ECLI:NL:GHAMS:2017:4949

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 november 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
200.131.454/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van onderzoekskosten in een vennootschapsrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 23 november 2017 een beschikking gegeven inzake de vergoeding van onderzoekskosten in een vennootschapsrechtelijke procedure. De verzoekster, Netvalue B.V., heeft een verzoek ingediend tegen de verweerster, Hepta G B.V., en belanghebbende MediaPub B.V. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Hepta G, waarbij de onderzoeker, drs. A.J. Mikkers RA, was aangewezen. De kosten van het onderzoek waren aanvankelijk vastgesteld op € 60.000, maar later verhoogd naar € 125.000. De onderzoeker heeft uiteindelijk kosten in rekening gebracht van € 118.510,20, exclusief BTW.

MediaPub heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de vergoeding, met argumenten over de doelmatigheid en proportionaliteit van de verrichte werkzaamheden. De Ondernemingskamer heeft de bezwaren van MediaPub beoordeeld en geconcludeerd dat de gespecificeerde onderzoekskosten niet onredelijk zijn, gezien de complexiteit van het onderzoek en de omvang van de werkzaamheden. De Ondernemingskamer heeft de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op het door hem in rekening gebrachte bedrag, zonder de verschuldigde omzetbelasting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S.M. Govers.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.131.454/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 23 november 2017
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NETVALUE B.V.,
gevestigd te Bilthoven,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. T. Spronk, kantoorhoudende te Aalsmeer,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HEPTA G B.V.,
gevestigd te De Bilt,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. D.M. Lamers, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDIAPUB B.V.,
gevestigd te De Bilt,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M. Straus, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

