ECLI:NL:GHAMS:2017:4694

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2017
Publicatiedatum
17 november 2017
Zaaknummer
200.205.712/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet voldoen aan bevel zekerheidstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de appellant niet-ontvankelijk is verklaard. Dit volgde op een eerder tussenarrest van 18 juli 2017, waarin het hof de appellant had bevolen om uiterlijk op 22 augustus 2017 zekerheid te stellen voor een bedrag van € 23.533,- in de vorm van een bankgarantie. De appellant heeft echter niet voldaan aan deze verplichting, noch heeft hij op andere wijze gereageerd op het bevel van het hof. De geïntimeerde, Hotel De L’Europe B.V., heeft in een akte meegedeeld dat de vereiste bankgarantie niet is ontvangen en dat de appellant geen actie heeft ondernomen om aan de bevelen van het hof te voldoen.

Het hof heeft vastgesteld dat de appellant geen bewijs heeft geleverd van het stellen van de vereiste zekerheid. Hierdoor is de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De kosten van het hoger beroep, inclusief de kosten van het incident, zijn voor rekening van de appellant. Het hof heeft de kosten begroot op € 5.213,- aan verschotten, € 6.870,- aan salaris advocaat en € 131,- voor nasalaris, met een toevoeging van € 68,- voor nasalaris in geval van betekening van het arrest. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan procesrechtelijke verplichtingen, zoals het stellen van zekerheid, om ontvankelijkheid in hoger beroep te waarborgen. Het hof heeft de beslissing openbaar uitgesproken, waarbij de rolraadsheer de uitspraak heeft bevestigd.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.205.712/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/591575 / HA ZA 15-695
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 november 2017
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats],
appellant in de hoofdzaak,
advocaat: mr. S.J.H.G.M. Schils te Maastricht,
tegen:
HOTEL DE L’EUROPE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
advocaat: mr. D.M. Gouweloos te Amsterdam.
Partijen worden hierna wederom [appellant] en De L’Europe genoemd.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Het hof heeft op 18 juli 2017 een tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar dat arrest verwezen. Bij dat arrest heeft het hof [appellant] bevolen uiterlijk op 22 augustus 2017 zekerheid te stellen voor een bedrag van € 23.533,- ter zake van de proceskosten waarin hij in hoger beroep veroordeeld zou kunnen worden, zulks in de vorm van een door een Nederlandse bank af te geven bankgarantie.
Bij akte van 29 augustus 2017 heeft De L’Europe primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [appellant] in de hoofdzaak, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het incident en de hoofdzaak en in de nakosten met wettelijke rente, uitvoerbaar bij voorraad. Subsidiair heeft De L’Europe geconcludeerd tot het aan haar verlenen van een nader uitstel voor het nemen van een memorie van antwoord.
Aan [appellant] is een termijn verleend voor het nemen van een antwoordakte. Van deze gelegenheid heeft [appellant] geen gebruik gemaakt, waarna verval is verleend van het recht op het nemen van deze akte.
Vervolgens is wederom arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1.
Bij het hiervoor genoemde tussenarrest heeft het hof bepaald dat [appellant] in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal worden verklaard, indien hij niet tijdig, te weten uiterlijk op 22 augustus 2017, de bevolen zekerheid zal hebben gesteld.
2.2.
De L’Europe heeft bij akte meegedeeld dat zij de vereiste bankgarantie niet heeft ontvangen en dat door [appellant] evenmin op andere wijze is gereageerd op de bevolen zekerheidstelling.
2.3.
Nu (de advocaat van) [appellant] noch bij antwoordakte noch op enig ander moment het hof (onder overlegging van een kopie van de vereiste bankgarantie) heeft bericht dat hij uiterlijk op 22 augustus 2017 zekerheid heeft gesteld voor een bedrag van € 23.533,-, zal het hof [appellant] niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep.
2.4.
De kosten van het hoger beroep, waaronder de kosten van het incident, komen voor rekening van [appellant].

3.Beslissing

Het hof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van De L’Europe begroot op € 5.213,- aan verschotten en € 6.870,- aan salaris advocaat en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, vermeerderd met de wettelijke rente over de nakosten vanaf veertien dagen na aanzegging van de nakosten aan [appellant] tot de dag der voldoening;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, J.C. Toorman en J.F. Aalders en is door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 14 november 2017.