Dit arrest betreft een hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 augustus 2015. De verdachte, geboren in Marokko in 1947, is beschuldigd van het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen zonder vermelding op een lijst van inzamelaars, wat in strijd is met artikel 10.45 lid 1 onder a van de Wet milieubeheer. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman. Tijdens de zitting op 14 november 2017 is het verweer gevoerd dat de verklaring van de verdachte niet voor het bewijs mag worden gebruikt, omdat deze niet in de Nederlandse taal was afgenomen en de verdachte niet op zijn recht op bijstand van een advocaat is gewezen. Het hof heeft dit verweer verworpen en de verklaring van de verdachte in de zaak met parketnummer 81-069536-15 niet voor het bewijs gebruikt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk bedrijfsafvalstoffen heeft ingezameld zonder de vereiste registratie, en heeft de eerdere vrijspraak van de economische politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00 en 20 dagen hechtenis, en de in beslag genomen bestelauto is verbeurd verklaard. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals het eerdere strafblad van de verdachte.