2 [A] ,

wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. T. Spronk, kantoorhoudende te Aalsmeer.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen zullen in het vervolg wederom (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster met: Netvalue
- verweerster met: Hepta G
- belanghebbende sub 1 met: MediaPub
- belanghebbenden sub 2 en 3 met: afzonderlijk [A] en [B] en
gezamenlijk [C c.s.]
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 24 juli 2014, 30 juli 2014, 17 december 2014, 20 december 2016, 11 mei 2017 en 3 augustus 2017.
1.3
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover hier van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Hepta G vanaf 1 januari 2008, drs. A.J. Mikkers RA (hierna: de onderzoeker) aangewezen als onderzoeker, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aanvankelijk vastgesteld op € 60.000 (exclusief btw) en later verhoogd tot € 125.000 (exclusief btw) en bepaald dat het onderzoeksverslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.4
De onderzoeker heeft bij zijn e-mail met bijlagen aan de Ondernemingskamer van 1 augustus 2017 een specificatie overgelegd van de in deze zaak verrichte werkzaamheden (op hoofdlijnen uitgesplitst naar aard van de werkzaamheden, de persoon die het werk heeft verricht, de daarmee in totaal gemoeide tijd en het toegepaste tarief) met betrekking tot het onderzoek. Hieruit volgt dat de onderzoeker in verband met het onderzoek kosten aan Hepta G in rekening heeft gebracht ten bedrage van € 118.510,20 (exclusief BTW).
1.5
De Ondernemingskamer heeft partijen bij brief van 3 augustus 2017 (tevens per e-mail verzonden) in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker.
1.6
Mr. Straus heeft bij brief aan de Ondernemingskamer van 29 augustus 2017 namens MediaPub bezwaar gemaakt tegen vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker conform de door hem overgelegde specificatie.
1.7
Mr. Spronk heeft bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 30 augustus 2017 namens Netvalue en [C c.s.] bericht dat zij zich refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.8
De Ondernemingskamer heeft bij e-mailberichten van 7 en 14 september 2017 de onderzoeker in de gelegenheid gesteld te reageren op de in 1.6 bedoelde bezwaren van MediaPub, van welke gelegenheid de onderzoeker gebruik heeft gemaakt bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 3 oktober 2017.
1.9
De Ondernemingskamer heeft partijen bij e-mail van 13 oktober 2017 in de gelegenheid gesteld te reageren op de e-mail van de onderzoeker van 3 oktober 2017, van welke gelegenheid mr. Straus gebruik heeft gemaakt bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 19 oktober 2017.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Mr. Straus heeft namens MediaPub – kort samengevat en naar de Ondernemingskamer begrijpt – de volgende bezwaren kenbaar gemaakt tegen de door de onderzoeker overgelegde specificatie van de in het kader van het onderzoek verrichte werkzaamheden:
bij gebreke van een meer specifieke omschrijving van de werkzaamheden, kan niet worden nagegaan in hoeverre de werkzaamheden doelmatig en proportioneel zijn verricht; indien het onderzoek ten minste anderhalf jaar stil ligt, is niet ondenkbaar dat vervolgens dubbel werk wordt verricht wanneer opnieuw inlezen noodzakelijk is;
de kosten die in rekening zijn gebracht voor “analyse van de samenstelling van het bestuur gedurende de onderzoeksperiode” zijn disproportioneel;
de overgelegde specificatie vermeldt dat 117 uur is besteed aan bestudering stukken en interviews; onduidelijk is welke personen zijn geïnterviewd en hoeveel tijd daaraan is besteed;
onder de post “project management” zijn contactmomenten met de advocaat van MediaPub genoteerd, terwijl in het onderzoeksverslag is aangegeven dat deze advocaat niet bereikbaar was;
de specificatie vermeldt dat met MediaPub wederhoor zou zijn verricht, terwijl dat niet het geval is;
de kosten van het onderzoek staan in geen verhouding tot het resultaat; de werkzaamheden hadden exacter kunnen zijn en er hadden concretere conclusies getrokken kunnen worden.
2.2
De onderzoeker heeft – kort samengevat – als volgt gereageerd op de bezwaren van MediaPub. Het is een zeer complex onderzoek gebleken. De overhandigde administratie was gefragmenteerd, onvolledig en (deels) in een buitenlandse taal opgesteld. Toen een mediation-traject werd gestart, heeft de onderzoeker tussentijds een rapport opgesteld om de Ondernemingskamer te informeren over de status van het onderzoek. In afwachting van de uitkomst van het mediation-traject heeft het onderzoek circa één jaar stilgelegen. Delen uit de conceptrapportage zijn in eerste instantie voorgelegd aan de bekende advocaat van MediaPub, mr. G.D. Thomas. Nadat de onderzoeker had vernomen dat deze niet langer als advocaat van Mediapub optrad, heeft de onderzoeker de conceptrapportage voor wederhoor per e-mail verzonden aan het hem bekende e-mailadres van de bestuurder van MediaPub. Daarop heeft de onderzoeker geen reactie ontvangen.
2.3
De Ondernemingskamer oordeelt als volgt. Gelet op de omvang en de complexiteit van het onderzoek, onder meer blijkend uit het onderzoeksverslag, komen de gespecificeerde onderzoekskosten de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. Daarbij heeft de Ondernemingskamer mede in aanmerking genomen dat, zoals volgt uit paragraaf 3.4 van het onderzoeksverslag, uitgebreid onderzoek is verricht naar de – tussen partijen in geschil zijnde – samenstelling van het bestuur in de onderzoeksperiode. Voorts blijkt uit paragraaf 1.3 van het onderzoeksverslag genoegzaam welke personen zijn geïnterviewd en welke werkzaamheden in dit verband zijn verricht. Verder heeft de Ondernemingskamer in aanmerking genomen dat de onderzoeker de contactmomenten met (de voormalige advocaat van) MediaPub, mede gelet op hetgeen daarover is vermeld in paragraaf 1.7 van het onderzoeksverslag, voldoende nader heeft toegelicht, evenals de redenen voor het tijdelijk stilliggen van het onderzoek (zie 2.2). Dat dit laatste heeft geleid tot extra werkzaamheden die niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, is niet gebleken. Gelet hierop zal de Ondernemingskamer de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepalen op als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 118.510,20, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en drs. C. Smits-Nusteling RC, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 23 november 2017.