Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Misterclaim,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
De heer [geïntimeerde] machtigt hierbij en komt overeen met Misterclaim, het volgende:
1. Het opvragen van alle (medische) informatie die Misterclaim nodig vindt voor een optimale behandeling van uw letselschadezaak.
2. Het voeren van onderhandelingen met de wederpartij over de hoogte van de schadevergoeding en de afwikkeling van uw letselschadezaak.
3. Indien geen overeenstemming met de wederpartij valt te bereiken over erkenning van aansprakelijkheid en/of betaling van schadevergoeding machtigt u Misterclaim voor het (doen) opstarten van een gerechtelijke procedure.
4. Het op de (derden)rekening van Misterclaim ontvangen, doorbetalen en zo nodig verrekenen van de aan u toekomende schadevergoedingen en kosten zoals in punt 5 genoemd.
5. Het rechtstreeks aan de wederpartij declareren van de buitengerechtelijke kosten die Misterclaim in uw zaak heeft gemaakt. De kosten vangen aan op het moment van het eerste contact tussen u en Misterclaim, en zijn gebaseerd op het standaarduurtarief van 300,- euro, excl. 6% kantoorkosten, verschotten en BTW. Deze kosten worden door u bij voorbaat aan Misterclaim overgedragen en dus niet bij u in rekening gebracht.
6. Uitsluitend over het door Misterclaim in uw zaak behaalde resultaat bent u aan hem een vergoeding verschuldigd van 25% plus BTW. Deze wordt niet berekend over de vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en daarop ook niet in mindering gebracht of mee verrekend.
7. Bovengenoemde financiële afspraken zijn alleen van toepassing indien de wederpartij aansprakelijkheid erkent of bereid is uw letselschade te betalen. (…)’
€ 5.000,-, dus € 2.903,07 minder dan zij aanvankelijk had gedeclareerd.
€ 21.929,80 dat Nh1816 hem na de totstandkoming van de onder 3.5 genoemde vaststellingsovereenkomst heeft betaald, te weten € 5.482,45, vermeerderd met
€ 1.151,31 wegens btw, tezamen € 6.633,76. Zij beroept zich daartoe op de resultaatafhankelijke beloning die partijen in alinea 6 van overeenkomst I zijn overeengekomen en die zij, Witlox, in januari 2015 reeds had ingehouden op een toentertijd door Nh1816 aan haar uitgekeerd voorschot van € 1.000,- op de – bij de vaststellingsovereenkomst bepaalde – schadevergoeding voor [geïntimeerde] . [geïntimeerde] heeft het genoemde bedrag van € 6.633,76 onbetaald gelaten en Witlox, onder andere, beticht van ‘dubbel declareren’ en van het in het ongewisse laten van GRM daarvan.
€ 7.000,- dat Witlox daarnaast van Nh1816 zou ontvangen (voor deskundige bijstand aan [geïntimeerde] ).
€ 21.929,80, te weten de slotbetaling van Nh1816 op grond van de onder 3.5 genoemde vaststellingsovereenkomst, min € 6.633,76, zijnde € 15.296,04, zou resteren als schadevergoeding. Dit is slechts € 1.662,28 meer dan het loon van Witlox en precies hierover heeft [geïntimeerde] tijdens de comparitiezitting in eerste aanleg zijn verbazing uitgesproken, stellend het ‘raar’ te vinden dat Witlox (bijna) evenveel als hijzelf zou ontvangen. Als rekening zou worden gehouden met de uitgekeerde voorschotten van € 3.070,20 en de eerder ingehouden resultaatafhankelijke beloning, wordt de verhouding tussen het loon van Witlox en het voor [geïntimeerde] resterende bedrag niet wezenlijk anders.