ECLI:NL:GHAMS:2017:5007

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 november 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
23-004105-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte met recidivegevaar

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 29 november 2017, werd een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en thans gedetineerd te [locatie], had op 17 november 2017 een verzoekschrift ingediend bij het hof. Dit verzoek volgde op een eerdere veroordeling door de rechtbank Amsterdam op 16 november 2017, waarbij de verdachte was veroordeeld voor een ernstig feit dat de rechtsorde had geschokt.

Tijdens de behandeling in raadkamer op 29 november 2017, werd de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof. Het hof overwoog dat er sprake was van een veroordeling voor een ernstig feit en dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden. Bovendien had de verdachte meerdere veroordelingen op zijn naam staan in verband met overtredingen van de Opiumwet, wat het recidivegevaar vergrootte.

Op basis van deze overwegingen besloot het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. De beschikking werd gegeven door de voorzitter, mr. J.L. Bruinsma, en de raadsheren mrs. M. Senden en J. Piena, in tegenwoordigheid van griffier mr. S.A.M. Borg. De advocaat-generaal werd belast met het ter kennis brengen van deze beschikking aan de verdachte.

Uitspraak

23-004105-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGop een verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans gedetineerd te [locatie].

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte, waaronder de aantekening mondeling vonnis van de rechtbank Amsterdam van
16 november 2017.
Voorts heeft het hof gezien het namens de verdachte ingediende verzoekschrift strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis dat op 17 november 2017 bij het hof is binnengekomen.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 29 november 2017 gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof.
Het hof heeft gelet op artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering.

De beoordeling

Met betrekking tot het door de verdachte gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een veroordeling ter zake van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Daar komt bij dat de verdachte meerdere keren is veroordeeld in verband met overtreding van de Opiumwet. Het hof leidt daaruit af dat ook het recidivegevaar onverkort aanwezig is. Om deze redenen zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.

23.004105-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 29 november 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M. Senden en J. Piena, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 29 november 2017,
de advocaat-generaal