ECLI:NL:GHAMS:2017:4627
Gerechtshof Amsterdam
Bevestiging vonnis met uitzondering van de beslissing op de vorderingen tenuitvoerlegging in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 oktober 2016 was gewezen. De zaak betreft vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de beslissingen omtrent de vorderingen tot tenuitvoerlegging. Deze vorderingen zijn afgewezen omdat ze al bij een andere rechterlijke uitspraak zijn toegewezen. De advocaat-generaal had gevorderd dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging zouden worden afgewezen, en het hof heeft deze vordering gevolgd. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn door de raadsman naar voren gebracht, maar het hof heeft geoordeeld dat de eerdere toewijzing van de vorderingen doorslaggevend was. Het arrest is gewezen na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 9 juni 2017, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraffen afgewezen en het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd.