Uitspraak
[A],
[B],
D.J.F.F.M. Duynsteeen
mr. C.C.M. de Smet, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.W. de Grooten
mr. Y.A. Wehrmeijer, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[C] ,
[D],
[E],
[F],
mr. A.R.J. Croiset van Uchelenen
mr. A.J.F. de Bruijn, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. A.C. Siemonsen
mr. P.J. Bos, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster 1 met Spala, verzoekster 2 met [A] en verzoekster 3 met [B] ;
- verzoeksters tezamen met Spala c.s.;
- verweerster met Teka;
- belanghebbende 1 met [C] , belanghebbende 2 met [D] , belanghebbende 3 met [E] , belanghebbende 4 met [F] , en deze vier tezamen met de familie [G] ;
- belanghebbende 5 met EHAG.
- uitspreekt dat sprake is van wanbeleid;
- de aanstelling van de commissaris voor een periode van zes maanden na de uitspraak verlengt;
- partijen een termijn van zes maanden verleent om tot nieuwe afspraken met betrekking tot governance te komen;
- het verzoek van Spala c.s. te bepalen dat [D] niet bevoegd zal zijn Teka zelfstandig te vertegenwoordigen toewijst en bepaalt dat hij bij vertegenwoordiging alleen gezamenlijk bevoegd is met een externe bestuurder;
- de besluiten ten aanzien van salarisverhoging vernietigt;
- [E] en [C] als bestuurder ontslaat;
- bepaalt dat de bestuurders die op de aandelenemissie hebben ingeschreven, zo lang zij die aandelen niet volledig hebben betaald, geen betaling van Teka mogen ontvangen ten titel van salaris, bonus of wat dan ook en dat hun schuld aan Teka met hun reguliere salaris wordt verrekend.
2.De feiten
business units:Kitchen & Bath, Container en Professional Kitchen.
'including annual salary, bonus, pension amounts, car related costs and management fees'.
management fee(€ 50.000),
service fee(€ 150.000),
fixed remuneration(€ 0) en
bonus(€ 200.000).
managing partnervan de Zwitserse vermogensbeheerder LGT Capital Partners Ltd.
corporate governance. Bijgevoegd werd onder meer een document, getiteld “
Strengthening Governance at the Teka Group”, waarin wordt beschreven wat de doelstellingen zijn. Als “
Desired state” wordt een “
One-tier Board structure” genoemd, met als “
Key features 1. Non-executive and executive members in one board; 2. Non-executive committees (nomination and remuneration, audit); 3. Specific board position profiles (both for non-executive and executive members); 4. Board provides strategic leadership, oversight & control.” Bij “
Implications” wordt onder meer vermeld “
Professionalize board structure & composition” en daaronder als een van de elementen “
Add High-profile, independent board members.”
'It is our understanding (...) that it is the intention of the shareholders who requested this change to give the board more flexibility and less restrictions to act quickly when the situation so dictates'. Spala c.s. was op deze vergadering niet vertegenwoordigd; bij op de dag van de vergadering ingekomen brief heeft zij verklaard van mening te zijn niet op de juiste wijze te zijn opgeroepen en alle te nemen besluiten voor nietig te houden. Alle overige aandeelhouders – onder wie EHAG – hebben voor het voorstel gestemd zodat dit met een meerderheid van 60,25% van de stemmen is aangenomen.
It is likely not beneficial that Speedy Investment NV and Spala Investments NV (as a tax resident in Curaçao) remain shareholder of Teka BV after the change in place of the effective management, as dividend distributions from Teka BV (as a tax resident in Switzerland) to Speedy Investment NV/Spala Investments NV (as a tax resident of Curaçao) would trigger 35% Swiss withholding tax. It could be considered to liquidate these companies. This should be investigated further (...)'. Blijkens de notulen van de vergadering van 27 oktober 2014 heeft het bestuur (niet het EY-rapport maar wel) een overzicht '
Main objectives potential relocation to Switzerland' aan de aandeelhouders uitgereikt, waarop – voor zover het fiscale gevolgen op aandeelhoudersniveau betreft – is vermeld '
Tax efficient structure with regard to dividends distributed up the chain to the shareholders'.
