ECLI:NL:GHAMS:2017:4560

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
9 november 2017
Zaaknummer
23-003584-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging door discrepantie in verklaringen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor bedreiging van zijn vader en broer, waarbij hij hen met een mes had bedreigd. De tenlastelegging betrof bedreigingen die op of omstreeks 4 december 2015 in Amsterdam zouden zijn gedaan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 50 uren, met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarden.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 8 juni 2017 heeft het hof de verklaringen van de vader en broer van de verdachte onderzocht. Het hof constateerde dat er te veel discrepantie bestond tussen hun verklaringen, waardoor het niet mogelijk was om met voldoende zekerheid vast te stellen of de bedreigingen daadwerkelijk hadden plaatsgevonden en onder welke omstandigheden. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had gepleegd.

Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters F.M.D. Aardema, M.J.A. Duker en N.R.A. Meerbeek aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003584-16
datum uitspraak: 22 juni 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 september 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-131357-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2017.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp voorgehouden en/of (daarbij) voornoemde dreigend de woorden toegevoegd: "Als je me aanraakt dan maak ik je dood" en/of "Als jullie mij aanraken maak ik jullie allemaal af." en/of "Kom niet dichterbij want ik doe je wat", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren met bijzondere voorwaarden.

Vrijspraak

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij zijn vader en zijn broer heeft bedreigd. Naar het oordeel van het hof bestaat er, mede gelet op de verhoren die zij hebben afgelegd bij de raadsheer-commissaris, te veel discrepantie tussen de verklaringen van de vader en broer van de verdachte om op basis daarvan met een voldoende mate van zekerheid te kunnen vaststellen van welke bedreiging(en) sprake was en onder welke omstandigheden deze zou(den) hebben plaatsgevonden.
Gelet hierop is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. M.J.A. Duker en mr. N.R.A. Meerbeek, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juni 2017.