegemoetkoming in de door u gemaakte kosten.(…)
Zoals aangegeven zijn wij van oordeel dat er geen enkele overeenkomst bestaat tussen ons met betrekking tot de BSO in de nieuw te bouwen Brede school, in welke vorm dan ook. Enkel voor het geval dat vast zou komen te staan dat er wel sprake zou zijn van een overeenkomst (in welke vorm en met welke inhoud dan ook), zeggen wij deze hierbij op met inachtneming van een redelijke opzegtermijn, per 1 augustus 2015.(…)”
2.24.
Bij brief van 25 juni 2014 heeft (de raadsman van) Tinteltuin onder meer het volgende meegedeeld aan ISOB:
“(…) Om redenen als in clientes brief uitgelegd en met feiten onderbouwd, is cliente van oordeel dat met haar is overeengekomen dat zij de voorbedoelde BSO partner is. Dit is immers - zonder het stellen van nadere voorwaarden - aan cliente toegezegd en die toezegging heeft zij geaccepteerd. Dit houdt in dat overeenstemming is bereikt tussen de betrokkenen, die hen bindt en waarop niet eenzijdig kan worden teruggekomen.
(…)
Namens cliente deel ik u mee dat dit meebrengt dat u tekortschiet in de nakoming van uw verplichtingen uit de overeenkomst in zodanig ernstige mate dat cliente gerechtigd is de overeenkomst (bij deze) buitengerechtelijk te ontbinden en aanspraak te maken op vergoeding van de door uw tekortschieten aan haar zijde geleden en nog te lijden schade.
Uit de verschillende werkgroepverslagen en -notities kan cliente verder slechts opmaken dat het (onmiskenbaar en in stellige mate) de intentie was van alle betrokkenen om de samenwerking voor meerdere jaren aan te gaan. Dit vloeit ook voort uit de aard van het Brede School-project. Een beroep in dit verband op de Verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs, die zou bepalen dat de periode van medegebruik resp. van verhuur van leegstaande klaslokalen gebonden zou zijn aan een maximum van een jaar, gaat niet op. Bij een behoorlijke nakoming van de aan cliente gedane toezegging zou uiterst onaannemelijk zijn dat een dergelijke bepaling zou zijn toegepast, zomin als aannemelijk is dat u de uitvoering van de nu door u met de Forte-organisatie gesloten overeenkomst met een beroep op deze Verordening voortijdig beëindigt.
Argumenten van meer formele aard, zoals betreffende de vraag of uw Stichting een beroep op die verordening überhaupt toekomt, laat ik in het raam van deze brief vooralsnog onbesproken. (…)
In uw brief van 15 mei jl. beëindigt u de overeenkomst met cliente subsidiair per 1 augustus 2015.
Als cliente dit zou aanvaarden, waar zij niet toe gehouden is en vooralsnog evenmin bereid, dan is - gelet op het feit dat dan de referentieperiode voor het berekenen van de schadevergoeding ziet op het eerste jaar van de beoogde samenwerking - het dekkingsverlies voor cliente reeds circa € 61.000,--, naast de schadepost van € 3.273,52 als gespecificeerd in de bijlage bij clientes brief van 6 maart 2014. Uw voorstel om de zaak af te doen tegen betaling van laatstvermelde som wijst cliente dan ook af.
Cliente is er - het zij herhaald - niet op uit om in deze zaak een gerechtelijke procedure aan te spannen, maar blijft een redelijke oplossing uit, dan zal zij haar schadevergoedingsaanspraak toch in rechte moeten laten toetsen. In een poging dit te vermijden verzoek ik u namens cliente om op korte termijn (binnen veertien dagen na heden) een substantieel beter voorstel te doen. Mocht u prijsstellen op inzage in en uitleg over clientes schadeberekening, dan kan daarvoor rechtstreeks contact worden opgenomen met clientes directeur de heer [directeur] .(…)
Een afschrift van deze brief zend ik aan het College van B. en W. van de gemeente Graft-De Rijp, die cliente hoofdelijk aansprakelijk houdt, om redenen als reeds in clientes brief van 6 maart 2014 zijn uiteengezet.”