'to use all his legal rights to support a withdrawal and waiver of the claims filed by all companies of the TEKA Group against the [J] Estate by the relevant corporate bodies'. De familie [J] is niet op het bod ingegaan.
Sachwalter) bij EHAG en hem met de bestuursbevoegdheden bekleed, kort gezegd omdat de aandeelhouders van EHAG niet voorzagen in haar bestuur, nadat, per eind oktober 2014, de bestuurstermijn van [E] en [C] was verstreken.
hand outten behoeve van de aandeelhouders is vermeld:
'At this moment there is an urgent need for EUR 2 million which Teka B.V. needs to finance through a shareholders loan. Evidently Teka B.V. is offering all the shareholders the same conditions and will allocate the loan amounts based upon voting rights percentage and willingness to participate with a clear focus on allowing all shareholders to participate in this shareholders loan'. De familie [J] heeft niet in de aandeelhouderslening willen participeren. De overbruggingsfinanciering van € 2 miljoen in de vorm van een converteerbare lening is uiteindelijk in haar geheel verstrekt door [D] .
fixed remuneration) en € 288.000 (bonus). De salarissen van [E] en [C] zijn vastgesteld op € 200.000 per persoon, samengesteld uit € 12.000 (
management fee), € 88.000 (
service fee) en € 100.000 (bonus). [C] , voor zichzelf en als gevolmachtigde van [D] , [E] en [F] , stemde voor het voorstel, de overige aandeelhouders stemden tegen. De salarisregeling van [D] houdt verder in dat hij op zijn verzoek kan worden uitbetaald in aandelen.
'relocation of the management of the company to Switzerland'.Voorafgaand aan de vergadering had de familie [J] per brief aan het bestuur van Teka op dit punt onder meer de volgende vraag gesteld:
'What impact does this have on shareholders of Teka B.V.? Please provide copies of the relevant tax advice that has been received.'Tijdens de vergadering heeft de voorzitter ten overstaan van de vertegenwoordiger van de familie [J] verklaard
'that he expected that any shareholder entities in the Netherlands Antilles might not be beneficial going forward but that, given the international environment the shareholders are operating in, he expects each shareholder to take the appropriate actions where necessary'.
Steuerverwaltungin Appenzell zorgen geuit over de mogelijke fiscale kwalificatie van die salarissen als verkapte dividenden.
Proposal capital increase Teka B.V.’. Deze presentatie bevat een tijdlijn waarin onder meer het volgende is opgenomen:
21th August 2015
3.De inhoud van het verslag
is op dit punt overigens dezelfde mening toegedaan. Dat betekent dat het aanvankelijk ontstane beeld van [D] als een bestuurder die zich grotendeels afzijdig houdt van de besturing van de groep, en zich voornamelijk richt op het welslagen van een andere onderneming, gecorrigeerd mag worden.
4.De gronden van de beslissing
benchmarksniet geschikt zijn om hun beloning te rechtvaardigen en dat zowel Teka als de familie [G] bij de besluitvorming aangaande de bezoldiging onzorgvuldig hebben gehandeld. Volgens hen heeft de onderzoeker terecht geconcludeerd dat de bezoldigingsbesluiten heroverwogen dienen te worden.
8.2 In een position paper van 17 februari 2016 over de bezoldiging (…) van Teka worden de werkzaamheden van [D] omschreven. Daarin wordt omschreven dat hij een deel van zijn tijd besteedt aan het voorbereiden van strategische besluiten en het analyseren van het beleid van de BU's(business units, opm. Ondernemingskamer)
. Hij heeft dagelijks contact met de andere leden van het bestuur. Vergaderingen met de Group Executive Committee ("GEC") vinden maandelijks plaats, waarbij hij steeds aanwezig is en de leiding neemt.
9.5 Uit de interviews met [C] en [E] en andere bestuursleden leidt de onderzoeker af dat zij hun werkzaamheden als bestuurder van Teka vervullen als waren zij lid van een raad van commissarissen van Teka. In zijn algemeenheid is gebleken dat zij de werkzaamheden verrichten die van een gewone commissaris verwacht mogen worden.’
