ECLI:NL:GHAMS:2017:5007
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte met recidivegevaar
In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 29 november 2017, werd een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en thans gedetineerd te [locatie], had op 17 november 2017 een verzoekschrift ingediend bij het hof. Dit verzoek volgde op een eerdere veroordeling door de rechtbank Amsterdam op 16 november 2017, waarbij de verdachte was veroordeeld voor een ernstig feit dat de rechtsorde had geschokt.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 29 november 2017, werd de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof. Het hof overwoog dat er sprake was van een veroordeling voor een ernstig feit en dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden. Bovendien had de verdachte meerdere veroordelingen op zijn naam staan in verband met overtredingen van de Opiumwet, wat het recidivegevaar vergrootte.
Op basis van deze overwegingen besloot het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. De beschikking werd gegeven door de voorzitter, mr. J.L. Bruinsma, en de raadsheren mrs. M. Senden en J. Piena, in tegenwoordigheid van griffier mr. S.A.M. Borg. De advocaat-generaal werd belast met het ter kennis brengen van deze beschikking aan de verdachte.