Uitspraak
UPPER BROOK (I) LIMITED,
1.PALLADYNE INTERNATIONAL ASSET MANAGEMENT B.V.,
PALINT STICHTING,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 2klaagt Upper Brook allereerst dat de voorzieningenrechter ten onrechte het arrest heeft gewijzigd. Deze grief kan in zoverre niet slagen omdat de voorzieningenrechter het arrest niet heeft gewijzigd; zij heeft het slechts uitgelegd. Vervolgens betoogt Upper Brook dat de voorzieningenrechter in het kader van een executiegeschil niet bevoegd is om “buiten de dwangsommenrechter om” te beslissen dat de inning van de dwangsom moet worden geschorst. Ook in zoverre faalt deze grief omdat de voorzieningenrechter, op de voet van artikel 438 lid 2 Rv, daartoe wel bevoegd is.
grief 3klaagt Upper Brook dat de voorzieningenrechter haar onderzoek naar de bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak van het hof beperkt had moeten houden tot de vraag of de executiebevoegdheid misbruikt wordt c.q. misbruikt zou gaan worden door Upper Brook. Deze grief kan niet slagen omdat de voorzieningenrechter het arrest ook kon beoordelen en uitleggen met het oog op de vraag of het met het arrest bevolene wordt overtreden – en dus met het oog op de vraag of, indien blijkt dat het bevolene niet wordt overtreden, er grond bestaat om de executie te schorsen -, zoals de voorzieningenrechter heeft gedaan.
grief 4klaagt Upper Brook dat de voorzieningenrechter de belangenafweging op onbegrijpelijke wijze in het voordeel van Palladyne c.s. heeft laten uitvallen. Deze grief kan niet slagen omdat de voorzieningenrechter haar beslissing niet heeft gegrond op een belangenafweging maar op het oordeel dat Palladyne c.s. het met het arrest bevolene niet hebben overtreden.
grief 5klaagt Upper Brook dat de voorzieningenrechter meer heeft toegewezen dan is gevorderd, door de executie te schorsen “
totdat een rechter anders beslist”, terwijl Palladyne c.s. hadden gevorderd de executie te schorsen "
totdat in een bodemprocedure over de uitleg van voornoemd arrest zal zijn beslist". Deze grief faalt omdat de voorzieningenrechter aldus niet is getreden buiten de haar toekomende vrijheid bij het redigeren van de nodig geoordeelde voorziening binnen het kader van de vordering.
grief 1betoogt Upper Brook dat de voorzieningenrechter het arrest verkeerd heeft uitgelegd en aldus ten onrechte aan het daarin bevolene zijn werking heeft ontnomen.
afschriften te verstrekken van alle overeenkomsten die met het oog op die bewaring met derden zijn gesloten”. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de uitleg die Palladyne c.s. aan het arrest geeft moet worden gevolgd (r.o. 4.5). Deze uitleg luidt dat Palladyne c.s. uitsluitend gehouden is Upper Brook van bepaalde informatie te voorzien indien zij een betaling uit het fonds willen doen of accorderen. Upper Brook stelt daartegenover dat het hiervoor vermelde bevel aldus moet worden opgevat, dat Palladyne c.s. afschriften van de overeenkomsten die met het oog op die bewaring met derden zijn gesloten moet verstrekken, ongeacht of zij al dan niet een betaling uit het fonds wil doen of accorderen.
afschriften te verstrekken van alle overeenkomsten die met het oog op die bewaring met derden zijn gesloten”zonder meer geldt, of verbonden is aan de voorwaarde dat Palladyne c.s. een betaling uit het fonds willen doen of accorderen.
Het hof ziet in het voorgaande aanleiding om Palladyne c.s. tevens te veroordelen om aan Upper Brook kopieën te verstrekken van alle op dit moment geldende overeenkomsten (…) opdat Upper Brook (…) de rechtmatigheid van de aan het fonds in verband met de kosten van de bewaring daarvan te onttrekken bedragen kan verifiëren”.
veroordeelt Palladyne en Palint om aan Upper Brook binnen twee weken na betekening van dit arrest afschriften te verstrekken (…)”). Daarmee is niet verenigbaar dat de bescheiden (niet op korte termijn, binnen twee weken, maar) pas na het doen of accorderen van een betaling behoeven te worden verstrekt. Ook neemt het hof in aanmerking dat het hof het bevel, anders dan het verbod, onvoorwaardelijk en als zelfstandige veroordeling heeft geformuleerd en niet heeft verbonden aan het doen of accorderen van een betaling. Deze twee gegevens steunen een uitleg dat het bevel om de afschriften van de overeenkomsten met de banken te verstrekken ten doel heeft dat Upper Brook in ieder geval op voorhand, ongeacht of dan ook al betalingen worden gedaan of geaccordeerd, de informatie dient te geven omtrent de afspraken over de aan de banken verschuldigde vergoedingen, opdat aan de hand daarvan, telkens als een betaling wordt gedaan of geaccordeerd (en overeenkomstig het verbod de specificaties van de betaling worden verstrekt) de betaling en de specificaties door Upper Brook kunnen worden geverifieerd. Deze uitleg spoort ook met de op de toekomst gerichte bewoordingen “
te onttrekken bedragen”in de overweging onder 3.13 van het arrest: “
(…) Palladyne c.s. tevens te veroordelen om aan Upper Brook kopieën te verstrekken van alle op dit moment geldende overeenkomsten (…) opdat Upper Brook (…) de rechtmatigheid van de aan het fonds in verband met de kosten van de bewaring daarvan te onttrekken bedragen kan verifiëren”.
veroordeelt Palladyne en Palint om aan Upper Brook binnen twee weken na betekening van dit arrest afschriften te verstrekken van alle overeenkomsten die met het oog op die bewaring met derden zijn gesloten”onmiskenbaar volgt dat alleen aanspraak kan worden gemaakt op - de bewoordingen in de sommatie van Upper Brook volgend (zie hiervoor onder 2.5) - de door Upper Brook gewenste overeenkomst(en) tussen Palladyne en de onderscheiden custodian banks en de overeenkomst(en) tussen Palint en de onderscheiden custodian banks, maar niet op de overeenkomst(en) tussen Palladyne en Palint (die immers geen “derden” zijn), ook niet op verklaringen van iedere custodian bank waaruit de huidige balans van het fonds van Upper Brooks blijkt en evenmin op maandelijks nieuwe verklaringen waaruit blijkt dat uitsluitend de door de custodian bank in rekening gebrachte kosten op het fonds in mindering zijn gebracht. Door die stukken niet te verstrekken hebben Palladyne c.s. dus geen dwangsommen verbeurd.