Benchmarks: bronnen voor vergelijking mediaan CEO en commissaris’ (verslag sub 10) vermeldt de onderzoeker dat het bestuur van Teka ervoor heeft gekozen bestuurdersbeloningen in overeenstemming te brengen met wat in de Zwitserse markt gangbaar is en – daarnaast – wat gebruikelijk is voor uitvoerende en niet-uitvoerende bestuursleden van een internationaal opererend concern. De onderzoeker heeft, naar aanleiding van de overweging van de Ondernemingskamer in haar beschikking van 15 februari 2016 dat het niet direct in de rede ligt om voor de remuneratie van een nieuw aan te trekken bestuurslid alleen te kijken naar Zwitserse maatstaven, enkele openbaar toegankelijke benchmarkonderzoeken onder Nederlandse vennootschappen en binnen Europa geraadpleegd (beschreven in het verslag) en daarbij opgemerkt dat Teka een Nederlandse vennootschap is en zich dus niet kan onttrekken aan de Nederlandse rechtssfeer, maar aan de andere kant wel in de overwegingen mag worden meegenomen dat Teka een wereldwijd opererend concern is, hetgeen een genuanceerde benadering rechtvaardigt. Onder de kop ‘
Voorbereiding van de bezoldigingsbesluiten en redenen voor verhoging’staat onder meer:
11.1 Bij de voorbereiding van de bezoldigingsbesluiten voor [D] is het bestuur van Teka afgegaan op een benchmarkonderzoek van WTW[Willis Towers Watson]. WTW heeft op verzoek van Teka een onderzoek verricht onder de hun beschikbare gegevens van de Swiss Leader Index (SLI), de Swiss Market Index Family (SMI) en kleinere ondernemingen in de markt. De SLI bestaat uit de 30 grootste vennootschappen (most liquid stocks traded) op de Zwitserse beurs. De SMI bestaat uit de 30 grootste mid-cap familievennootschappen op de Zwitserse beurs. (…)
De onderzoeker heeft (…) een kopie van e-mailcorrespondentie van 4 oktober 2016 tussen Teka en WTW ontvangen, waarin WTW bevestigt dat het benchmarkonderzoek, dat uitgevoerd is in oktober 2014, gebaseerd is op informatie afkomstig van SLI-vennootschappen, SMI-vennootschappen en kleinere ondernemingen in de markt. Daarnaast bevestigt WTW dat zij deze peer group als meest geschikte benchmark heeft aangemerkt en dat deze conclusie niet gebaseerd is op instructie of verzoek van Teka.’
position paperover de bezoldiging heeft gegeven voor de verhoging. Kort weergegeven staat in het verslag dat het bestuur van Teka daarin heeft uiteengezet dat zowel de uitvoerende als de niet-uitvoerende bestuurders de laatste jaren meer en meer tijd aan de vennootschap besteden en dat het symbolische bedrag van € 12.000 in overstemming gebracht moest worden met wat naar Zwitserse maatstaven gepast is voor een CEO en voor niet-uitvoerende bestuurders van een internationaal opererend concern. In bedoeld paper heeft het bestuur, aldus het verslag, voorts melding gemaakt van de noodzaak van een professioneel management, het ingewonnen advies van WTW voor de beloning van [D] en analyses van Egon Zehnder, the Hay Group en PWC voor de beloning van [C] en [E] , de verbetering van de financiële prestaties sinds het aantreden van het bestuur met [D] als CEO en de hoge werkdruk voor bestuursleden. Buiten de
position paperheeft het bestuur nog gesteld dat het bestuur de bezoldiging van [D] in verhouding wilde brengen met de andere CEO’s van de
business units.
12.2 Ad (1). Uit de interviews en uit ontvangen documentatie komt naar voren dat [D] een belangrijke factor is in de besturing van Teka. Dit neemt niet weg dat er bij de verhoging van EUR 400.000 naar EUR 989.000 wel degelijk kritische vragen geplaatst mogen worden. Dat gezegd hebbend meent de onderzoeker, met de vennootschap, dat een geschikte omvang van de beloning van [D] beduidend hoger dient te liggen dan de huidige bezoldiging van EUR 400.000 en dat werkzaamheden als voorzitter van een bestuur van een groot internationaal opererend concern afwijking van een uitsluitend Nederlandse maatstaf kan rechtvaardigen.