2.25.
De Brede School is inmiddels gerealiseerd en in bedrijf.

3.Beoordeling

3.1
Tinteltuin vordert in dit geding dat:
( i) voor recht wordt verklaard dat de Gemeente en ISOB c.s., hoofdelijk subsidiair elk voor een door de rechtbank te bepalen gedeelte, aansprakelijk zijn voor vergoeding van de schade, door Tinteltuin geleden ten gevolge van de feiten als in de dagvaarding vermeld;
- primair vanwege het aan de Gemeente en ISOB c.s. toerekenbare tekortschieten in de nakoming van de met Tinteltuin gesloten BSO-Overeenkomst;
- subsidiair vanwege het onrechtmatige handelen (in strijd met de precontractuele goede trouw) door de Gemeente en ISOB c.s. jegens Tinteltuin;
(ii) voor recht wordt verklaard respectievelijk wordt bepaald dat deze schade bestaat uit
a. de directe kosten verbonden aan de werkzaamheden van mevrouw [D] , groot € 3.237,52;
b. het verlies van de dekking in de algemene (overhead-) kosten van Tinteltuin, die bij een reguliere exploitatie door Tinteltuin van de BSO in de Brede School zou zijn gegenereerd, gedurende een periode van vier jaren, althans een nader te bepalen periode;
c. het verlies aan de bijdrage in de winst van Tinteltuin die bij een reguliere exploitatie door Tinteltuin van de BSO in de Brede School zou zijn gegenereerd, gedurende een periode van vier jaren, althans een nader te bepalen periode;
(iii) de Gemeente en ISOB c.s. hoofdelijk, subsidiair elk voor het onder (i) bedoelde gedeelte, worden veroordeeld tot betaling aan Tinteltuin van een bedrag ter zake van schade vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
(iv) de Gemeente en ISOB c.s. hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van de procedure, waaronder begrepen een bedrag aan (na)salaris advocaat.
3.2.
De rechtbank heeft de Gemeente en ISOB c.s. - uitvoerbaar bij voorraad - hoofdelijk veroordeeld om aan Tinteltuin een bedrag van € 3.237,52 te betalen met rente, de proceskosten tussen partijen gecompenseerd en de vorderingen voor het overige afgewezen. Tegen (onderdelen van) deze beslissingen en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komen partijen in principaal respectievelijk incidenteel appel met hun grieven op.
3.3
De eerste griefvan Tinteltuin in principaal appel houdt in dat de rechtbank ten onrechte heeft aangenomen dat er tussen Tinteltuin enerzijds en de Gemeente en ISOB c.s. anderzijds geen overeenkomst tot stand is gekomen aangaande de verzorging van de BSO door Tinteltuin op de Brede School, omdat over de essentialia van die overeenkomst geen overeenstemming bestond. Volgens Tinteltuin doelt de rechtbank op essentialia van een huurovereenkomst (huurprijs, kosten, aantal vierkante meters en locatie), maar gaat het hier om een samenwerkingsovereenkomst, waarover wel overeenstemming bestond. Voor zover de genoemde voorwaarden wel essentieel waren voor de BSO-overeenkomst geldt dat deze voorwaarden niet onderhandelbaar waren, zodat op die punten moet worden geacht overeenstemming te hebben bestaan.
3.4
Grief 2richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat het afbreken van de onderhandelingen met Tinteltuin door de Gemeente en ISOB c.s. niet onaanvaardbaar en onrechtmatig is te achten. Tinteltuin voert in dat verband onder meer aan dat er al langere tijd werd onderhandeld, aan Tinteltuin is toegezegd dat zij de partner zou worden voor de BSO, slechts nog het huurcontract moest worden opgesteld waarvan de inhoud al bekend was, aan derden is gecommuniceerd dat Tinteltuin partner zou worden, na het terugtrekken van KIDS B.V. aan Tintetuin is verzocht om ook te opteren als partner voor het kinderdagverblijf en de Gemeente en ISOB c.s. zich bewust waren van het door haar bij Tinteltuin gewekte vertrouwen in het tot stand komen van de overeenkomst.
