Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
(…)Artikel 2.10 Sluiting gebouw1. De burgemeester kan de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar:(…)e. zich (…) feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.2. De burgemeester trekt het sluitingsbevel in als naar zijn oordeel de in het eerste lid genoemde belangen voortzetting van de sluiting niet langer vereisen.(…)”
c. Door de gemeente is voorts in 2005 beleid vastgesteld ter zake van de sluitings- en heropeningsbevoegdheid van de burgemeester. In dit beleid is vastgelegd is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)SluitingstermijnIn een sluitingsbevel wordt geen einddatum vermeld. (…) In Amsterdam vindt de beoordeling of een sluiting kan worden opgeheven plaats in het kader van een verzoek daartoe. (…)K. Opheffen sluitingDe Burgemeester trekt het bevel tot sluiting in, zodra naar zijn oordeel de openbare orde voortzetting van de sluiting niet lang vereist. (…)Over het algemeen wordt op verzoek van de exploitant onderzocht of een sluiting weer kan worden opgeheven. (…) Voor opheffing van een sluiting zijn drie aspecten van belang die in onderling verband en samenhang moeten worden gezien:1. de openbare-ordesituatie in en in de directe omgeving van de inrichting;2. de afspraken tussen de burgemeester en de exploitant met betrekking tot het beheer van de te heropenen inrichting;3. het vertrouwen van de burgemeester dat deze afspraken ook zullen worden nagekomen. Daarbij speelt met name de verwijtbaarheid van de exploitant en/of leidinggevende een rol. (…)Aandachtspunten bij heropeningen(…)2 Een coffeeshop die gesloten wordt in het kader van 13b Opiumwet en/of 2.7 APV wordt van de coffeeshoplijst geschrapt, tenzij blijkt dat de exploitant en/of leidinggevende ten aanzien van de sluiting geen verwijt kan worden gemaakt.(…)”
d. Daarnaast hanteert de gemeente sinds 1997 beleid ter zake het gedogen van coffeeshops, waarin in artikel 2 aanhef en sub a is bepaald dat een coffeeshop van de door de gemeente opgestelde gedooglijst wordt geschrapt, indien zij door de burgemeester is gesloten op grond van het toenmalige artikel 2.7. van de APV (thans artikel 2.10 APV).
e. Op 16 februari 2016 is The Power beschoten. Bij besluit van 25 februari 2016 heeft de burgemeester vervolgens de onmiddellijke sluiting voor onbepaalde tijd bevolen van The Power . Bij besluit van 11 april 2016 heeft de burgemeester de sluiting met ingang van 26 mei 2016 onder nadere voorwaarden opgeheven.
f. Op 31 mei 2016 is The Power opnieuw beschoten, waarna de burgemeester bij besluit van 31 mei 2016 wederom de onmiddellijke sluiting voor onbepaalde tijd heeft bevolen.
g. In 2015 en 2016 zijn ook andere coffeeshops beschoten. Belangenorganisaties van coffeeshops en de gemeente zijn in verband met deze beschietingen in overleg getreden. De burgemeester heeft bij brief van 9 november 2016 het beleid ter zake van zijn sluitings- en heropeningsbevoegdheid tijdelijk opgeschort voor de duur van zes maanden, behoudens bijzondere omstandigheden. Daarnaast dienen coffeeshops vooraf een schriftelijke verklaring te tekenen dat zij de in de verklaring genoemde maatregelen zullen nemen ter voorkoming van nieuwe beschietingen.
h. Op 14 november 2016 heeft [appellant] de hiervoor onder g. bedoelde verklaring ondertekend en een veiligheidsplan ingediend.
i. Op 14 november 2016 is The Power wederom beschoten, waarbij de bovengelegen woning is geraakt.
j. Bij besluit van 2 december 2016 heeft de burgemeester besloten de sluiting van The Power niet op te heffen.
k. Bij brief van 2 december 2016 heeft de burgemeester het voornemen tot schrapping van The Power van de gedooglijst aan [appellant] bekend gemaakt. In deze brief staat onder meer vermeld:
“(…) Tegen de intrekking van een gedoogverklaring noch tegen schrappen van de gedooglijst staat bezwaar of beroep open. (…)”
l. Bij brieven van 6 december 2016 en 12 december 2016 hebben de toenmalige advocaat van [appellant] respectievelijk mr. Roderburg een (aanvullende) zienswijze ingediend ter zake van de voorgenomen schrapping van de The Power van de gedooglijst.
m. Bij brief van 9/14 december 2016 heeft de burgemeester besloten The Power van de gedooglijst te schrappen. Daarbij is
– voor zover voor deze zaak van belang – het volgende opgenomen:
“(…)Op 9 november 2016 heb ik besloten tot tijdelijke opschorting van mijn sluitingenbeleid. Daarbij heb ik uitdrukkelijk de mogelijkheid open gelaten om in het geval van bijzondere omstandigheden tot sluiting voor onbepaalde tijd over te gaan. Dit volgt ook uit de verklaring die coffeeshopexploitanten in dat kader konden ondertekenen. (…)Ik acht het bovendien aannemelijk dat de beschieting op de bovengelegen woning in relatie staat tot de coffeeshop, nu dit de derde schietpartij in negen maanden betreft. (…) Ik heb daarom besloten het adres Sarphatistraat 87 van de gedooglijst te schrappen en de gedoogverklaring van uw cliënt in te trekken. (…) Tegen de intrekking van een gedoogverklaring noch tegen schrappen van de gedooglijst staat bezwaar of beroep open.(…)”n. [appellant] heeft op 13 januari 2017 een bezwaarschrift tegen het hierboven onder j. vermelde besluit van 2 december 2016 ingediend. Dit bezwaarschrift is aangevuld op 9 februari 2017. Op het bezwaarschrift was ten tijde van het pleidooi in hoger beroep in de onderhavige zaak nog niet beslist.