Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 26 september 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn moeder [slachtoffer 1] en/of zijn zus [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "als jullie slapen snij ik jullie strotten door" en/of "ik maak jullie af" en/of "ik maak jullie op een dag helemaal dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
hij op of omstreeks 26 september 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer fotolijsten en/of deuren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 21 maart 2014 tot en met 24 maart 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school (Amstelduin, Lijn 5, gelegen aan [adres 2] ) heeft weggenomen een Nintendo Wii en/of een of meer spellen voor de Nintento Wii, in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan Amstelduin, Lijn 5 en/of aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak op of verbreking en/of van een of meer ramen van voornoemde school en/of door middel van inklimming in voornoemde school.
primair:
hij op of omstreeks 18 september 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een riem (merk Gucci), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 4] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, naar voornoemde [slachtoffer 4] is toegegaan waarna hij, verdachte, tegen voornoemde [slachtoffer 4] heeft gezegd dat hij zijn riem nu moest afgeven, althans woorden van die aard en/of strekking en/of (vervolgens) aan de bagagedrager van de fiets van voornoemde [slachtoffer 4] heeft getrokken en/of gerukt en/of de fiets van voornoemde [slachtoffer 4] heeft opgetild en/of (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 4] eenmaal of meermalen (met kracht) heeft geslagen in/tegen zijn gezicht en/of tegen zijn nek, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4]
hij op of omstreeks 18 september 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 4] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 4] eenmaal of meermalen (met kracht) te slaan en/of te stompen in/tegen het gezicht en/of de nek, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] .
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van in hoger beroep gevoerde verweren
kon ontstaandat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd. De verdachte heeft uitlatingen gedaan die naar hun aard bedreigend zijn. Hij werd na de melding door de verbalisanten aangetroffen tegenover zijn moeder, terwijl ze luid tegen elkaar aan het schreeuwen waren. De omstandigheden waaronder de verdachte deze uitlatingen heeft gedaan, te weten terwijl hij spullen in huis beschadigde en derhalve een zeer agressieve indruk maakte, maakt dat door die bedreiging de redelijke vrees kon ontstaan dat hij de misdrijven waarmee hij dreigde ook zou plegen. De aangeefster [slachtoffer 1] heeft bovendien op de dag van het incident bij haar aangifte verklaard dat zij bang was dat hij de dreigementen zou uitvoeren. Deze verklaring van de aangeefster, die zij vlak na het voorval heeft afgelegd, acht het hof betrouwbaarder dan de verklaring die zij ruim een jaar later, op 3 oktober 2017, in relativerende bewoordingen bij de raadsheer-commissaris heeft afgelegd. Het hof verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
Bewezenverklaring
hij op 26 september 2016 te Amsterdam zijn moeder [slachtoffer 1] en zijn zus [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "ik maak jullie af" en "ik maak jullie op een dag helemaal dood", en woorden van gelijke dreigende aard of strekking .
hij op 26 september 2016 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een deur, toebehorende aan [slachtoffer 1] , heeft beschadigd.
hij op een tijdstip in de periode van 21 maart 2014 tot en met 24 maart 2014 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een school, Amstelduin, Lijn 5 (gelegen aan [adres 2] ) heeft weggenomen een Nintendo Wii en spellen voor de Nintendo Wii, toebehorende aan Amstelduin, Lijn 5, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak van ramen van voornoemde school en door middel van inklimming in voornoemde school en een weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Bewijsmiddelen
1. Een proces-verbaal met nummer PL1300-2016208920-3 van 26 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pag. 3 t/m 4).
2. Een proces-verbaal met nummer PL1300-2016208920-15 van 27 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pag. 18 t/m 19).
3. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 november 2017.
4. Een proces-verbaal met nummer PL131F-2014073085-1 van 24 maart 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. 7 t/m 8).
5. Een proces-verbaal met nummer PL135J-2014073085-2 van 25 maart 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (hergenummerde pag. 35 t/m 36).
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstraf in de vorm van een werkstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen jeugddetentie.