3.5
De Gemeente heeft vooreerst als verweer en ook als kern van al haar
grieven in incidenteel appelaangevoerd dat zij geen partij was bij de onderhandelingen tussen de scholen en Tinteltuin en dat er ook geen enkele contractuele relatie tussen Tinteltuin en de Gemeente is of zou ontstaan. Die relatie zou er alleen met de scholen komen. Uit het projectplan volgt volgens de Gemeente dat zij alleen verantwoordelijk was voor de vastgoedexploitatie en dat de participanten die het convenant met elkaar hebben gesloten in beginsel huurders zouden worden van de school die eigendom werd van de Gemeente. Volgens de Gemeente wordt zij ten onrechte in een adem genoemd met ISOB en Flore omdat zij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij de keuze voor een BSO. Er is geen besluit van de Gemeente waaruit zou volgen dat aan Tinteltuin de opdracht is verstrekt om de BSO te exploiteren. De Gemeente had ook geen bevoegdheid een overeenkomst met Tinteltuin aan te gaan, noch had de Stuurgroep de bevoegdheid de Gemeente aan een overeenkomst te binden.
3.6
Dit verweer slaagt. Tinteltuin heeft onvoldoende onderbouwd dat de Gemeente haar contractspartner was bij een overeenkomst aangaande de BSO in de Brede School. Weliswaar was de Gemeente betrokken bij de Stuurgroep (en de Projectgroep) maar dat is onvoldoende om zulks aan te nemen. De Stuurgroep had immers wel als taak sturing te geven aan het proces rond de totstandkoming van de Brede School, maar onvoldoende is komen vast te staan dat zij in dat kader ook bevoegdheden of mandaat had om dergelijke overeenkomsten met derden aan te gaan. Anders dan Tinteltuin stelt kan dat ook niet worden afgeleid uit de door Tinteltuin bij inleidende dagvaarding overgelegde producties 2 tot en met 6 (de intentieovereenkomst, de verslagen van de werkgroep MFA, de Projectopdracht en het Projectplan). Het sluiten van een dergelijke overeenkomst bleef daarom een bevoegdheid van de desbetreffende individuele leden van de Stuurgroep. Daarbij komt dat op 19 november 2012 Tinteltuin ook alleen aan de schoolhoofden van de bij de Brede School betrokken basisscholen een presentatie heeft gegeven en een aanbod heeft gedaan voor het verzorgen van de BSO op de Brede school, niet aan de Stuurgroep, noch aan de Gemeente. Voor de Gemeente was ter zake ook geen rol weggelegd. Hierop stuit zowel de primaire als de subsidiaire grondslag van de vordering van Tinteltuin jegens de Gemeente af. De grieven van de Gemeente in incidenteel appel slagen en de vorderingen jegens haar moeten integraal worden afgewezen.
3.7
Ter beoordeling staat dan vervolgens of Tinteltuin met ISOB c.s. een BSO-overeenkomst heeft gesloten. Een BSO-overeenkomst als waarvan in dit geval sprake is behelst in elk geval de afspraak dat een BSO zal worden verzorgd. In dit geval kan weliswaar uit de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep worden afgeleid dat de keuze voor Tinteltuin als aanbieder voor de BSO door haar wederpartijen was gemaakt (zie daarover hieronder meer), maar van verdere afspraken is niet gebleken. De inhoud van de samenwerkingsovereenkomst is daarmee te onbepaald gebleven. Elke concrete praktische en financiële invulling van de BSO en het overleg daarover moest nog plaatsvinden. Daarom kan niet worden gezegd dat een BSO-overeenkomst was bereikt. Grief 1 faalt.