business units.Hij signaleert dat de toegenomen werkdruk per bestuurder verschilt en stelt zich op het standpunt dat de werkzaamheden als commissaris van [C] en [E] niet zonder meer de verhoging rechtvaardigen. Voorts overweegt hij dat uit onderzoek niet is gebleken dat onder ogen werd gezien dat er sprake kon zijn van belangenverstrengeling bij de besluitvorming tot verhoging van de beloning en dat Teka hier geen voor de onderzoeker kenbare maatregelen tegen heeft genomen. Hij sluit af:
12.10 Al met al zijn er kritische kanttekeningen te plaatsen bij de hoogte van de beloningen. Het bestuur had bij het verzoek aan de algemene vergadering van aandeelhouders tot toekenning van deze verhogingen meer terughoudendheid moeten betrachten. Heroverweging van de bezoldigingsbesluiten lijkt in de gegeven omstandigheden een gepaste oplossing.’
benchmarks, die gebaseerd zijn op de Zwitserse markt, een onjuiste maatstaf opleveren (in welk verband zij tevens verwijzen naar hetgeen de Ondernemingskamer in de beschikking van 15 februari 2016 omtrent de bezoldiging van [P] heeft overwogen). De beloning van [D] (in één jaar tijd gestegen van € 400.000 (in 2013 en 2014) naar € 989.000 achten zij daarnaast ongerechtvaardigd omdat er onvoldoende aanwijzingen althans in ieder geval geen objectief bewijs is dat [D] zich fulltime voor Teka inzet, gelet op zijn functie bij LGT Capital Partners. De beloning van [C] en [E] achten zij ongerechtvaardigd gelet op hun beperkte aantal werkdagen en de omstandigheid dat zij niet daadwerkelijk iets toevoegen aan het bestuur van Teka. Volgens Spala c.s is er geen enkel bewijs dat er iets wezenlijks is veranderd in de werklast van de [G] -bestuurders. Verder hebben zowel Teka als de familie [G] in hun hoedanigheid van bestuurders en aandeelhouders volgens Spala c.s. bij de besluitvorming aangaande de salarisverhogingen onzorgvuldig gehandeld. De familie [G] was betrokken bij de voorbereiding, zij hebben hun tegenstrijdig belang niet erkend en zij hebben ook in de aandeelhoudersvergadering meegestemd over hun eigen bezoldiging, aldus misbruik makend van de gebrekkige
corporate governancebij Teka, aldus Spala c.s.
value based managementen dat WTW zelfstandig tot haar advies is gekomen en dat de bestuurders die ook aandeelhouder zijn op geen enkele wijze betrokken zijn geweest bij de opdrachtverstrekking of communicatie over het advies. Teka stelt zich op het standpunt dat voor remuneratie geen absolute normen kunnen worden voorgeschreven, waardoor terughoudend moet worden omgegaan met de vraag of een beloning ‘juist’ is, dat WTW’s benchmark zorgvuldig was, dat de bezoldiging van de [D] , [E] en [C] in de onderhavige omstandigheden gepast is en de besluitvorming in dat verband zorgvuldig is verlopen. Zij heeft haar standpunten nader toegelicht en daarbij onder meer aandacht besteed aan de rol en betekenis van [D] en – hoewel die in haar visie niet aan de orde hoeven te komen – aandacht besteed aan beloningen die zijn toegekend aan bestuurders van vergelijkbare Nederlandse ondernemingen, die naar haar stelling aanzienlijk verdergaande variabele beloningscomponenten en incentives kennen dan de bezoldiging van [D] .
business unitswel een relevante
benchmark. Ook de verhoging van de beloning van [E] en [C] achten zij gerechtvaardigd. Zij betwisten dat na de
benchmarkingnog een toetsing aan het vennootschappelijk belang zou moeten plaatsvinden nu uit de
benchmarkingjuist is gebleken wat een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod is. Zij voeren voorts aan dat een verwijzing naar de inkomensverhoudingen in Nederland niet objectief gerechtvaardigd is en dat wel degelijk relevant is hoeveel dagen [E] en [C] aan hun werkzaamheden besteden. Ten slotte voeren zij aan dat geen rechtsregel belet dat ook de [G] -aandeelhouders hun stem uitbrengen terzake hun eigen inkomen of dat van hun familieleden, zoals Spala c.s. stellen, en dat de tegenstrijdig belang-regeling geldt voor bestuurders en commissarissen, niet voor aandeelhouders.
