Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“Vlnr [naam], [naam], [spelersnaam Q] en een stukje van [naam]”.
“Zojuist is de [naam toernooi] afgelopen en wij hebben een Nederlandse winnaar: [spelersnaam Q] uit [plaatsnaam B]!”
Playerscope
volgt een overzicht van de toernooien waaraan “[spelersnaam Q]” heeft deelgenomen in de maand maart; daarbij is telkens het bedrag van de inleg en de fee alsook het prijzengeld vermeld]
volgt een overzicht van de toernooien waaraan “[spelersnaam Q]” heeft deelgenomen in de maand mei; daarbij is telkens het bedrag van de inleg en de fee alsook het prijzengeld vermeld]
volgt een overzicht van de toernooien waaraan “[spelersnaam Q]” heeft deelgenomen in de maand september; daarbij is telkens het bedrag van de inleg en de fee alsook het prijzengeld vermeld]
volgt de vorenbedoelde bepaling in de Wet op de kansspelbelasting vanaf 1 november 2008]
(…)
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
‘Miami’als woonplaats, de juistheid heeft bevestigd – overeenkomen met personalia van belanghebbende, zoals naam, geboortedatum, (voormalige) woonplaatsen, e-mailadres en bankrekeningnummer.
‘[spelersnaam Q]’aanvullend bewijs vormt voor de stelling van de inspecteur dat belanghebbende onder de naam [spelersnaam Q] heeft deelgenomen aan pokertoernooien.
4.6.2. Deze gegevens stemmen, zo is af te leiden uit het overzicht van Playerscope.com, voor wat betreft de maanden maart, mei en september 2009 bovendien overeen met het verschil van de in de desbetreffende maanden gewonnen prijzen en de in die maanden gedane inzetten (bestaande uit de ‘buy in’ plus ‘fee’).
Een hoorgesprek moet namelijk – anders dan de inspecteur kennelijk veronderstelt – gelet op het bepaalde in artikel 7:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht plaatsvinden
voordatop het bezwaar wordt beslist. Het gesprek van 8 september 2015 kan derhalve niet worden aangemerkt als een hoorgesprek in de zin van voornoemde bepaling. De door inspecteur aangevoerde omstandigheid dat door ziekte van de toenmalige inspecteur zaken moesten worden overgenomen en dat daardoor achterstanden waren ontstaan in de afhandeling van bezwaren, doet aan het vorenstaande niet af.