Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vrijspraak
Beslag
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedragen, te weten:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 maart 2017. De verdachte, geboren in 1981, was beschuldigd van witwassen, omdat hij op of omstreeks 3 februari 2016 in Amstelveen een bedrag van ongeveer 41.275 euro voorhanden had, waarvan hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het afkomstig was uit een misdrijf. Daarnaast werd hem verweten dat hij in de periode van 3 februari 2016 tot en met 30 maart 2016 in Amsterdam dit bedrag had verborgen of verhuld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De verdachte heeft verklaard dat het geld afkomstig was uit zijn winkels en heeft financiële stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn verklaring. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte over aanzienlijke geldbedragen kon beschikken en dat er geen concrete aanwijzingen waren voor een strafrechtelijk te duiden herkomst van het geld.
Op basis van deze bevindingen heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. Het vonnis van de rechtbank is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken. Tevens is er een beslissing genomen over de in beslag genomen geldbedragen, waarbij een deel van het geld aan de verdachte is teruggegeven, terwijl een ander deel aan de zus van de verdachte is geretourneerd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank met betrekking tot een bedrag van 1.200 euro aan de vrouw van de verdachte bevestigd, aangezien hiertegen geen hoger beroep was ingesteld.