Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op of aan de openbare weg het [locatie] , in elk geval op of aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een jas en/of een horloge en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [bedrijf] op of omstreeks 11 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op of aan het [locatie] , in elk geval op of aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een jas en/of een horloge en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [bedrijf] en/of zijn/hun mededaders en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [bedrijf]
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
[medeverdachte 1] en [bedrijf] op 11 oktober 2015 te Amsterdam, aan het [locatie] , tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, hebben weggenomen een horloge, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat [bedrijf] voornoemde [slachtoffer] met kracht met gebalde vuist tegen zijn gezicht heeft geslagen, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door op de uitkijk te gaan staan,
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal met nummer PL1300-2015226531-1 van 11 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina’s 01-03.
oktober 2015 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[slachtoffer]:
het hof begrijpt hier en verder: de medeverdachte [medeverdachte 1]) afgesproken. Satter werd gebeld op zijn mobiele telefoon en ik hoorde hem zeggen dat we onderweg waren. Ik vond dat op dat moment best raar want we hadden met z’n tweeën afgesproken. Op het moment dat wij het stadspark [locatie] (
het hof begrijpt: te Amsterdam) inliepen, zag ik een andere jongen op ons af komen lopen, [medeverdachte 3] (
het hof begrijpt hier en verder:
de medeverdachte [medeverdachte 3]). Ik zag dat deze [medeverdachte 3] op het moment dat hij bij ons in beeld kwam, zijn capuchon op deed. Ik zag dat hij op dat moment al samen met nog drie andere jongens was. Ik zag dat alle drie deze jongens op het moment dat ze ons zagen, hun capuchon op deden. Ik hoorde dat dader 2 (
het hof begrijpt uit de context hier en verder: [bedrijf]) tegen mij zei dat ik mijn jas uit moest trekken. Ik zag en voelde dat hij mij met zijn gebalde rechtervuist met grote kracht een klap gaf tegen de linkerzijde van mijn gezicht. Ik voelde daarbij een hevige pijn aan mijn linker wenkbrauw, mijn bovenkaak en onderkaak en aan de linkerzijde van mijn neus. Ik heb snel mijn jas uitgedaan en aan dader 2 gegeven. Daarop zei dader 2 dat ik mijn horloge af moest doen. Hij zei ook tegen mij dat ik mijn portemonnee aan hem moest geven. Ik heb wel mijn horloge afgedaan, dat hij meteen daarop uit mijn handen rukte. Ik heb mijn portefeuille met mijn pasjes naar hem toegegooid, die hij opgevangen heeft. Meteen daarna zijn de jongens weggerend. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Een proces-verbaal van 1 juli 2016, opgemaakt door mr. M.E.A. Nijssen, kinderrechter/rechter-commissaris commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
2016 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[slachtoffer]:
namelijk een telefoontje toen wij onderweg waren en hij zei dat wij die richting zouden
[op]komen. Hij vroeg toen ook: “mag ik je horloge nog eens zien”. Uiteindelijk zei hij
dat wij niet die kant op konden gaan, maar dat wij een andere kant op moesten, richting
het bos. Ik heb die dag vier jongens in de bosjes gezien en ik liep met Satter richting dat
bos.
Een proces-verbaal met nummer PL1300-2015226531-17 van 13 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 60-64.
oktober 2015 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[verbalisant 3]:
het hof begrijpt:
aangever [slachtoffer]) toen naar die plek gebracht. In het gesprek zaten ik, Ali (
het hof begrijpt hier en verder: [medeverdachte 2]), Nicu (
het hof begrijpt hier en verder: [bedrijf]), [medeverdachte 3] en Samuel (
het hof begrijpt hier en verder: de verdachte).
Een proces-verbaal met nummer PL1300-2015226531-20 van 13 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 65-67.
op 13 oktober 2015 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van Deurys David [medeverdachte 3] :
Een proces-verbaal van 1 juli 2016, opgemaakt door mr. M.E.A. Nijssen, kinderrechter/rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
2016 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
Deurys David [medeverdachte 3]:
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 12 april 2016.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2017.
:
Een proces-verbaal van 15 oktober 2015, opgemaakt door mr. J.P.C. van Dam van Isselt, kinderrechter/rechter-commissaris commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
oktober 2015 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
de verdachte:
het hof begrijpt:
aangever [slachtoffer]) is geslagen tegen zijn hoofd. Zijn spullen zijn afgepakt. Ik ken een paar van die jongens, dat zijn Deurys, Ali en Satter. Ik wist van te voren dat die jongen beroofd zou worden. Satter schreef dat een vriend van hem een Rolex had. Toen iedereen ja zei, zei ik ook ja. U vraagt mij of ik op de uitkijk stond. Ja. U vraagt mij of dat van te voren is afgesproken. Ja. Ik heb alleen op de uitkijk gestaan.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
first offender.
- een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) opgemaakt op 6 april 2017;
- een rapport van JBRA van 7 april 2016;
- een verslag intelligentie onderzoek van Care Express van 30 augustus 2016.
first offender‘vanaf 60 uur taakstraf’. Er zijn diverse strafverzwarende omstandigheden van toepassing, die in beginsel telkens tot een verhoging met 60 uur taakstraf leiden. Het gaat daarbij om de volgende omstandigheden:
- fysiek geweld (de vuistslag)
- letsel (zoals blijkt uit de letselverklaring)
- georganiseerd karakter van de groep (te weten de planning en taakverdeling in de WhatsApp gesprekken vooraf)
- kwetsbaarheid van het slachtoffer (te weten de jeugdige leeftijd van het slachtoffer).
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen jeugddetentie.
50 (vijftig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 1.214,30 (duizend tweehonderdveertien euro en dertig cent) bestaande uit € 314,30 (driehonderdveertien euro en dertig cent) materiële schade en € 900,00 (negenhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 764,30 (zevenhonderdvierenzestig euro en dertig cent) bestaande uit € 314,30 (driehonderdveertien euro en dertig cent) materiële schade en € 450,00 (vierhonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.