governancevan Teka ingrijpend gewijzigd en is Teka van houdstermaatschappij met een administratief kantoor omgevormd tot een actieve, centrale houdstermaatschappij die de concernleiding voert vanuit Zwitserland.
peergroupheeft gekozen maar daarbij heeft gehandeld op instructie, verzoek of advies van Teka. Dat het bestuur bij de voorbereiding van de verhoging van de beloningen specifiek oog heeft gehad voor de met het belang van Teka tegenstrijdige belangen van de leden van de familie [G] die tevens bestuurder zijn, kan op zichzelf niet worden vastgesteld. Met betrekking tot [D] geldt echter dat het rapport van het externe adviesbureau WTW, dat het bestuur aan het bezoldigingsvoorstel ten grondslag heeft gelegd en waarvan kan worden aangenomen dat dit onafhankelijk van het bestuur tot stand is gekomen, als ‘s
afety check’ kan gelden.
benchmarks. Niet ter discussie staat dat de bezoldiging van [D] binnen de bandbreedte van de
benchmarksvan WTW valt. Een andere vraag is of het bestuur bij het vaststellen van het door haar gekozen bezoldigingsbedrag in redelijkheid niet slechts had mogen uitgaan van de Zwitserse benchmarks in het advies van WTW, maar, in het belang van de vennootschap, tevens zelfstandig had moeten bezien of dit paste binnen Nederlandse dan wel Europese
benchmarks.
benchmarks,acht de Ondernemingskamer de keuze van het bestuur om zijn voorstel aan de algemene vergadering alleen te baseren op deze
benchmarks,zoals die zijn opgesteld door het door haar ingeschakelde adviesbureau WTW, in de gegeven omstandigheden niet van dien aard dat daaraan de kwalificatie wanbeleid dient te worden verbonden. Voor die keuze zijn ook argumenten aan te voeren: na de verplaatsing van het hoofdkantoor naar Zwitserland is het zwaartepunt van de activiteiten van de concernleiding in Zwitserland komen te liggen. Daarnaast geldt dat, mede in het licht van wat de onderzoeker over
benchmarkrapporten met betrekking tot Nederland en verschillende Europese landen in zijn verslag heeft opgenomen en gelet op wat Teka op dit punt in haar verweerschrift heeft aangevoerd onder meer over het ontbreken van een emolumentenpakket, niet kan worden gezegd dat de vastgestelde bezoldiging zozeer afwijkt van wat naar Europese maatstaven als gepaste beloning kan worden beschouwd dat het voorstel van het bestuur, ook wanneer het verder had moeten kijken dan alleen naar de Zwitserse
benchmarks, in strijd moet worden geacht met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap. Daarbij is tevens van belang dat Teka, zoals zij uiteen heeft gezet, bijzondere betekenis heeft kunnen toekennen aan de rol van [D] als drijvende kracht bij, wat zij noemt, de transformatie. Teka was een vennootschap in ontwikkeling, die op het punt van de governance en organisatorische efficiency een moderniseringsslag moest maken. [D] heeft hiervoor verantwoordelijkheid genomen en gedragen. De financiële situatie van Teka geeft onvoldoende aanleiding voor een ander oordeel. Daarnaast kent de Ondernemingskamer, anders dan de onderzoeker, ook betekenis toe aan het gegeven dat de twee CEO’s van de
business units Containeren
Kitchen & Bathin 2014 respectievelijk € 957.688 en € 800.000 ontvingen en in 2015 € 870.142 en € 800.000.