3.8
ISOB c.s. hebben zich op het standpunt gesteld dat, zoals de rechtbank ook heeft geoordeeld, de uiteindelijke keuze voor Forte Kinderopvang onder de contractsvrijheid van partijen valt en dat het afbreken van de onderhandelingen met Tinteltuin niet onaanvaardbaar en onrechtmatig is. Volgens hen bestond in eerste instantie alleen een intentie om de BSO te laten verzorgen door Tinteltuin, en is de keuze voor Forte Kinderopvang voortgekomen uit het wegvallen van KIDS B.V. Ook zijn de stichtingen niet gebonden aan eventuele uitlatingen van [A] . Alleen de bestuurders van ISOB en Flore zijn bevoegd de stichtingen rechtsgeldig te binden en Tinteltuin wist dat. Uitlatingen van een partij in een Stuurgroep kunnen partijen niet binden. Er zijn met Tinteltuin geen onderhandelingen over (de essentialia) een huurovereenkomst gevoerd en er is bij haar dus geen vertrouwen opgewekt dat zo’n overeenkomst gesloten zou worden, aldus ISOB c.s..
3.9
Als maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen - die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen. Dit betreft een strenge en terughoudende maatstaf, waarbij zelfs wanneer de wederpartij het gerechtvaardigde vertrouwen had dát een overeenkomst tot stand zou komen, dat niet mee behoeft te brengen dat afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar is, omdat ook rekening moet worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de partij die de onderhandelingen afbrak.
3.1
Vertaald naar de onderhavige situatie is dan het volgende van belang.
Tinteltuin heeft in De Rijp vanaf januari 2007 BSO aangeboden in de schoolgebouwen van de St. Jozefschool en de Tweemaster. In het kader van een haalbaarheidsonderzoek naar de oprichting van de Brede School heeft de Gemeente met een aantal mogelijke participanten, waaronder Tinteltuin, interviews gehouden. De participanten hebben in november 2007 een intentieovereenkomst met de Gemeente getekend. Doel van de overeenkomst was het vastleggen van een plan van aanpak en het vastleggen van afspraken om gezamenlijk tot de wenselijke realisatie van de Brede School te komen. De participanten, waaronder Tinteltuin, en de Gemeente hebben zich verenigd in de MFA, die in de periode 2007- 2010 regelmatig bijeenkwam. Na opsplitsing in januari 2010 van de MFA in een Stuurgroep, die sturing zou geven aan het proces, en een Projectgroep, waarin alle partners vertegenwoordigd zouden zijn, heeft Tinteltuin plaats genomen in de Projectgroep. De Gemeente heeft op 16 februari 2012 ingestemd met de ontwikkeling van een Brede School. De Stuurgroep bestond op dat moment uit ISOB, Flore, de Gemeente en Kids B.V. Lid van de Projectgroep waren op dat moment voornoemde partijen, aangevuld met onder meer Tinteltuin. Op 7 mei 2012 hebben ISOB, Flore, KIDS IV, peuterspeelzaal Jonas in de Walvis en de Gemeente een convenant voor de oprichting van de Brede School gesloten. De Stuurgroep nam vervolgens het initiatief bij het zoeken naar geïnteresseerde partijen die konden worden aangewezen voor onder meer BSO op de Brede School. Op 19 november 2012 heeft Tinteltuin, na daartoe te zijn uitgenodigd door de Stuurgroep, een presentatie gegeven aan de schoolhoofden van de bij de Brede School betrokken basisscholen en een aanbod gedaan voor het verzorgen van de BSO op de Brede school. Dit aanbod is in zoverre aanvaard dat de keuze is gemaakt voor Tinteltuin als aanbieder van de BSO. Dit volgt uit de notulen van de Projectgroep van 18 januari 2013 :“(…) [A] deelt mede dat er een besluit is genomen over de BSO. Het is de TintelTuin geworden. De TintelTuin zal zo spoedig mogelijk uitgenodigd worden om bij de overleggen aan te sluiten en indien mogelijk al op 7 februari bij de architectenselectie. [A] overlegt dit a.s. maandag met de Tinteltuin.