ECLI:NL:GHAMS:2017:528
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de geldigheid van een arbeidsovereenkomst en proeftijd bij Frontex B.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Frontex B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de geldigheid van een arbeidsovereenkomst en de proeftijd van een werknemer, [X]. De arbeidsovereenkomst was ondertekend op 13 mei 2013, met een ingangsdatum van 1 juni 2013 en een proeftijd van één maand. Werknemer [X] stelt dat hij op 16 mei 2013 met zijn werkzaamheden is begonnen, wat volgens hem betekent dat de proeftijd op die datum is ingegaan. Het hof oordeelt dat [X] gedurende de maand mei 2013 een WW-uitkering heeft ontvangen en dat er geen arbeidsovereenkomst bestond vóór 1 juni 2013. Het hof verwerpt de stelling van [X] dat hij eerder is begonnen met werken en concludeert dat de proeftijd op 1 juni 2013 is ingegaan. Hierdoor was het ontslag door Frontex op 30 juni 2013 geldig, aangezien dit binnen de proeftijd plaatsvond. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en wijst de vorderingen van [X] af, waarbij hij in de proceskosten wordt veroordeeld.