Nomination and Remuneration Committeeen de
Audit Committee, aldus Teka. Teka vindt de toegekende bezoldiging gepast en wijst erop dat het bedrag van € 200.000 ook wordt gesteund door diverse rapportages van remuneratie-experts.
benchmarks, die voor niet uitvoerende bestuurders opvallend hoger zijn dan elders in Europa, waarbij overigens wel geldt dat ook de niet uitvoerende bestuurders de volledige verantwoordelijkheid dragen. Voorts is niet gebleken dat het bestuur zich rekenschap heeft gegeven van het tegenstrijdig belang noch dat op voorhand bewust aandacht is besteed aan toepasselijke
benchmarks.De rapporten die Teka aanhaalt onder 4.5.6 van haar verweerschrift dateren van na het bezoldigingsbesluit voor het jaar 2014. Niettemin geldt ook hier dat de Ondernemingskamer het kwalificeren van het handelen van het bestuur van Teka als wanbeleid te verstrekkend acht. In dit verband is van belang dat de vennootschap een ingrijpende transformatie doormaakte en dat de inhoud van de door Teka vermelde rapporten, zij het achteraf, steun biedt aan het door haar gekozen bezoldigingsbeleid.
13.21 Teka was vanaf 20 oktober 2014 bekend met de mogelijke negatieve fiscale gevolgen. Door het EY-rapport niet met de familie [J] te delen ontstond een informatieasymmetrie. Hierdoor was de familie [G] , in tegenstelling tot de familie [J] , wel in staat om voorzieningen te treffen. Zij heeft dit ook daadwerkelijk gedaan: in december 2014 vond overdracht plaats van de aandelen in Teka van Speedy[Investment N.V.]
aan haar aandeelhouders, aldus aan de leden van de familie [G] .’
14 Bevindingen van de onderzoeker:
14.1 De onderzoeker meent dat de communicatie over de verhuizing duidelijker had moeten plaatsvinden.
21.1 Uit de hem ter beschikking gestelde informatie heeft de onderzoeker geen aanwijzingen ontleend dat Teka op lichtvaardige gronden tot de aandelenuitgifte is overgegaan. De reeds vele jaren bestaande liquiditeitsbehoefte en het uiteindelijk resultaat van de onderhandelingen met het Spaanse bankenconsortium zijn hiervoor sterke aanwijzingen. De onderzoeker begrijpt dat de verlate betaling op de eerste tranche en het tot nu toe achterwege blijven van de betaling op de tweede tranche de vraag oproept of de aandelenuitgifte en het verkrijgen van kapitaal nu werkelijk zo onder druk stond, maar daar staat tegenover dat men zich mag realiseren dat het hier om zeer hoge bedragen gaat, die uitsluitend door partij [G] zijn ingebracht en die inmiddels voor een groot deel door de vennootschap zijn ontvangen en daadwerkelijk zijn aangewend.
subscription agreementsal wist dat de familie [J] niet zou participeren;
subscription agreementsomstreeks 23 en 24 september 2015, bijna een maand na de deadline op 28 augustus 2015 (in hun hoedanigheid van bestuurders) al bijna een maand dat de familie [J] niet zou participeren (wat de familie [J] , naar haar zeggen, niet heeft gedaan omdat haar voorstel tot
governance-wijziging van de hand was gewezen en er een voortdurend vijandige sfeer heerste)
,en was hen, anders dan de familie [J] , duidelijk dat bij betaling van 62,5% van de koopprijs al 100% van de aandelen zouden worden uitgegeven. De juistheid van het uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan het verwijt onder b) kan tegenover het verweer daartegen van Teka (de [G] -aandeelhouders hebben ruim voor de deadline voor inschrijving op 28 augustus 2015 hun (als productie 27 overgelegde)
subscription forms– niet te verwarren met
subscription agreements– ingediend en het bestuur heeft na verloop van de deadline bij e-mail van 28 augustus 2015 (productie 29) de aandeelhouders geïnformeerd dat voor het volledige bedrag van 20 miljoen succesvol was ingeschreven) niet worden vastgesteld. Ditzelfde geldt voor het uitgangspunt van het verwijt onder c) nu dit op zichzelf onvoldoende valt af te leiden uit de onder 2.34 opgenomen tijdlijn.
Proposal Capital Increase TEKA B.V.’) bestond en ervan kon worden uitgegaan dat de bijzonderheden rond de aandelenuitgifte en de bij intekening geldende voorwaarden nauwkeurig zouden worden bestudeerd door de door Spala c.s. ingeschakelde advocaten en bankiers.