(…)”, maar ook uit de notulen van de vergadering van de Stuurgroep 20 januari 2014, waarin is vermeld: “(…) Besproken wordt of het feit dat de schoolbesturen de BSO vorig jaar hebben aanbesteed en hierbij een keuze voor Tinteltuin hebben gemaakt (…).” Tinteltuin nam na de mededeling van 18 januari 2013 weer telkens deel aan vergaderingen van de Projectgroep en daaraan gerelateerde activiteiten en werd door de Projectdeelnemers blijkens de notulen beschouwd als degene die de BSO ging aanbieden. [A] heeft bevorderd dat Tinteltuin haar toenmalige zelfstandige locatie voor BSO verliet om in te trekken bij De Tweemaster, met als doel de nodige ervaring op te doen in het samen delen van een locatie. Tinteltuin is kennelijk door de Stuurgroep gepresenteerd aan derden, in elk geval de Grontmij, als aanbieder van de BSO op de Brede School. De deelname van de partijen zou op 22 november 2013 worden vastgelegd in een voorovereenkomst met partijen, waarbij door de Gemeente aan Tinteltuin te kennen is gegeven dat zij niet hoefde mee te tekenen, maar dat haar aanwezigheid wel zeer op prijs werd gesteld. In november 2013 trok KIDS B.V. zich terug als aanbieder van de kinderopvang. Tinteltuin is toen door de Stuurgroep benaderd om een offerte uit te brengen voor de kinderopvang. Dit heeft zij op 13 januari 2014 gedaan en in die offerte is door haar verwezen naar de omstandigheid dat de schooldirecteuren reeds definitief hadden gekozen voor Tinteltuin als aanbieder van de BSO. Rond een maand later is Tinteltuin gebleken dat niet met haar, maar met Forte Kinderopvang de verdere voorbereiding zou worden gedaan voor de BSO en in maart 2014 is haar gesommeerd van verdere deelname aan de Projectgroep af te zien.
3.11
Onder de hiervoor geschetste omstandigheden moet niet alleen worden geconcludeerd dat onmiskenbaar is dat ISOB c.s. in vergevorderde onderhandelingen waren met Tinteltuin over de BSO-overeenkomst, maar ook dat Tinteltuin gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat daadwerkelijk een BSO-overeenkomst met haar zou worden gesloten. Het was daarom niet aanvaardbaar de onderhandelingen met haar op deze wijze af te breken. De Stuurgroep, en in het bijzonder ISOB c.s. hebben immers zelf door hun handelen op ondubbelzinnige wijze aan Tinteltuin duidelijk gemaakt dat zij de BSO zou gaan verzorgen en haar in dat kader en met dat vooruitzicht betrokken bij alle voorbereidende activiteiten rondom de oprichting van de Brede School, waar dat zou plaatsvinden. Aan de samenwerking moest weliswaar nog nadere invulling worden gegeven, maar gelet op de wijze waarop partijen zich tot elkaar verhielden en zich naar elkaar hebben gedragen is de gevolgtrekking gerechtvaardigd dat zulks niet meer dan een formaliteit zou zijn en dat er zich in elk geval geen feiten of omstandigheden voordeden die de ondertekening in de weg stonden. Toen vervolgens KIDS B.V. wegviel als aanbieder van de kinderopvang moest daarvoor vervanging worden gezocht en is met Tinteltuin in die zin verder onderhandeld dat haar is gevraagd een offerte uit te brengen over die kinderopvang. Onvoldoende gemotiveerd is waarom de uitkomst van het proces rondom het zoeken naar een nieuwe aanbieder voor kinderopvang moest meebrengen dat Tinteltuin, als aanbieder van de BSO, uiteindelijk het veld diende te ruimen. Tinteltuin is door de Stuurgroep op 20 januari 2014 in elk geval nog omschreven als een zeer professionele aanbieder. Indien ISOB c.s. en de andere leden van de Stuurgroep groot belang hadden gehecht aan het in één hand komen van BSO en kinderopvang, wat tot op dat moment niet aan de orde was geweest, had het voor de hand gelegen om ten minste met Tinteltuin over die offerte verder te onderhandelen en/of deze wens met haar te bespreken. In ieder geval hadden ISOB c.s. zich rekenschap moeten geven van de bijzondere positie die Tinteltuin inmiddels had verworven en het vertrouwen dat zij bij haar hadden gewekt dat zij de BSO zou verzorgen. Dat hebben zij ten ene male nagelaten; uit de desbetreffende notulen blijkt dat overwegingen van dien aard bij die besluitvorming geen rol hebben gespeeld. Tegen Tinteltuin is gezegd dat ISOB en Flore met Forte Kinderopvang al ervaring hadden, maar dat is geen omstandigheid van voldoende gewicht die een afscheid van Tinteltuin op dat moment rechtvaardigde. ISOB c.s. hebben ook overigens geen feiten of omstandigheden van voldoende gewicht naar voren gebracht die hun keuze inzichtelijk maken of rechtvaardigen. Aldus valt niet in te zien dat zij, gezien de achtergrond van het gehele verloop van onderhandelingen met Tinteltuin, op dat moment gerechtvaardigde belangen hadden om de onderhandelingen met Tinteltuin af te breken. Door dit wel te doen hebben zij derhalve onrechtmatig gehandeld, welk handelen hen kan worden toegerekend. Aannemelijk is dat Tinteltuin als gevolg van het onrechtmatig afbreken van de onderhandelingen mogelijk schade heeft geleden. Die schade omvat naast de tevergeefs gemaakte kosten mede de gederfde winst. De totale schade is thans niet te begroten, maar zal dienen te worden vastgesteld in een schadestaatprocedure. Het hof zal ISOB c.s. daarom veroordelen tot betaling van schadevergoeding op te maken bij staat. Grief 2 slaagt.
3.12
Het voorgaande brengt mee dat het betoog in grief I in incidenteel appel van ISOB c.s., dat elke juridische grond voor de vordering ontbreekt, wordt verworpen. In zoverre faalt die grief. Voor zover de grief zich echter richt tegen de veroordeling tot betaling aan Tinteltuin van € 3.237,52 met rente, slaagt zij omdat inhoud en omvang van de schadevergoedingsplicht in de schadestaatprocedure aan de orde komen en verschuldigdheid van dit bedrag daarom thans nog niet kan worden vastgesteld. Nu Tinteltuin overwegend in het gelijk wordt gesteld moeten ISOB c.s. de proceskosten van het geding in eerste aanleg dragen; grief II in hun incidenteel appel, die op een ander uitgangspunt berust, faalt.
3.13
De slotsom is dat grief 1 in principaal appel faalt jegens de Gemeente en ISOB c.s. en grief 2 in principaal appel eveneens faalt jegens de Gemeente, maar slaagt jegens ISOB c.s.. Grief I in incidenteel appel van ISOB c.s. slaagt gedeeltelijk en grief II in hun incidenteel appel faalt. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd. In de procedure jegens ISOB c.s. geldt voorts dat de vordering van Tinteltuin onder 1 aanhef primair (hoofdelijkheid) en vervolgens subsidiair zal worden toegewezen. De vordering onder 2 wordt afgewezen omdat de hoogte van de schade in de schadestaatprocedure dient te worden vastgesteld. De vordering onder 3 primair wordt toegewezen. ISOB c.s. zullen als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties van Tinteltuin. Tinteltuin zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties van de Gemeente.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep
en opnieuw rechtdoende:
wijst de vordering van Tinteltuin jegens de Gemeente af;
verklaart voor recht dat ISOB en Flore hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die Tinteltuin heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van ISOB en Flore jegens Tinteltuin;
veroordeelt ISOB en Flore hoofdelijk tot vergoeding van de door Tinteltuin als gevolg van dat handelen geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
veroordeelt ISOB en Flore in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van Tinteltuin begroot op € 766,48 aan verschotten en € 904,- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 795,75 aan verschotten en € 2.682,- voor salaris in principaal appel en € 1.341,- aan salaris in incidenteel appel, en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
veroordeelt Tinteltuin in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van de Gemeente begroot op € 763,- aan verschotten en € 904,- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 718,- aan verschotten en € 2.682,- voor salaris in principaal appel en € 1.341,- aan salaris in incidenteel appel, en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, L.A.J. Dun en E.K. Veldhuijzen van Zanten en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 december 2017.